De eerste filosofen (4): Anaximandros

Zijn naam viel vorige week al: Anaximandros. Ook hij leefde in de zesde eeuw voor onze jaartelling en ook hij leefde in Milete, aan de westkust van het huidige Turkije. Hij was de belangrijkste leerling van Thales, en de leraar van Anaximenes. Wereldkaart Anaximandros is de eerste denker van wie bekend is dat hij heeft getracht een wereldkaart te tekenen. Deze ziet er voor ons uit als een nogal koddig geval: een ronde schijf waarop we de kusten van Zuid-Europa, West-Azië en Noord-Afrika herkennen. Deze werelddelen eindigen in een keurige ronding, waar een gezellige slotgracht omheen ligt. Er mankeert dus wel iets aan de realiteitswaarde, maar voor die tijd was het een baanbrekend werk.

Door: Foto: (c) Livius.org
Foto: (c) Livius.org

De eerste filosofen (3:) Thales van Milete en Anaximenes

Tijd der onwetendheid

ACHTERGROND - In de archaïsche periode was de wereld voor de Grieken nog grotendeels onontdekt. Hun wereld bestond uit weinig meer dan het Middellandse Zee-gebied. Geografische kennis ontbrak. Men had wel enige weet van wat er in het Nabije Oosten en Egypte aan de gang was. Richting het noorden leefden volgens de Grieken alleen barbaarse volken.

Naar wat zich boven hun hoofden, in de lucht en de hemel afspeelde, konden de Grieken bovendien alleen maar raden. En wat er zich onder hun voeten bevond? Geen idee. Ook hadden ze maar weinig instrumenten om zaken op micro- of macroniveau te onderzoeken.

Zij wisten dus eigenlijk bijna niets van de wereld zoals wij die nu kennen. Niets over de vorm van de aarde, van het leven daarop, en niets over de samenstelling.

Je zou kunnen denken dat dit frustrerend is. In de tijd waarover we nu spreken werd dit gebrek aan kennis kennelijk zo frustrerend, dat in de Griekse koloniën een grote wetenschappelijke nieuwsgierigheid ontstond. De eerste echte filosoof die wij kennen, was gelijk ook de eerste echte wetenschapper.

Thales van Milete

De allereerste Griekse denker die filosoof genoemd wordt is Thales van Milete. Hij leefde in de zevende en zesde eeuw voor onze jaartelling en aanschouwde het levenslicht zo’n vijftig jaar voor Pythagoras en Xenofanes. Zoals zijn naam al aangeeft, kwam hij uit Milete, een machtige Griekse stad aan de westkust van het huidige Turkije.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

De Nachtwacht op 0,005 millimeter

Altijd al zo dicht bij de Nachtwacht willen staan dat het totaal geen zin meer heeft? Het is je geluksdag, want het Rijks museum (haarspatie!) heeft de meest gedetailleerde foto ooit gemaakt van het schilderij. Eén pixel van je scherm beslaat 0,005 millimeter. Voor ons leuk maar vrij zinloos om naar te kijken, voor de restauratie blijkbaar van groot belang.

Veel zoomplezier met deze foto van 717 gigapixels, de eerste die bewijs van buitenaards leven vindt gaat door voor het broodrooster!

Foto: (c) Livius.org

De eerste filosofen (2): Pythagoras

ACHTERGROND - Pythagoras. We kennen hem allemaal nog wel van zijn welbekende stelling, waarmee we de lengte van de zijden van een rechthoekige driehoek kunnen berekenen. Op basis van de lengte van twee zijden, berekent Pythagoras’ stelling de lengte van zijde nummer drie. Best handig in bijvoorbeeld de bouwkunde. Maar wie was deze man?

Wie was Pythagoras?

Pythagoras leefde net als Xenofanes in de zesde eeuw voor onze jaartelling. Over zijn leven doen de wildste verhalen de ronde. Hij is hoogstwaarschijnlijk geboren op Samos, en heeft vervolgens flink wat van de wereld gezien. Zo zou hij een flink deel van het Middellandse Zeegebied hebben verkend, en ook Perzië en Egypte hebben bezocht. Volgens sommige bronnen is hij zelfs tot in India gekomen. Maar hij zou ook geboren zijn met een gouden dijbeen, zijn tijd hebben verdreven met het verrichten van wonderen, en bovendien goddelijk zijn. We hoeven niet alles te geloven.

Wat we van Pythagoras weten is beperkt. De grap is dat we niet eens met zekerheid kunnen zeggen of Pythagoras zelf zijn bekende stelling wel heeft bedacht, of dat die op het conto van een van zijn volgelingen kan worden gezet. Binnen zijn beweging was het namelijk heel normaal dat iedere briljante vondst aan de meester zelf werd toegeschreven. Dus wellicht heeft Pythagoras zitten pronken met andermans veren.

