De eerste filosofen en het boeddhisme

Tot in de negentiende eeuw was men er nog van overtuigd dat de filosofie pas ten tijde van Sokrates tot wasdom was gekomen. Tegenwoordig zien we dat anders. Nu worden de natuurfilosofen beschouwd als degenen die het fundament legden voor het Griekse denken. Daar valt veel voor te zeggen. Reductionisme en materialisme Al bij de natuurfilosofen komen we de eerste ontwikkelingstheorieën tegen, die het ontstaan van het heelal, de aarde en zijn levende wezens op een andere manier verklaren dan met behulp van mythen. Daarbij zien we herkenbare zaken ontstaan, zoals empirisme en reductionisme. Daarnaast introduceren de natuurfilosofen het idee van een onveranderlijk Zijn achter de verschijnselen. Xenofanes liet in het midden wat dit dan was, en noemde het voor het gemak ‘God’. Voor Pythagoras waren de getallen het onveranderlijke Zijn achter de verschijnselen. Voor Herakleitos was de natuurwet of logos de hogere waarheid.

Door: Foto: (bron: livius.org)
Foto: Foto Giammarco op Unsplash.

Zijn denken en communiceren hetzelfde?

Een van de vele discussies die de taalwetenschap al eeuwen splijt is die van de functie van taal. Dat de mens taal heeft, kost op zijn minst moeite – moeite om de taal te leren, moeite om de hersenen te pijnigen bij het zoeken van woorden, het plaatsen van die woorden in zinnen enzovoort. Waarom doen we dat?

Er zijn twee belangrijke kampen: taal is om in te denken, en taal is om te communiceren. De eerste school heeft evident het probleem dat we veel taal niet binnen in ons hoofd laten omgaan, maar dat we ook onze tong en lippen bewegen (of onze handen, in het geval van gebarentaal). De tweede school heeft het probleem dat er is aangetoond dat de structuur van taal minstens voor een deel lijkt te bepalen hoe we denken (zie bijvoorbeeld hier).

De Oostenrijkse taalkundige Martina Wiltschko komt nu in het tijdschrift Glossa met een mogelijke oplossing: taal is er zowel voor taal als voor denken.

Dat klinkt op het eerste oor wat flauw: de ene groep zegt A, de andere zegt B, en jij komt en zegt ‘het is allebei een beetje waar’. Maar Wiltschko biedt interessante argumenten. Ze laat bijvoorbeeld zien dat er in een zin vaak twee elementen zitten: elementen die een gedachte uitdrukken en elementen die gaan over de interactie met de gesprekspartner:

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Quote du jour | verantwoordelijk onderwijs

QUOTE - Doorgaan op deze weg is daarom geen optie; er is verandering nodig, en het onderwijs moet daarin het voortouw nemen, betoogt Aldo van Duivenboden. “Wat mij betreft is de tijd aangebroken dat het onderwijs het juk van de brave volger van economie en arbeidsmarkt afwerpt en het voortouw neemt als aanjager van de transitie naar een duurzame en inclusieve wereld”, schrijft hij.

Ok, het heeft misschien een beetje ’60’s vibes (Kritiese Universiteit iemand?), maar Aldo van Duivenboden van de OnderwijsInnovatie Hub van Hogeschool Saxion heeft hier natuurlijk wel 100% gelijk. Hadden ze in de jaren 60 trouwens ook wel, dat je een beetje systeemkritiek best mag verwachten vanuit het hoger onderwijs en dat het uitblijven daarvan gelijk staat aan het dienen van de status quo. Maar dat terzijde.

Foto: Margolum Smargol (cc)

De voortgezette olifant van bachelor/master

Voor het eerst sinds tijden heb ik weer eens een Twitter-draadje gemaakt. Aanleiding is dit artikel van Maurice Limmen, de voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De mensen die het in de oorspronkelijke vorm willen lezen kunnen hierboven klikken, hier volgt een wat meer prozaïsche versie. Het artikel van Limmen gaat in grote lijnen over het onderscheid wo/hbo, en dat hoewel gelijkwaardig (te) veel studenten kiezen voor wo en het hbo op sommige plekken krimpt, wat schadelijke gevolgen heeft.

Waarom ik hier iets over wil zeggen, is omdat in dit artikel, hoeveel zinnigs er verder ook in staat, vakkundig een olifant wordt vermeden als het gaat over het onderscheid tussen uni en hbo. En ik wil het hebben over die olifant: het voortgezet onderwijs.

We gaan terug naar voor de invoering van het bachelor/master-stelsel, net na de wisseling van het millennium. Het was toen vrij eenduidig. Een hbo-opleiding duurde 4 jaar, een wo-opleiding 4, 5 of 6 jaar. Het hbo daar kon je terecht na de havo, en de universiteit na het vwo. Dat vwo was (veel) moeilijker dan de havo én duurde een jaar langer. De universiteit was moeilijker (het niveau was ‘hoger’). Al heb ik een hekel aan het normatieve ‘hoger/lager’ verhaal, ik gebruik de termen hier toch maar even voor de duidelijkheid.

Foto: (bron: livius.org)

De eerste filosofen (9): Empedokles

Empedokles: het multitalent van Sicilië

ACHTERGROND - In de vijfde eeuw voor onze jaartelling leefde de in de Griekse kolonie Akragas op Sicilië geboren filosoof Empedokles. Hij was bedreven in de dichtkunst en gold als autoriteit op het gebied van religie en magie. Hij bemoeide zich ook met staatszaken en was in zijn tijd een vermaard geneesheer. In die hoedanigheid zou hij zelfs iemand uit de dood weer tot leven hebben gebracht.

Maar ook was hij een wetenschapper. Hij had begrepen dat de wind en moerassen ziekten konden veroorzaken, zeker in combinatie met elkaar, en had dankzij dat inzicht veel succes met het bestrijden van epidemieën. Al met al dus een type dat van vele markten thuis was, die Empedokles. Hij trad bovendien op als goeroe.

Bescheidenheid was hem echter vreemd. Empedokles was ervan overtuigd dat hij een godheid was, of kon worden. Hierdoor kwam hij op het idee dat hij zou moeten sterven door zichzelf in de Etna te werpen: dan bleef er geen stoffelijk overschot over dat hem zou vermenselijken. Het verhaal gaat echter dat de vulkaan na de sprong een sandaal zou hebben uitgespuwd, om te bewijzen dat zelfs Empedokles een mens van vlees en bloed was. Ze konden wel mooie verhalen vertellen, die Grieken.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Quote du jour | dubbele standaard

QUOTE - Nee. Nee! Niet in de wetenschap, toch? Dat bolwerk, wat zeg ik, bastion van rede en neutraliteit, waar alleen iemands kwaliteit van belang is? Een dubbele standaard ten opzichte van (bijvoorbeeld, in dit geval) vrouwen, die kan daar toch niet bestaan?! Een dikke beurs krijg je toch omdat je goed bent, wat zeg ik, excellent zelfs, en heeft toch niets te maken met je geslacht?

Doordat de criteria voor de Starting Grant niet goed gedefinieerd zijn, concentreren panelleden zich bovendien op verschillende dingen, schrijven de onderzoekers. Onafhankelijkheid, bijvoorbeeld, gaat voor sommige panelleden vooral om een duidelijke afstand ten opzichte van eerdere begeleiders (fysiek of in het onderzoek). Volgens een geïnterviewd panellid zouden vrouwen vaker geneigd zijn om samen te werken met mensen die ze al kennen, terwijl mannen meer ambitie zouden hebben om zelf een onderzoek te beginnen.

Door de aanname dat vrouwen minder onafhankelijk zijn dan mannen worden ze strenger beoordeeld op dit vlak, schrijven de onderzoekers. Zo ontstaat een dubbele standaard. Volgens sommige panelleden lijkt het geen probleem voor een mannelijke kandidaat om veel publicaties te hebben met een begeleider als co-auteur, terwijl vrouwen om die reden wel negatiever beoordeeld worden. Hetzelfde geldt voor mobiliteit. “Sommige mannen blijven altijd bij dezelfde universiteit, maar iedereen vindt dat ze wel een goed CV hebben”, zei een panellid. “Tegelijkertijd wordt het wel genoemd als een vrouw niet naar het buitenland is geweest tijdens haar PhD of erna.”

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ras, gender en het centrale dogma van de taalkunde

Boekomslag Dat mag je ook al niet meer zeggen © Onze Taal

Er woedt een belangrijke maatschappelijke discussie over taal waarover je maar weinig taalkundigen hoort in het publieke domein: de discussie over hoe we allerlei identiteiten benoemen – discussie over wit tegenover blank, over slaafgemaakte, over non-binair taalgebruik, enzovoort: over de vraag in hoeverre de taal moet worden aangepast aan een veranderende sociale werkelijkheid.

Een reden waarom je er zo weinig taalkundigen over hoort, heeft volgens mij te maken met wat ik beschouw als het centrale dogma van de taalwetenschap, iets waarover vrijwel alle taalkundigen het, ondanks enorme verschillen op allerlei gebied, eens zijn:

Het centrale dogma van de taalwetenschap. Taal is een natuurlijk fenomeen. Ze verandert voortdurend, maar het is niet mogelijk om haar te veranderen.

Het centrale dogma gaat in tegen de manier waarop de meeste niet-taalkundigen taal zien: als een cultuurproduct, een instrument dat we hebben gemaakt, en dat je als liefhebber van de traditie liever niet maar als pragmaticus liever wel verandert. Volgens het centrale dogma zijn huidige pogingen om bijvoorbeeld genderneutrale taal in te voeren, vrijwel zeker tot discussie gedoemd. En veel meer dan dat valt er volgens dat dogma dan ook niet over te zeggen.

De taalwetenschap heeft overigens ook veel te danken aan het centrale dogma. Het is de grondslag van het relatieve succes van het vak in de afgelopen twee eeuwen – de visie dat je taal kunt zien als iets dat op de een of andere manier onderhevig is aan natuurwetten heeft tot veel resultaten geleid. De menselijke wil met al zijn grilligheid heeft er niet zoveel mee te maken. Het is trouwens ook echt lastig om voorbeelden aan te wijzen waar de taal veranderd is omdat de taalgebruikers dat beter vonden, vooral als je meeneemt dat soms autoriteiten natuurlijk invloed kunnen hebben op hoe mensen in het openbare leven spreken, maar dat de meeste taal in kleine kring of de beslotenheid van het eigen huis wordt gebruikt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe meer mensen een taal leren, hoe makkelijker die taal wordt

Wordt een taal gemakkelijker wanneer veel mensen haar leren? Daarover woedt al enige tijd discussie in taalkundige kringen. Aan de ene kant hebben mensen een bijna instinctieve afkeer van de gedachte dat je talen überhaupt op een schaal zou kunnen plaatsen van eenvoudig naar complex. Dat idee is in het verleden ook wel misbruikt om racistische gedachten te ondersteunen: simpele talen worden gesproken door simpele mensen. Bovendien is het idee van relatieve eenvoud in tegenspraak met wat we vinden: kinderen over de hele wereld doen er in grote lijnen even snel over om hun moedertaal te leren.

Aan de andere kant is het ook weer niet zo’n gekke gedachte dat een taal op een bepaalde schaal eenvoudiger wordt als buitenstaanders haar leren. Het is óók een ervaringsfeit dat veel naamvallen of ingewikkelde werkwoordvervoeging een taal moeilijker maakt als vreemdeling. Hier zit dus misschien een verschil tussen een taal leren als je moedertaal (L1 heet dat dan) of als vreemde taal (L2). Misschien zijn volwassenen minder goed in het leren van die eigenaardige kronkels die kinderen moeiteloos oppikken. Als er nu in een gemeenschap veel L2-sprekers komen, dan groeien nieuwe generaties L1-sprekers op terwijl ze veel ‘fouten’ horen. Die fouten maken het lastiger om dan het goede systeem alsnog op te pikken – je krijgt teveel tegenstrijdige informatie als kind. Op die manier zouden talen dus in ieder geval in sommige opzichten (zoals vervoeging en verbuiging) wel degelijk eenvoudiger kunnen worden. Verschillen tussen talen liggen dan niet aan de aangeboren intelligentie van de sprekers, maar aan de openheid van de samenleving.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: (c) Livius.org

De eerste filosofen (6): Parmenides

ACHTERGROND - Even een waarschuwing: we zijn nu toegekomen aan misschien wel de moeilijkste denker uit de Oudheid. We gaan proberen te begrijpen wat metafysica is, en wat transcendente metafysica is. Veel mensen worden al gillend gek als ze die woorden horen. Misschien niet voor niets. Maar we gaan proberen het te begrijpen.

Het zijn kan niet veranderen

Aan het eind van die inmiddels bekende zesde eeuw voor onze jaartelling leefde in de stad Elea, niet ver van het huidige Napels, de filosoof Parmenides. Waarschijnlijk was Parmenides een leerling van Xenofanes, de filosoof die we eerder zagen die zoveel lol had om de Griekse goden. Parmenides kwam echter met een geheel eigen filosofie, die hij uitschreef in één lang gedicht. In dit gedicht beschrijft hij hoe ‘een godin’ hem onderwijst wat ‘de waarheid’ nu eigenlijk is.

Parmenides’ gedicht bleek een ware hersenbreker, waarvan de interpretatie anno nu nog eens extra lastig is omdat er slechts fragmenten van bewaard zijn gebleven. Het uitgangspunt is echter duidelijk: verandering is in werkelijkheid niet mogelijk. Iets dat is, kan volgens Parmenides niet zomaar veranderen in iets anders. En iets dat er niet is, is volgens Parmenides ook een onmogelijkheid. We kunnen niet eens aan ‘niets’ denken. Als we eraan denken, is het immers al iets. Om kennis te krijgen van de werkelijkheid, is het daarom volgens Parmenides een doodlopende weg om het niets als uitgangspunt te nemen.

Foto: (c) Livius.org

De eerste filosofen (5): Herakleitos

De kluizenaar uit Efese

ACHTERGROND - De filosoof Herakleitos minachtte de hele mensheid. Hij leefde het liefst in eenzaamheid, als kluizenaar. Hij schreef een of meerdere boeken, maar die zijn helaas verloren gegaan. Net als eigenlijk alle voorsocratische boeken kennen we hem uitsluitend via citaten bij latere schrijvers.

Zijn tijdgenoten noemden Herakleitos onnavolgbaar, omdat hij zich bediende van korte, cryptische uitspraken. “’s Mensen karakter is hun lot” is niet meteen een toegankelijk citaat. Van zijn tijdgenoten kreeg hij daarom de bijnaam ‘de Duistere’.

Herakleitos leefde in Efese, een Griekse stad niet ver van Milete, ook aan de westkust van Turkije. Hij leefde daar net als de eerder besproken filosofen in de zesde eeuw voor onze jaartelling, maar dan in het staartje van die eeuw.

Tegenstellingen

Net als Anaximandros gaat ook Herakleitos uit van tegenstellingen. Die ontstaan uit elkaar. Zo ontstaan warmte en koude volgens hem altijd tegelijkertijd. Zonder warmte kan er immers geen koude bestaan, en zonder koude geen warmte. Ook kan zonder donker geen licht bestaan, en zonder licht geen donker.

Waar Anaximandros deze theorie echter alleen toepaste op de fysische wereld, trekt Herakleitos haar door. Ook boven en beneden kunnen niet zonder elkaar bestaan. Een trap naar boven is immers precies hetzelfde als een trap naar beneden, afhankelijk van waar je staat.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende