‘Hopelijk overleven we dit’

Viktor en Ada en hun vierjarig zoontje zitten vast in een schuilkelder van hun huis in Kyiv, terwijl explosies om hen heen klinken. Sinds het uitbreken van de oorlog heb ik elke dag contact met ze. ‘Het is afschuwelijk wat hier gebeurt. Vanmorgen werden we wakker van enorme explosies hier in Kyiv. We zijn ongedeerd, maar het is heel erg eng.’ Viktor is een stoere man, hij praat normaal in understatements. Als iets heel erg eng is, dan moet hij onbeschrijflijk bang zijn. In 2014 ontmoet ik hem en zijn vrouw Ada in Barcelona, in een veel te warme rij voor een toeristische attractie. Als de rij maar niet opschiet raken we met elkaar aan de praat. Ze vertellen dat ze uit Oekraïne komen. Juist is op dat moment de onrust op de Krim volop in het nieuws. Ik vraag ze ernaar. Nuchter haalt Viktor zijn schouders op: ‘We wonen in Kyiv, ver weg van de Krim.’ We houden contact via sociale media. Op Instagram post Viktors Instagram vooral foto’s van stoere avonturen in de sneeuw en in het water. Ada post foto’s van vakanties, en zo zie ik dat twee jaar na onze ontmoeting hun zoontje is geboren. Hij gaat als baby mee op hun reizen door Europa. Napels, Rome, Warschau en nog meer. Altijd keren ze weer veilig terug naar Kyiv. Schuilkelder En dan is het donderdagochtend 24 februari. Vol ongeloof kijk ik naar het kaartje waar alle aanvallen op staan getekend. Veel in Kyiv. Te veel in Kyiv. Ik stuur Viktor een berichtje. Ze zijn veilig, laat hij weten. En: ’Wij, de Oekraïners, vechten tot het eind. Hopelijk overleven we dit en verslaan we de Putins agressie.’ Vrijdag 25 februari. Nieuwe aanvallen op Kyiv. Met een bang hart open ik de chat en schrijf Viktor. Met twijfel ook, want ik kan me voorstellen dat hij wel betere dingen te doen heeft dan iets te schrijven aan iemand die ergens in het veilige Nederland zit. Opgelucht haal ik adem als ik zie dat hij mijn berichtje heeft gelezen. Even later een antwoord: ‘De hele nacht door klinken overal explosies. Kleine Russische groepen hebben al Kyiv bereikt, precies in ons district. We verblijven in een provisorische schuilkelder bij ons huis, maar het is niet echt veilig hier. Ik zag wel net op het nieuws dat de Russische soldaten hier in de buurt Kyiv zijn gedood.’ ‘We proberen te overleven, we kunnen niet weg. Ik moet sowieso in het land blijven; alle Oekraïense mannen van 18 tot 60 jaar moeten het leger in. Ik doe alles om ervoor te zorgen dat Ada en onze zoon weg kunnen uit deze hel. Wanneer en of dat moment er komt, dat is afwachten.’ Er verdwijnt niets van mijn gevoel van machteloosheid als ik geld overmaak naar een hulporganisatie. Het voelt nog minder dan een druppel op een gloeiende plaat. Avondklok Zaterdag 26 februari blijf ik een tijdlang naar mijn telefoon kijken. Ik weet niet wat ik Viktor moet sturen. Ik denk na. Als Ada en haar zoon weg willen uit Oekraïne, dan wil ik niet dat ze in een vluchtelingenkamp komen. Ze zouden volgens mij dan de ene hel voor een andere inruilen - zij minder erg dan die ze achterlaten. Ik blijf dubben. Zo groot woon ik niet. En toch. Hulp moet je aanbieden als dat nodig is. Viktor antwoordt als hij in een lange rij van vijftig mensen staat voor de supermarkt. Ada wil niet vertrekken zonder hem. Bovendien is het te gevaarlijk om weg te gaan. Hij blijft strijdlustig klinken: ‘Ons leger is sterk. Afgelopen nacht was het een stuk rustiger in ons district, waardoor we konden slapen.’ Even later stuurt hij een foto van hun gezin vanuit de schuilkelder. Ada en Viktor maken een vredesteken en glimlachen flauwtjes. Hun vierjarige zoontje op de voorgrond maakt een geforceerde grimas. Ik huil. ‘De avondklok is zojuist ingegaan hier in Kyiv en zal tot maandagochtend duren. Tot die tijd kunnen we niet naar buiten.’ Ze zitten in een schuilkelder tussen twee flatgebouwen. Er is ruimte voor meerdere gezinnen, maar zij zitten in hun eentje. De nachten zijn koud. Hun zoontje kijkt de hele dag tekenfilms, hij verveelt zich. Een paar momenten per dag kunnen ze naar buiten, vertelt Ada, als het luchtalarm niet klinkt. ‘We kunnen niet werken. We volgen de hele dag het nieuws.’ Zondagavond vertel ik Viktor dat in Europese steden grote demonstraties waren om Oekraïne te steunen. Ongetwijfeld heeft hij dat zelf ook wel gezien op het nieuws, maar ik wil dat hij weet dat de wereld tegen deze oorlog is. Hij lijkt hoopvol. ‘We zien wat positieve bewegingen. Hopelijk is dit allemaal snel voorbij.’ Explosie Maandag 28 februari. ‘Ik hoop dat jullie allemaal zo veilig zijn als maar mogelijk,’ schrijf ik Viktor. Mijn berichtje blijft op ongelezen staan. Angstige uren volgen waarin ik als een bezetene vergeefs nieuws probeer te krijgen over het district in Kyiv waar mijn vrienden zitten. Bijna vier uur later een antwoord: ‘Vandaag was het relatief rustig, ik heb zelfs zes uur achtereen kunnen slapen.’s Avonds begonnen de beschietingen en bombardementen weer. We waren niet thuis toen we een enorme explosie hoorden. We renden naar huis. De buren zeiden dat de lichtflits zelfs tot aan de andere kant van de Dnipro rivier te zien was. Het bleek een Russische raket die een stad bij Kyiv had geraakt.’ Ada komt ook op de chat. ’In 2014 vochten we tegen de Russen met stenen en onbevreesde harten. Onze mensen zijn moedig. De Russen zijn stomme passieve slaven. 140 miljoen mensen, ze kunnen hun land veranderen, maar ze doen het niet.’ Ik wil niet negatief praten over een heel volk, maar ik begrijp haar sentiment. Niet vluchten Dinsdag 1 maart. ‘Als het zou kunnen zou ik nu naar jullie toe rijden om jullie hieruit te halen,’ schrijf ik Ada. De woorden die ik aan mijn gevoel van machteloosheid wil geven, worden steeds gebrekkiger Ze reageert snel: ‘We willen hier niet weg, we willen geen vluchteling zijn. We willen gewoon veilig hier in ons eigen land wonen.’ Viktor wil eigenlijk dat Ada met hun zoon vertrekt: ‘Ik kan nog steeds niet geloven wat hier gebeurt. Mijn lieve familie moet dit overleven. Ik red het wel, maar het is heel angstig voor hen.’ Hij gelooft dat er iets in beweging is, hij gelooft dat het beter gaat worden. ‘Maar ik vrees ook dat we eerst door een groot en eng iets moeten. En dat is geloof ik al begonnen. Een van onze luchthavens zijn zojuist gebombardeerd.’ Woensdagochtend 2 maart. Vooral Kharkiv is gebombardeerd vannacht. In Kyiv was het redelijk kalm, laat Viktor weten. ‘We houden vol.’   * Om hun privacy te beschermen zijn Viktor en Ada gefingeerde namen.

Door: Foto: Elena Mozhvilo (Unsplash)
Foto: Internet Archive Book Images (cc)

Egoïsme en eugenetica

COLUMN - Voordat ik aan mijn tirade begin wat nuance. Veel corona-maatregelen verdwijnen. Ik heb begrip daarvoor. Het is niet houdbaar zo. Alleen denk ik wel dat er voldoende alternatieven zijn nog.

Dit stuk gaat niet over de snelle afbouw van de maatregelen, maar wat er achter ligt.
Ik wil het hebben over de houding van een stevig deel van de Nederlandse bevolking en vooral ook bestuurders (overheid en bedrijfsleven) in deze. Die laat zich in mijn ogen vatten in twee begrippen: egoïstisch en eugenetisch.

Nog een puntje vooraf. Straks heb ik het over “ze” en “kwetsbaren”. Ook al denk ik dat ik momenteel niet in die groep zit, besef ik me maar al te goed dat het morgen anders kan zijn.

Goed, laten we beginnen.
Er wordt vanuit twee perspectieven geroepen om versoepeling. De eerste is de roep om vrijheid en/of kwaliteit van leven (wordt door elkaar gebruikt). De tweede is de roep om maatschappelijke en economische functies niet nog meer schade op te laten lopen.

Bij de eerste struikel ik vooral over de groep die de maatregelen zien als een onnodige beperking (straf?) van hun leven. Immers, ze zijn toch gezond, of ze schatten de gevolgen van het virus voor zichzelf laag in, of in een aantal gevallen denken ze dat de maatregelen toch niet helpen (voor henzelf dan welteverstaan). En dat alles toe geredeneerd naar het grote IK. IK heb last van de maatregelen. IK heb die maatregelen niet nodig. IK geloof niet in die maatregelen. IK kan prima voor mezelf zorgen. IK haat die bemoeizucht van de overheid. IK laat me MIJN vrijheid niet afnemen etc….
En als het dan over die ander gaat, die wel (eerlijk, open) kwetsbaar is? Nou, die moeten dan zichzelf maar goed beschermen.
Dat is dus gewoon enorm egoïstisch van die maatregelverwerpers.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: De Universiteit Leiden heropende op 17 september 1945 - foto publiek domein copyright ok. Gecheckt 30-10-2022

‘Woke’? Het is juist belangrijk dat universiteiten diverser en inclusiever worden

Waarom wordt streven naar diversiteit en inclusie toch steeds met zoveel nadruk in het controversiële getrokken? Ik las het stuk over ‘wokeness’ op de universiteiten in het NRC met stijgende verbazing en irritatie. Dat wil zeggen: wat de studenten te berde brachten klonk allemaal heel vooruitstrevend, en deels herkenbaar. De verbazing trof de manier waarop sommige van mijn collega’s ergens nog steeds vast lijken te zitten in een soort intuïtieve koudwatervrees; de irritatie betrof de frequentie waarmee de woordelijke erkenning van de noodzaak van diversiteit en inclusie bij sommigen steeds maar weer gepaard moet gaan met angstige verwijzingen naar een mythisch ‘klein groepje’ dat mogelijk wel heel erg ver gaat in hun streven naar diversiteit en inclusie. De vrees voor een paar studenten aan de radicalere kant van het spectrum lijkt het zo soms te winnen van de urgentie om daadwerkelijk te veranderen. Dat is onterecht. Niet de splinter, maar de balk is het probleem.

De laatste jaren zag ik die balk, met name op het punt van etnische diversiteit, bij herhaling van nabij. Zo sprak ik eens met iemand over uitingen van academici op de sociale media, en pas achteraf realiseerde ik mij hoe iedereen wiens uitingen in dat gesprek omschreven waren als ‘provocatief’ of uitgesproken een kleurrijke migratieachtergrond had. Ik zag biculturele studenten zoeken naar onderwerpen die aansloten bij hun belevingswereld in een intellectuele traditie die hen steeds weer terug naar Europa duwt. Ik zag het ontstaan van een zeer ongemakkelijk gesprek toen een wetenschapper van kleur iets opmerkte over het gebruik van bepaalde etnische parameters in een onderzoek.

Foto: 기태 김 (cc)

Kerstlicht

COLUMN - “Alexa, licht in Kerststand” en floep, de vierentwintig programmeerbare LED-lampen springen naar een soort kaarsflikkerlichtstand! Technisch hoogstandje geeft moderne sfeer.
Honderden, nee duizenden Nederlanders zijn driftig bezig om hun HUE systemen (of iets dergelijks) aan elkaar te knopen om de dure lampen met een eenvoudig commando aan en uit te zetten. Opstaan hoeft niet meer. Smart home rulez! Smart lights go viral. Gemak dient de mens.

Nou ja, gemak… Vier dagen bezig zijn om alle lampen en hubs elkaar ook echt te laten begrijpen en dan Alexa zover krijgen de juiste commando’s naar de juiste lampen te sturen… Daar moet je ongeveer 24 jaar niet meer voor opstaan om steeds een paar seconden te sparen met het omzetten van de schakelaars zelf. En geen van die systemen blijft 24 jaar hetzelfde. Dus….

Maar goed, het is ook een soort kwaliteit van leven. Zeg nu zelf, wie wil er nou niet een zonsondergang op afroep in de huiskamer. Mag wat kosten, zeker nu we zoveel tijd thuis doorbrengen vanwege dat andere virale dingetje.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Emanuelo Kvartalo (cc)

Bijna bejaard

Werd ik eergisteren zomaar 64: al bijna bejaard. Heel raar, want ik had nooit gedacht zo oud te worden, ik had mezelf altijd dood verwacht voor mijn vijftigste. Mijn lichaam deed zijn best: multiple sclerose op mijn 29e, en dat ging aanvankelijk zo hard dat ik na een paar jaar al arbeidsongeschikt was. Vandaar mijn schatting dat ik uiterlijk tegen de vijftig de grens zou hebben bereikt van de mate van makke die ik acceptabel vond.

Daar bovenop kwamen nog een hersenbloeding en een vrij heftige vorm van borstkanker, dit alles doorspekt met soms jarenlange depressies, die al rond mijn zestiende begonnen. Bejaard raken lijkt dan niet echt je voorland. Uit voorzorg heb ik de middelen in huis: sinds eind jaren ’90 beschik ik over pillen om min of meer decent te kunnen sterven.

Maar het viel alleszins mee, weet ik nu. Tot mijn verbazing – en opluchting – is mijn lichaam opgekrabbeld, de kanker weggebleven, de bloeding in mijn hoofd geklaard. Ik werk weer, zelfs fulltime. Zolang ik er maar bij kan zitten en voldoende afleiding voor mijn piekerhoofd heb, ben ik een hele piet.

Wat ik inmiddels heb geleerd, is dit: je wordt meer met de dood geconfronteerd door het sterven van een ander dan door het nadenken over je eigen overlijden. Je eigen dood blijft in zekere zin altijd theoretisch, fictief: je maakt hem feitelijk niet eens echt mee. Maar de dood van anderen – daarvan weet je al te goed hoe schrijnend zeer dat doet, hoe pijnlijk en ingrijpend het voor intimi is, hoe diep en lang dat in hun leven doorwerkt. De dood van een ander is altijd concreet, hard, en onwezenlijk echt.

Foto: Flabber DeGasky (cc)

Heimwee naar mijn moeder

COLUMN - Hoe ik me voel nu mijn ­moeder net is gestorven, vragen mensen me. De vraag is lief en attent, maar brengt me in verwarring – want ik weet het antwoord niet. Ik voel me hoofdzakelijk niksig. Of eigenlijk als een prutje: iemand heeft van alles in mootjes gesneden en in een hapjespan gegooid, die toen op een zacht vuurtje gezet en vervolgens de hele mikmak een tijdlang laten sudderen totdat alles moes was geworden, en niets nog echt herkenbaar.

Een flinke scheut opluchting dat haar lijdensweg (want dat was het voor haar) nu voorbij is. Een handvol bezorgdheid: hoe zal het mijn vader de komende weken en maanden vergaan? Een flinke dosis tevredenheid, ook dat, want hij en ik hebben – hoe raar dat ook moge klinken – veel mooie dagen gehad, vorige week, en eindeloos gepraat. Een snufje perplex: binnen een jaar is de helft van ons gezin gestorven, eerst mijn broer en nu mijn moeder. Een tikkie verloren – ook dat. Wat raar is, want ik was mijn moeder inmiddels al jaren kwijt, en zij zichzelf al helemaal. Een eetlepel moe. Een pietsie wazig. En, om het af te maken, een schep niet helemaal hier.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Coronaverwarring zaaien

DATA - Op het eerste gezicht een interessant onderzoek in de VS van Gallup. Hoezeer wijkt de beleving van de ernst van het Coronavirus af van de werkelijkheid. Dat deden ze door de volgende twee vragen te stellen:
– As far as you know, what percentage of unvaccinated people have been hospitalized due to the coronavirus?
– As far as you know, what percentage of fully vaccinated people have been hospitalized due to the coronavirus?

Voordat ik verder ga, lees de vragen zelf eerst eens heel goed en leg dan even vast hoe u zelf de vraag interpreteert. Kom ik zo op terug.

Maar goed, dit interessante onderzoek werd opgepikt door ons aller Maurice (peillozer des vaderlands) en nog eens dunnetjes overgedaan in ons land. Wereldkundig gemaakt via Twitter:

En daar begon voor mij de verwarring. Zegt hij nu echt dat in de VS 0,9% van de ongevaccineerden die het virus oplopen in het ziekenhuis komen? Maar de cijfers zeggen iets anders. Gallup meldt 2,6 miljoen ziekenhuisopnames tot begin augustus, en op dat moment zijn er ongeveer 42 miljoen besmettingen geweest (gevaccineerd en ongevaccineerd). Dat is 6%. En dus waarschijnlijk nog hoger voor de ongevaccineerden.
Maar blijkt dus dat Maurice het Gallup onderzoek verkeerd gelezen heeft. Want in de appendix van dat onderzoek staat namelijk dat het gaat om het aandeel van alle (on)gevaccineerde Amerikanen, ongeacht of ze wel of niet Corona hadden.
Maurice er op gewezen:

Foto: Favi Santos (cc)

De laatste volzin

COLUMN - © Karin Spaink foto van mijn ouders Fotograaf Gon BuurmanZe waren op de kop af vijfenzestig jaar, vier weken en één dag getrouwd. De laatste tweeëneenhalve jaar leefden ze gescheiden: hij thuis, zij in een verpleegtehuis honderd meter verderop, wegens vergevorderde dementie. Hij ging sindsdien trouw elke dag op bezoek.

Ze was er diep ongelukkig. Ze snikte vaak, ze schopte machteloos tegen tafelpoten, bonkte met haar rolstoel tegen de muren, ze jammerde dat ze haar moeder nodig had, en bovenal wilde ze weg, weg, weg – naar huis. Maar haar eigen huis herkende ze al lang niet meer. Die ene keer dat hij haar mee terug nam, gedroeg ze zich als een kat in een vreemd pakhuis en mompelde kleintjes dat ze eigenlijk liever naar huis wilde. Ze wilde vooral terug naar vroeger, dacht ik dan.

Ze zakte steeds verder weg. Haar zinnen rafelden in flarden uiteen en haar woorden raakten in de war, en wat ze zei was vaak onverstaanbaar. Een enkele keer kwam er plots een coherente frase uit, drie of vier woorden achtereen in de goede volgorde. Dat voelde van de weeromstuit als een volzin. Het ging toch nog best goed met haar, zei hij dan optimistisch.

Hij bleef trouw komen. Hem herkende ze wel: zodra ze hem zag, lichtte haar gezicht op: de onrust en onvrede verdwenen op slag en haar ogen kregen weer glans. Hij was haar man, zij werd weer zijn meisje. Tien seconden later zakte ze meestal weer weg in haar dommel.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: UN Women Asia and the Pacific (cc)

Geen goede zorg

Ik heb niet het idee dat ik goede zorg lever. Diabetespatiënten die (nog) geen insuline gebruiken, alleen tabletten, maar die geen glucosemeter (vergoed) krijgen van de verzekeraar. Patiënten met dementie die lang thuis wonen met alle gevolgen van dien, met vaak een crisisopname door veel vallen, dwalen of andere gevaarlijke situaties. Laatst nog: een rechterlijke machtiging van een patiënt afgewezen omdat er niet voldoende gevaar zou zijn. De week erop bel ik met familie en blijkt dat patiënt een waterkoker op het elektrische fornuis heeft gezet, en die ook aangezet heeft. Brand binnen.

Voedingsadviezen die ik geef, alhoewel een diëtist er meer van weet, maar hoeveel zin heeft het als uit onderzoek blijkt dat 95-98% weer op zelfde gewicht zit, of nog zwaarder is na vijf jaar? Nog steeds wordt zo vaak tegen dikke patiënten gezegd: ‘eerst afvallen’. En blijven ze ondertussen doorlopen met klachten, met alle gevolgen van dien.

Iedereen wil op de stoel van de arts zitten. Begrijpelijk, want het is een begeerd en beschermd beroep. Het heeft, ondanks veranderingen in de samenleving, nog steeds aanzien. Misschien is het handig alsof we doen dat zorgverzekeraars op onze stoel mogen zitten. We doen net alsof, maar ondertussen maken we ons eigen beleid. Alles wat ze vragen, daar zeggen wij ‘hm-hm, jaja’ op, en gooien het vervolgens in de prullenbak, of op de welbekende plank met alle plannen die niet uitgevoerd worden.

Prima idee toch? Zij doen dit immers ook met onze ideeen en vragen. Het is niet alsof we op dezelfde pagina zitten, zeg maar.

Als iemand diabetes heeft, zou je zeggen dat je lange termijn complicaties wilt voorkomen en de patiënt inzicht wilt geven in zijn ziekteproces, en wat er nu gebeurd met die suikers als hij een gebakje eet. Maar nee: natuurlijk gaan we pas een glucosemeter vergoeden als iemand aan de insuline moet, en tabletten niet meer voldoende zijn. Waarvoor zou je ook iemand helpen, toch? Dat is niet onze taak. Geld besparen en winst maken. Dat is het doel.

Ook worden er genoeg programma’s opgezet vanuit de zorgverzekeraar om leefstijl te verbeteren. Dat het een verkapt dieetprogramma is weet natuurlijk iedereen, maar de zorgverzekeraar vergeet te vertellen dat dieten niet werken en 95-98% weer na een aantal jaar op hetzelfde gewicht zit, of nog hoger, en dat jojo-en veel gevaarlijker is dan structureel wat te zwaar zijn. En wat is te zwaar, eigenlijk? Als we het daarover hebben? BMI is een farce, laten we wel wezen. Ooit ontwikkeld om ‘de gemiddelde mens’ te classificeren, maar het heeft niets met gezondheid te maken. Natuurlijk gebruiken we het nog steeds, want er is geen goed alternatief. Je hebt grote kans dat je als patiënt je BMI in je dossier hebt staan, en als ie te hoog is de pech dat er een notitie is gemaakt waarin staat dat je ‘adipositas’ hebt, of ‘morbide obesitas’.

Ze zeggen dat die informatie niet bij zorgverzekeraars terecht komt, maar ik heb hier serieus mijn twijfels bij. Wie controleert dit? Wie weet of dit echt klopt?

Nee, mijn idee is dat we zorgverzekeraars moeten zien als een vieze vlek die je niet uit een t-shirt krijgt. Laat dat t-shirt nou maar gewoon liggen, was ‘m niet meer, want die vlek gaat er echt niet meer uit.

Foto: We Like Sharing (cc)

Mauwen over ‘segregatie’

COLUMN - Wil je coronavaccinaties weigeren? Dat kan en dat mag, en de reden waarom je weigert doet er niet toe. Pleiten – zoals sommigen nu doen – dat weigeraars medische hulp kan worden ontzegd als zij vervolgens ernstig ziek raken na een besmetting, is volstrekt uit den boze. De zorg mag, zo lang zij dat aankan, nooit en te nimmer adequate hulp weigeren, ook niet wanneer iemands toestand tot op zekere hoogte voorspelbaar was – de zorg helpt ook rokers, een rund dat met vuurwerk stunt, mensen die hun lever kapot hebben gezopen, of de roekeloze die zichzelf of een verkeersongeluk heeft aangedaan. Die laatste krijgt hopelijk wel een fikse boete wanneer hij anderen door zijn gedrag heeft geblesseerd – maar zorg mag hem nooit op die grond worden ontzegd.

De weigeraars rekken hun rechten echter wel erg op. Ze weigeren zichzelf en anderen te beschermen, maar willen daar tegelijkertijd geen enkele consequentie van velen – terwijl je ze op zijn minst kunt vragen voortaan zelf te betalen voor een regelmatige test. Keuzes hebben immers gevolgen, ook voor anderen.

Maar weigeraars mauwen nu over discriminatie en ‘segregatie’ alleen al bij de gedachte aan toegangstesten, terwijl anderen hun best doen zichzelf en elkaar blijvend te beschermen.  Ze beroepen zich op hun lichamelijke integriteit – een recht dat akelig selectief wordt ingezet, want de lichamelijke integriteit van anderen boeit ze kennelijk weinig. (Voorts vind ik sowieso dat we dat recht zeer armoedig interpreteren: door laks toezicht wordt dat bij iedereen die in de buurt van Tata Steel, Schiphol of van een drukke snelweg woont, voortdurend geschonden: daar wemelt het van de vreemde stoffen die je lichaam ongewenst maar onophoudelijk te verstouwen krijgt.)

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende