De SP wil opkomstplicht. Is dat verstandig?
ANALYSE - Principiële afhakers komen ook in een systeem met opkomstplicht niet snel opdagen. Bovendien brengen onwillige kiezers eerder een blanco stem uit, of een inhoudelijke stem die minder doorwrocht is dan kiezer die uit eigen beweging gaan stemmen. Dat concludeert Tom van der Meer uit diverse onderzoeken naar de opkomstplicht bij verkiezingen, in zijn analyse op Stuk Rood Vlees.
De SP zwengelt de discussie over opkomstplicht bij verkiezingen aan. Partijvoorzitter Ron Meyer denkt dat het parlement daardoor “een fotografische weergave zou worden van de bevolking”. Strategisch zou de SP een voordeel halen door relatief veel kiezers te trekken onder de niet-stemmers die inhoudelijk dichtbij hun zouden staan.
Opkomstplicht wordt wel vaker voorgesteld. In het algemeen worden er door de voorstanders verschillende positieve effecten gesuggereerd. Door opkomstplicht zou de politieke ongelijkheid tussen groepen in de samenleving afnemen, het parlement een betere afspiegeling zijn van de bevolking, en zouden inactieve burgers alsnog politiek betrokken raken. Maar klopt dat ook?
Minder ongelijkheid?
De wetenschappelijke literatuur is er niet over uit of opkomstplicht leidt tot minder ongelijke deelname aan verkiezingen tussen sociale groepen. Een meerderheid van studies suggereert dat bijvoorbeeld met name lageropgeleiden gesteund worden om op te komen door een opkomstplicht. Maar andere studies – van nota bene hetzelfde onderzoeksteam – ondersteunen die conclusies niet. Het effect is hoe dan ook bescheiden.