Gisteravond werd bekend dat de Ierse zangeres Sinéad O’Connor op 56-jarige leeftijd is overleden. De doodsoorzaak is vooralsnog onbekend. De politie geeft te kennen dat ze buiten bewustzijn werd aangetroffen in een Londense flat. Een autopsie moet uitsluitsel geven.
O’Connor kampte decennialang met een bipolaire stoornis. Ze werd wereldberoemd met een nummer geschreven door niemand minder dan Prince: Nothing Compares to You en had een charismatische, intense toneeluitstraling.
Berucht werd ze door het verscheuren van een foto van de immens populaire Paus Johannes Paulus II tijdens een MTV-optreden in de hoogtijdagen van de muziekzender. Beelden van boze katholieken die stapels CD’s van O’Connor verbrandden gingen de wereld over.
Later zou zich herbekeren tot de moederkerk. Ze heeft een tijdje het Rastafarianisme aangehangen en belandde uiteindelijk bij de islam. Ze gaf interviews in jilbaab en zei dat ze ‘witte mensen’ niet langer kon uitstaan. Haar leven werd gekenmerkt door tragiek, een getroebleerde jeugd, misbruik, vier huwelijken en een zoon die kwam te overlijden.