Foto: Max Sat (cc)

Illegale oudheden

Een week of drie geleden publiceerden de Vlaamse televisieomroep VRT en de krant De Tijd drie artikelen over de illegale handel in oudheden in België. Eén daarvan ging over de Benin-bronzen, het interessantste ging over een Egyptisch beeldje en het derde ging over de vraag waarom nu net België een draaischijf is geworden in de internationale zwarte handel. Het antwoord laat zich raden. De handel in illegale oudheden “heeft kunnen profiteren van de laksheid bij de overheden die moeten strijden tegen dit soort fraude”, aldus Sarah Durant, woordvoerster van het Brussels parket. De laatste specialist bij de Belgische federale overheid is begin dit jaar met pensioen gegaan en de centrale dienst kunstcriminaliteit is opgedoekt.

Als het over illegale oudheden gaat, kennen we uit Nederland soortgelijke journalistieke stukken. Theo Toebosch schrijft er regelmatig over in het Handelsblad het NRC: de grafgiften van Ny-Kau-Ptah, inbeslagnames op de kunstbeurs Tefaf, de Sapfo-papyri, illegaal keramiek in het Amsterdamse Allard Pierson-museum en nog vorige maand de arrestatie van de Italiaanse grafrover Raffaele Monticelli. Ik heb zelf een artikel in de pen gehad over de plundering van opgravingen, niet in verre buitenlanden maar hier in Nederland. Daarbij stuitte ik op zóveel voorbeelden dat het domweg geen krantenartikel meer zijn kon. Wie denkt een boek over illegale oudheden te kunnen schrijven dat geen eindeloze herhaling van steeds hetzelfde verdrietige verhaal is, kan zich melden en krijgt mijn documentatie cadeau.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: gabriel seisdedos (cc)

De grenzen van fictie

COLUMN - Een schrijver kan een wereld verzinnen waarin draken rondlopen, of waarin de wetten van de zwaartekracht worden getart, of een wereld waarin vrijwel iedereen een verdorven persoon is. Maar een wereld waarin onze moraal niet geldt, dat wordt lastiger, stellen Daniel Altshuler en Emar Maier in een nieuw artikel in het Journal of Semantics.

Neem het volgende verhaaltje:

Jozef was een jongetje dat het leuk vond om katten dood te treiteren. Zijn vader waarschuwde: ‘Doe dat niet meer, of je krijgt straf.’ Maar hij draaide zich nog niet om, of, hup, Jozef had alweer een jong poesje in de brand gestoken. Net goed, rotbeesten.

(Ik heb eerder over dit verhaaltje geschreven toen ik een proefschrift besprak van een van de promovendi van Emar Maier.)

De kwestie zit hem in de laatste zin Net goed. Je kunt er als lezer eigenlijk niet aan dat de schrijver hier een wereld heeft geschapen waarin het inderdaad echt moreel juist is om in het wilde weg katten om het leven te brengen. De natuurwetten kun je kennelijk ombuigen, maar morele wetten niet.

Wat wel kan, en de strategie de de gemiddelde lezer daarom vrijwel gedachteloos doet: dat vreemde oordeel toeschrijven aan een personage. Een moreel verdorven personage bedenken is kennelijk makkelijker dan een moreel andere wereld. De manier waarop je als lezer het oordeel aan een personage toeschrijft kan soms zijn door een zin te duiden als een indirecte rede: je interpreteert dan “Net goed” als een gedachte van Jozef. Het alternatief is dat je aanneemt dat de verteller het verdorven morele oordeel voor zijn rekening neemt. Die verteller heeft zich in de eerdere zinnen weliswaar niet expliciet laten kennen, maar door dat vreemde morele oordeel ga je er toch ineens vanuit dat hij er is.

Foto: (c) Livius.org, overgenomen met toestemming

De eerste filosofen (1): Xenofanes

ACHTERGROND - Als mensen worden geconfronteerd met verschillende soorten geloven en gebruiken, ligt het voor de hand dat zij stil gaan staan bij het nut van en de redenen achter die gebruiken. De eerste filosofen waren dan ook vaak reizigers: vluchtelingen en rondtrekkende handelaars, die veel van de toenmalige wereld hadden gezien.

Xenofanes: de eerste empirist

Eén van de vroegste reizende filosofen was Xenofanes. Hij leefde vijf eeuwen voor onze jaartelling en werd geboren in een Griekse stad aan de westkust van het huidige Turkije. Hij vluchtte voor Perzisch oorlogsgeweld naar een Griekse kolonie op Sicilië en leefde vervolgens in verschillende Griekse handelssteden in zuidelijk Italië. Zodoende kreeg hij veel van de verschillende Griekse culturen te zien.

Xenofanes stak openlijk de draak met de Griekse kijk op religie. Hij maakte zich er vrolijk over dat de goden er net zo uitzagen als mensen: met een stem, een gestalte, met menselijke kleding en werktuigen. Sterker nog: ieder volk geloofde dat de goden eruit zagen als zijzelf. Zo hadden de Ethiopische volken zwarte goden met stompe neuzen, en de volken uit het noorden hadden weer goden met blauwe ogen en rood haar. Dat vond Xenofanes reuze komisch. Als ossen, paarden en leeuwen handen bezaten en kunstwerken konden scheppen, grapte hij, zouden ze waarschijnlijk goden verzinnen die eruit zien als ossen en paarden en leeuwen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Wutthichai Charoenburi (cc)

Een complottheorie komt zelden alleen

Klimaatverandering bestaat niet, Corona is maar een griepje, MH17 is een hoax en de aarde plat. De NWO/WEF/moslims/George Soros/joden proberen onze maatschappij over te nemen en Poetin is eigenlijk heel ok, maar wordt zwart gemaakt door de rest van de wereld. En ik kan nog wel even doorgaan, er zijn inmiddels bijna meer mainstream complottheorieën dan wetenschappelijke theorieën, lijkt wel.

Galileo
De aanhangers zijn natuurlijk 100% overtuigd dat zij de waarheid in pacht hebben. Zij zien als één van de weinigen in dat het anders zit, en dat ze verketterd worden is daar zelfs het bewijs van. De weinige complotten die wel waar bleken worden de critici in het gezicht gegooid, en als mensen wetenschappelijke complottheorieën verspreiden komt de naam ‘Galileo’ veel voorbij. Werd hij niet ook verketterd, maar bleek hij het uiteindelijk niet bij het juiste eind te hebben?

En dat klopt. Maar in de tijd van Galileo bestond de wetenschap zoals wij hem kennen niet, en feitelijk was het conflict dat hij had niet met andere wetenschappers, maar met de kerk. Tegenwoordig hebben eenlingen het zo goed als altijd fout, net als waarschijnlijk toen. De Galileo-theorie is alsof je een lot in de loterij koopt en dan verwacht dat die van jou ook winnend is omdat er ooit iemand was die ook gewonnen heeft.

Foto: Eugenio Hansen, OFS (cc)

‘De grenzen van mijn taal’ betekenen de grenzen van mijn wereld

RECENSIE - Decennialang hebben we het in het Nederlands moeten doen met de vertaling die W.F. Hermans maakte van de Tractatus Logico-Philosophicus van Ludwig Wittgenstein. En nu zijn er ineens twee nieuwe vertalingen verschenen! Onlangs besprak ik de vertaling van Victor Gijsbers, vandaag is de beurt aan die van Peter Huijzer en Jan Sietsma.

De Tractatus bestaat uit een verzameling geordende stellingen of beweringen of tekstfragmentjes. Er is een hoofdordening met 7 stellingen, van “De wereld is alles wat het geval is” tot “Waarvan men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen”. Behalve de 7e worden alle stellingen met ook weer genummerde tekstjes becommentarieerd of uitgebreid of toegelicht: Na 1 komen 1.,1 en 1.2, en die kunnen ook weer zelf commentaar krijgen (die dan zonder punt genummerd worden: 1.21).

Stelling 5.6 wordt vaak geciteerd door managers die bijvoorbeeld een talencentrum moeten openen en dan tot hun vreugde in de citatentrommel iets denken te vinden waarin een wijsgeer van naam en faam lijkt te zeggen dat je vooral veel talen moet leren. Meestal wordt hij door die managers verbasterd tot ‘De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld’, maar in de vertaling van Huijzer en Sietsma (en trouwens ook die van Hermans) luidt hij:

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Killian77 (cc)

Hans Clevers en de knikkers

Dat allerlei belangrijke academische titels en rollen, dat het grootste materiële succes, geen garantie zijn tegen afschuwelijk cynisme, werd deze week weer bewezen door Hans Clevers: universiteitshoogleraar in Utrecht, voormalig president van de KNAW, en in staat om het wetenschappelijk bedrijf te vergelijken met het verkopen van auto’s.

Tegen de Utrechtse universitaire krant DUB zei hij eerder deze week:

De universiteitshoogleraar benadrukt het belang van wat hij noemt “een outputmeting” van onderzoekers. “Net als een autoverkoper wordt afgerekend op het aantal auto’s dat hij heeft verkocht, moet je onderzoekers ook kunnen afrekenen op de ontdekkingen die zij doen. Dat moet kunnen, vind ik. Dat is waar wetenschap in de kern om draait.”

Ik weet niet of je een autoverkoper echt alleen moet afrekenen op ‘het aantal auto’s dat hij heeft verkocht’. Ik weet wel dat een kind begrijpt dat je ontdekkingen niet kunt tellen. Dat het voor altijd onmogelijk is om een ‘ontdekking’ in de kunstgeschiedenis te vergelijken met één in de biochemie. En dat je ze over het algemeen al helemaal niet kunt toeschrijven aan een enkel geniaal individu. En dat het in de wetenschap om meer gaat dan ‘ontdekkingen’.

Wildwestkapitalisme

Het idee dat je alles moet organiseren volgens een karikaturaal soort wild west-kapitalisme – de wereld één groot gevecht van individuen tegen elkaar – wordt natuurlijk niet zonder slag of stoot verlaten door degenen die groot zijn geworden dankzij dat systeem. Clevers is in Nederland een gezicht van de wetenschap geworden, niet eens omdat er dankzij hem zoveel auto’s verkocht zijn, maar omdat hij erin is geslaagd zoveel verkochte auto’s op zijn eigen naam te schrijven. Wat iets anders is: het ene is een bijdrage aan een collectief, het andere een kwestie van ellebogen en zorg voor zichzelf.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende