Het werd toch een bijzondere dag (deel 3)

Foto: Bron: Pixabay.com
Serie:

COLUMN - — wat hieraan vooraf ging —

Als ik de volgende dag vroeg in de ochtend over het tennisveld richting huisartsenpraktijk loop, hoor ik het carillon 9 uur slaan. Wat? Dat kan niet! Ik ben op tijd weggegaan! Een snelle blik op mijn telefoon stelt me gerust; dat ding loopt 4 minuten voor.

Tennisveld Nellestein

Bron: eigen foto

Als ik bij de praktijk aankom zit er geen baliemedewerker, er hangt een briefje dat ik maar gewoon in de wachtkamer moet gaan zitten. Oké…niet heel bemoedigend. Ik ga naast een oudere dame zitten met voor haar een gehavende rollator. Tegenover haar zit een jongere vrouw in een tijdschrift te bladeren. Geheel tegen mijn gewoonte in – ik spreek echt nóóit zomaar een vreemde aan – zeg ik tegen de dame naast me: “Het carillon loopt 4 minuten voor.”
“Wat zegt u?” vraagt ze. Ah, die is dovig, dus ik herhaal wat harder mijn opmerking.
“Oh,” mompelt ze, “dat heb ik niet gehoord.”
“Nee, maar u zit ook binnen,” zeg ik heel tactisch. “Ik dacht dat ik te laat was,” voeg ik eraan toe.
“Nou, ik was te vroeg! De buurman zou me ophalen en dan zouden we samen gaan, maar hij kwam maar niet, dus ben ik maar gewoon gegaan. Maar ik ga niet uren zitten wachten, daar heb ik het geduld niet voor.”
Ik zeg meelevend dat dat heel vervelend is, maar dat hij misschien wat oponthoud had.
“Ja ja, dat zal wel,” mompelt ze.

Collage bejaardencentrum Nellestein

Bron: eigen foto’s

Zo’n 10-15 minuten later komt de buurman toch nog binnenvallen. In de tussentijd is het een komen en gaan van patiënten en zorgmedewerkers (er zitten niet alleen huisartsen) en ik hoop innig dat ik nu zo toch wel aan de beurt ben, want ik moet om half 11 door naar de tandarts. Die zit er weliswaar naast, maar gezien de drukte en het totale gebrek aan communicatie maak ik me nu toch wel een beetje zorgen.

Mijn afspraak was om 9 uur en we lopen al dik twintig minuten uit. De buurman herinnert de ongeduldige dame eraan dat ze een afspraak om kwart óver 9 heeft. Aha, dat was ze dus even vergeten. “Ja, ach…,” meent hij, “ze is een beetje vergeetachtig, dus ik fungeer zo’n beetje als haar secretaris.” Maar ze wist wel dát ze een afspraak had, dus helemaal dement is ze niet.

Ze is overigens 91, beetje doof, krakkemikkig en ze draagt wel een bril, maar kan niet meer lezen, heb ik eerder in ons gesprek nog opgepikt. De vrouw aan de overkant doet zo nu en dan ook een duit in het zakje, en het is best gezellig zo. “U had het moeten opschrijven,” zeg ik tegen haar.
“Ja, maar dan kan ik het toch alsnog niet lezen?” moppert ze verongelijkt. Ik schiet in de lach: daar heeft ze een punt.

Ingang Amsta bejaardenhuis Nellenstein

Bron: eigen foto

Ik vraag of er geen hulp is in het bejaardenhuis waar ze woont. Ja, ze heeft een huishoudster en er komen mensen van Buurtzorg, en nog wat andere mensen over de vloer. Het gebouw bestaat uit zelfstandige appartementen, met een ingang met portier en gezamenlijke ruimtes. Met een inpandig restaurantje, een kleine winkel, een kapper en sportfaciliteiten met fysiotherapeuten (ik heb daar zelf ook fysiotherapie gehad). Ik dacht dat het aanleunwoningen waren, met intern verzorgend personeel.
“Dat was vroeger ook zo,” vertelt de buurman, “maar dat is allemaal weg.” Eigenaar Amsta gebruikt het gebouw, volgens hem nu als “wissellocatie”. Ik heb niet gevraagd wat dat betekent, maar ik ben verbijsterd en verontwaardigd. What the hell? Het zal wel iets heel lucratiefs zijn, want voor die ruimtes wordt gewoon huur betaald.

Buurman vertelt dat hij met een clubje bewoners samen met de HVA aan het bedenken is wat ze voor de toekomst willen en hoe dat te bewerkstelligen.
“Oh, interessant!” roep ik. “Dat is wel een onderwerp waar ik over kan schrijven, ik schrijf voor een aantal weblogs en hier kan ik wel wat mee.” De buurman wil er verder echter weinig over kwijt, de verslagen zijn niet openbaar, zodat “iedereen kan zeggen wat ie wil.” Wat ik een heel veelzeggende opmerking vond, en ik overweeg om toch zijn contactgegevens te vragen voor een gesprek off the record, maar dan word ik net – een dik half uur te laat – bij de huisarts binnengeroepen.

zere-vinger-behandeld-met-zilvernitraat

Bron: eigen foto

Ik leg mijn vinger op tafel en zeg: “Auw.” Hij werpt er een blik op en begint vervolgens te typen en blijft dat tijdens het consult vrijwel de hele tijd te doen. Hij blijkt op zoek te zijn naar de verkrijgbaarheid van zilvernitraat, want wat er naast mijn nagel uitsteekt, is wild vlees. En dat los je daarmee op. Letterlijk, ja. Ik ben nogal gealarmeerd, hoezo zit dit niet gewoon in het basispakket (en de prijzen voor dat spul beginnen bij 25 euro of zo, zag ik toen ik een blik kon werpen op het scherm – maar blijkbaar niet leverbaar)? Hij moet het even aan een andere dokter in het gebouw vragen, wat me nog bezorgder maakt. Maar gelukkig komt hij terug met een staafje met een zwarte substantie aan het uiteinde. Nou ja, gelukkig… nadat hij het een beetje nat heeft, gemaakt, drukt hij het goedje op het stukje wilde vlees. Na een paar keer begint dat serieus pijn te doen, en vraag of ik geen verdovend zalfje kan krijgen, met lidocaïne. Want dat had ik ooit eerder voor iets anders gehad en dat werkte goed.

“Nee,” is het korte antwoord. “Dat werkt niet op zo’n klein oppervlak.” Ja, dank je de koekoek, echt wel dat het werkt, maar ik dring niet aan. Al heb ik een donkerbruin vermoeden dat het enkel een kostenkwestie is. Onderwijl worden mijn vinger en nagel al voor de helft zwart. Gatverdamme! En het is niet in één keer opgelost, het moet zeker nog twee of drie keer. Woehaah! Ik krijg hem nog wel zover dat ik een staafje mee naar huis krijg. Voor de volgende behandelingen moet ik dan maar weer langskomen. Nou, dat scheelt me tenminste de kosten voor die rotpen, die overigens ook niet zo makkelijk (meer) te verkrijgen is. “Het zal ook eens niet zo wezen,” zeg ik, “het werkt prima, maar het wordt gewoon uit de handel gehaald. Dat heb ik al met een paar dingen gehad”. Hij bevestigt dat hij het ook vaak meemaakt en ik zie aan zijn blik dat hij dat ook zwaar klote vindt.

Na 10 minuten loop ik peinzend terug naar huis, teleurgesteld dat ik dus nog een paar weken met die rottige vinger zit en zwaar pissig over wat ik allemaal gehoord heb. Marktwerking in de zorg, het is echt schandalig. En nog dom ook, want er wordt niet ingezet op preventie, want ja daar maak je geen winst mee, hè. De uiteindelijk hogere totale zorgkosten komen uiteraard bij de belastingbetaler terecht. Als die zorg al beschikbaar is… Verdomme, wat heeft die Derde Weg van Kok en zijn opvolgers op zo’n beetje alle beleidsterreinen een enorme teringzooi opgeleverd. Die ook niet zomaar even terug te draaien is – als we ooit bestuurders krijgen met gezond verstand en een hart voor de samenleving. Zal in mijn tijd niet gebeuren. Gaaf land, joh.

Ik heb nog een klein uur tijd voor ik naar de tandarts moet, dus ik maak thuis een kop thee en een smoothie, en ga maar even met mijn katjes knuffelen. Daar wacht mij weer een nieuw avontuur, maar dat vertel ik later.

+4

Reacties zijn uitgeschakeld