Een echte geleerde
ACHTERGROND - Gisterenmiddag was ik erbij, toen het Jiddisch Nederlands Woordenboek werd gepresenteerd, een gigantisch lexicografisch project dat vrijwel geheel het werk is van één man: Justus van de Kamp. 80.000 woorden Jiddisch heeft hij al beschreven. Het is daarmee nu al waarschijnlijk het grootste woordenboek ter wereld voor die taal. En nog altijd werkt hij door: tien woorden per dag, ook in weekeinden en tijdens vakanties. “Over sommige woorden doe ik twintig minuten, over andere zes uur.” Als hij een dag niet werkt, moet hij die 10 woorden later inhalen van zichzelf.
Tijdens de presentatie liet Van de Kamp zien hoe hij ooit begon. Als geschiedenisstudent was hij gegrepen door de Joodse geschiedenis. Om die beter te leren kennen moest hij Jiddisch leren en zo raakte hij verslingerd aan de schoonheid van de taal, waar hij zijn leven aan zou wijden. Tijdens een college zei een hoogleraar: “maak je eigen woordenboek!” Hij was de enige die het serieus nam – eerst in een schriftje, na verloop van tijd op een computer.
Nagevlooid
Omdat hij geen geld had voor een Apple, was het in die tijd, zo’n dertig jaar geleden, moeilijk joodse letters in te voeren. Dat lukte uiteindelijk alleen met een obscuur programma voor DOS (vraag aan je ouders wat dat ook weer was). Dat programma, EimsteinWriter, gebruikt hij nog steeds.