Varend ontgassen: afvalstatus als frustratiemiddel?

Dat is de conclusie van mij (Krispijn) na het lezen van onderstaand artikel van Ton Quist, waarin hij zich afvraagt of de dampen / gassen die overblijven na het lossen van vloeibare lading afval zijn. Ik zou zeggen, lees het artikel van Ton Quist en oordeel zelf: De vraag of dampen/gassen afval zijn stelde ik (Ton Quist) in een artikel in oktober 2019. Mijn conclusie luidde toen kort en krachtig ‘nee’. Een belangrijk argument voor mijn stelling was gebaseerd op bijlage 2017-I-4 van het CDNI-Verdrag, waarin duidelijk stond beschreven dat ‘restlading, dampen en overslagresten niet tot afval van de lading behoren’. Indien dampen geen afval zijn, kunnen het naar mijn mening eveneens geen afvalstoffen zijn. De wettelijke status van de in de ladingtanks van tankers aanwezige dampen / gassen speelt al jaren een cruciale rol in het gehele ontgassingsdossier en dan met name in relatie tot de vergunningverlening voor gesloten ontgassingsinstallaties. Wel of geen afval? Door deze onzekerheid kunnen ondernemers, die de benodigde ontgassingsinfrastructuur willen aanleggen, niet verder. Tot deze conclusie kwam Prof. Geerlings van de Erasmus Universiteit al in 2018. Hij stelde dat ‘door wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant ondernemers ernstig worden belemmerd in hun streven het ontgassingsprobleem op te lossen’. Zes jaar later is hierin niets gewijzigd met alle gevolgen van dien…! Twee weken geleden kreeg ik de nieuwe, Europese losverklaring voor tankschepen onder ogen. Hier viel mij iets op, waardoor de vraag ‘dampen zijn afval?’ weer in mij opkwam. Een duidelijk antwoord op deze vraag is voor velen als gevolg van de zigzag koers van Onze overheid niet eenvoudig te geven. Hierbij is het vooral interessant te kijken naar de argumentatie van de overheid. In het vorige decennium hanteerde het Ministerie van I&W eerst de stelling dat dampen als afval zouden moeten worden beschouwd. Na Kamervragen van de heer Remco Dijkstra, waarin hij verzocht de status van de dampen niet langer als afval te definiëren, besloot minister Van Nieuwenhuizen voorlopig uit te gaan van de definitie in het CDNI, waarin ladingdampen als restproduct worden gezien. Deze beslissing was niet op een onweerlegbaar wetsartikel gebaseerd, daar ‘de relatie tussen het CDNI en de Kaderrichtlijn Afval door de verdragsstaten van het CDNI verschillend wordt geïnterpreteerd’, maar op ‘een pragmatische benadering’….! Interpretaties en pragmatisme waren leidend in het bepalen van het te volgen beleid…!? Dezelfde minister moet in 2021 in een schrijven met kenmerk IENW/BSK-2021/9785 weer erkennen dat ‘de gebruikte definities in het CDNI en de Europese Kaderrichtlijn Afval niet gelijk zijn’. Omdat beide Europese wetten verschillende definities bevatten, concludeert zij vervolgens dat ‘het juridisch gezien de meest veilige keuze is om de afgegeven ladingdampen aan te merken als afvalstof’ (opmerkelijk hier is dat het CDNI dampen wel letterlijk noemt, maar de Kaderrichtlijn in bijlage 3 niet). De minister motiveert deze keuze allereerst met het argument dat zij ‘strijdigheid met de Kaderrichtlijn Afval wil vermijden’, waarbij zij het handelen in strijd met het CDNI gemakshalve even niet noemt…! Een tweede beweegreden is dat zij ‘een keuze maakt die aansluit bij de wijze van handelen in onze buurlanden’. Dit laatste moet betekenen dat al onze buurlanden gelijk onze minister de definitie van ‘afval van de lading’ in het CDNI niet erkennen……., wanneer zij allemaal dampen als afval beschouwen. Welk standpunt gaat door de landen ingenomen worden, wanneer het gehele CDNI-Verdrag van kracht is? Ook nu weer ontbreekt een onweerlegbaar, juridische argumentatie; een wetsartikel waarin letterlijk staat dat dampen als afvalstoffen moeten worden aangemerkt. Keuzes vormden de basis van het gevoerde beleid…! En bij een keuze kan men altijd meer dan een kant op…! Intussen wordt er in het bijzonder vanwege de afvalstatus van de ladingdampen geen enkele vordering gemaakt in de aanleg van de benodigde ontgassingsinfrastructuur, omdat het er alle schijn van heeft dat niemand zijn vingers aan afvalstoffen wil branden, daar volgens de minister afvalverwerking op dit onderwerp ook een negatieve connotatie schijnt te hebben. Zelfs al is er geen sprake van enige handhaving in het kader van de Wet Milieubeheer (bijvoorbeeld het lozen van gevaarlijke ‘afvalstoffen’ buiten een inrichting). Op 27 januari 2023 stelt kamerlid Van der Plas, BBB, de minister weer vragen aangaande het ontgassen. In antwoord 4 geeft de minister toe dat ‘de wettelijke status van de afvaldampen nog steeds een punt is, waarover discussie bestaat’ (Brief van de minister, kenmerk IENW/BSK-2021/9785). Na al die jaren nog steeds dus…….! In de ogen van Ton Quist een totaal onnodige discussie, een blijk van onmacht en een regelrechte schande. In het zelfde antwoord stelt de minister dat ‘de ladingdampen die aan de installatie worden afgegeven voor verwerking volgens Europese regelgeving als afval worden gezien. De minister geeft hier niet aan, op grond van welke Europese regel. Aansluitend deelt de minister mede dat ‘IPO en de sector het ministerie hebben verzocht om de afvalstatus van de ladingdampen op te heffen. Het ministerie ziet daartoe echter geen mogelijkheid op grond van EU-recht dat bepaalt wanneer er sprake is van een afvalstof’. Wederom wordt het niet duidelijk, naar welk EU-recht hier wordt verwezen. En kloppen deze ministeriële antwoorden wel voor de volle 100% ? De Europese Kaderrichtlijn Afval botst ogenschijnlijk met het CDNI. De richtlijn stelt namelijk dat onder ‘een afvalstof wordt verstaan een stof of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen’. Dit is de Europese definitie van een afvalstof, nadat is vast komen te staan dat het om een afvalstof gaat, maar betekent dit ook automatisch dat ‘alles waarvan je je ontdoet een afvalstof ’ is? Naar mijn mening niet. Van een burger die bijvoorbeeld door ziekte geen auto meer kan rijden en om deze reden zijn 4 jaar oude voertuig aan zijn kleinkind geeft, kan toch niet worden gezegd dat de betreffende auto plotsklaps in afval is veranderd, omdat deze burger ‘ zich van zijn auto ontdoet’ ( of i.p.v. een auto een huisdier, waar hij niet meer voor kan zorgen )? M.a.w. niet alles, ‘waarvan iemand zich ontdoet’, is per definitie altijd afval. Toch hangt het ministerie m.b.t. dampen deze hypothese aan; een schip ‘ontdoet zich’ van zijn dampen, dus is het een afvalstof. Dit ondanks het feit dat het CDNI zegt dat dampen geen afval zijn. Nu kom ik terug bij de nieuwe, op Europees recht gebaseerde losverklaring, versie 2023, waarin mij iets opviel. In deel 3 van de losverklaring is een item betreffende de afgifte en de inname van waswater bij een ontvangstinrichting opgenomen. Volgens de losverklaring is waswater een erkende afvalstof, want de ontvangstinrichting moet invullen hoeveel waswater er is ingenomen en welke Euralcode ( Europese code voor afvalstoffen) bij dit waswater behoort: ’16.07 en 16.10’ (Losverklaring verwijzend naar Afvalstoffenclassificatie overeenkomstig EG Verordening nr. 1013/2006). In deel 4 inzake de afgifte en inname van dampen bij een ontvangstinrichting behoeft de ontvanger van de dampen geen Euralcode in te vullen! Hoe is dit mogelijk? Welnu, in bijlage 4 van de Handreiking EURAL, augustus 2019, wordt waswater als afvalstof wel genoemd, maar komen dampen nergens voor….! Hier verbind ik de conclusie aan dat, in tegenstelling tot wat het ministerie beweert, conform Europese regelgeving dampen niet als afvalstoffen worden aangemerkt, daar zij anders een Euralcode zouden hebben gehad en deze code in de losverklaring had moeten worden ingevuld. Correct? Zijn dampen / gassen afval? Nee! De losverklaring vindt haar oorsprong in het CDNI-Verdrag. Dit verdrag heeft in 2017 voorgesteld dat ‘dampen niet tot afval van de lading behoren’. Dit voorstel is enige tijd later door alle verdragsstaten aangenomen en leidde in 2020 tot een wijziging van CDNI-artikel 1, de Begripsbepalingen. Deze wijziging is destijds in Staatscourant nr. 12093 gepubliceerd. Omdat het CDNI in lijn met de Europese Afvalstoffenclassificatie dampen niet als afval ziet, heeft het ook geen Euralcode, waarnaar in de losverklaring om deze reden dan ook niet wordt gevraagd. Dit is Europees recht! U hebt kunnen lezen dat Onze overheid jarenlang zonder verwijzing naar expliciete wetsartikelen, maar overwegend op basis van vage redenen, keuzes en interpretaties, heeft beweerd dat dampen afvalstoffen zijn, terwijl die zelfde overheid al voor 2020 akkoord ging met een wijziging van artikel 1 van het CDNI, waardoor zij wist dat dampen conform het CDNI niet als afval / afvalstoffen zouden worden aangemerkt. Hoe is het dan überhaupt mogelijk dat binnen één en hetzelfde ministerie ergens in een kamertje op een hogere etage wordt gezegd ‘te hebben goedgevonden dat dampen niet tot afval van de lading behoren’ (Staatscourant) en tegelijkertijd een verdieping lager op een open werkplek door een ambtenaar de antwoorden van de minister worden voorbereid en geschreven, waaruit het tegenovergestelde blijkt?? Ambtenaren binnen het Ministerie van I&W moeten toch evenzo op de hoogte zijn geweest van het feit dat alle erkende afvalstoffen over een Euralcode beschikken, zeer zeker daar waar het gevaarlijke afvalstoffen in grote hoeveelheden betreft, maar dat de ( gevaarlijke ) dampen uit de ladingtanks van tankschepen niet in deze Europese afvalstoffenlijst voorkomen en daarom niet officieel als afvalstoffen kunnen worden gekwalificeerd? Waarom heeft Onze minister daar nooit melding van gemaakt? Is hem dit nooit verteld? Het zal toch niet zo zijn dat Onze minister jarenlang de kamer onvolledig dan wel onjuist heeft geïnformeerd door continu te beweren dat dampen conform Europees recht afval zijn? Zal dit argument nu eveneens sneuvelen, nadat alle eerder door het ministerie aangedragen argumenten, waarom het ‘niets kan doen’ , al werden ontkracht ? De handelswijze van Onze Rijksoverheid is er zonder enige twijfel grotendeels medeverantwoordelijk voor dat het ontgassingsdossier al jaren stagneert ( zoals professor Geerlings reeds stelde ). Ambtenaren en instanties volgen de visie van het ministerie inzake de status van dampen blindelings, terwijl de eerste de beste, onafhankelijke deskundige hem in een mailtje uitlegt dat dampen op basis van juridische feiten niet als afvalstoffen kunnen worden gezien. Als gevolg van deze modus operandi kan Nederland op 1 juli de in het CDNI gemaakte afspraak voor een toereikend aantal gesloten ontgassingsinstallaties zorg te dragen, niet nakomen en heeft ons landje naar mijn mening daardoor geheel onnodig per 1 juli 2024 een immens groot probleem naast alle andere problemen (handhaving, omnummeren gevaarlijke stoffen naar fase III, verder blootstellen van het milieu en de volksgezondheid aan de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen genoemd in fase III, voortdurend ontgassingstoerisme vooral vanuit België )! A.L.Quist Amsterdam, 13 maart 2024

Door: Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal
Foto: Ketut Subiyanto, via Pexels.

Niet meer dan je nodig hebt

‘Koop met compassie, niet méér dan je nodig hebt.’ Zo luidt de slogan van menig initiatief dat duurzame consumptie promoot als groen alternatief voor het prevalerende hyper-consumentisme. Het houdt mij bezig, de balans vinden tussen wel en niet af en toe iets nieuws kopen, want wanneer heb je nu echt iets nodig?

De eerste les van ‘duurzaam consumeren’ luidt dat géén nieuwe spullen kopen ecologisch gezien vrijwel altijd beter is dan wel iets nieuws kopen. Consuminderen dus. Trouwens, wat zou het toch heerlijk zijn als we geen spullen nodig hadden: probleem opgelost! Maar ervaring leert dat we toch één en ander nodig hebben, bijzondere diersoort die we zijn.

Tot miskoop gedoemd

Soms is het eigenlijk van tevoren wel duidelijk: dit wordt een miskoop. Het is bij voorbaat al een miskoop, het lijkt wel geproduceerd als miskoop. Ik bedoel dat veel producten zo specifiek zijn dat je het in maar zeer specifieke gevallen gaat gebruiken, en in totaal dus maar een paar keer.

Veel spullen in de winkels en webshops vallen wat mij betreft in de volgende categorie: misschien wordt het mijn nieuwe grootste hobby, maar waarschijnlijker is dat ik het twee keer gebruik en er daarna niet meer naar omkijk. En als ik er dan naar kijk, is het vol ergernis omdat het wel ruimte in beslag neemt en ik de niks mee doe. Een andere mogelijkheid is dat ik het wel gebruik, maar dat het praktisch gezien een al aanwezig apparaat of ‘ding’ vervangt. Daardoor wordt het andere ding niet meer gebruikt, neemt het onnodig ruimte in beslag, en is het rijp voor de tweedehandswinkel of de vuilnisbelt. Triest.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Quote du Jour | Voldoen aan wet- en regelgeving

Bovendien vind ik het belangrijk dat Schiphol voldoet aan wet- en regelgeving

Aldus minister van der Wal, nadat ze een van de grootste vervuilers van Nederland een milieuvergunning geeft. Ze kan dit volgens haarzelf doen omdat het hier gaat om een “individuele vergunningsaanvraag” die voldoet aan de wettelijke criteria en procedures. Schiphol verkreeg de vergunning onder andere door rechten op te kopen die niet gebruikt werden. Zelden werd meer duidelijk dat je een VVD’er geen Minister voor Natuur en Stikstof moet maken…

Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.

De PVV laat schippers stikken met gedogen ontgassen

NIEUWS - Op 1 juli 2024 wordt het landelijk verbod op varend ontgassen (van een beperkt aantal stoffen) eindelijk van kracht. Op zaterdag 24 februari wist de NRC te melden dat uit een rondgang samen met Omroep Flevoland naar voren komt dat de sector nog niet klaar is voor een verbod. De grootste hobbel is het gebrek aan ontgassingsinstallaties, waarvan er momenteel slechts 2 klaar voor gebruik zijn. Terwijl er volgens minister Harbers minstens 8 nodig zijn. De PVV pleitte vorige maand al voor het gedogen van varend ontgassen, zolang schippers geen alternatief hebben. Daarmee toont de PVV zich onderdeel van het systeem, ze beschermt een al ruim 10 jaar meestribbelend ministerie en de chemische industrie. De PVV laat schippers (die al tijden om een ontgasverbod vragen), bemanning en omwonenden stikken (of de kanker krijgen, al naar gelang de stof die wordt geloosd). Het stuk van NRC bevat nog meer interessante punten, waar we hier op Sargasso al jaren geleden voor waarschuwden of op gewezen hebben. Tijd dus voor een tripje langs memory lane.

NRC en Omroep Flevoland als veroorzaker nationaal verbod?

Een eerste opvallende claim in het stuk is dat het nationaal verbod op varend ontgassen het gevolg zou zijn van berichtgeving in NRC en Omroep Flevoland:

Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.

Varend ontgassen: de saga continues in 2024

NIEUWS - Het is al weer een tijdje geleden dat ik voor het laatst iets over varend ontgassen door de binnenvaart heb geschreven. Toch is 2023 een jaar om met goed gevoel op terug te kijken en is 2024 een jaar om voorzichtig positief naar uit te kijken. Daarom vlak voor Oud & Nieuw een kort stuk in het inmiddels 10 jaar lopende dossier over varend ontgassen. Ja, het 2e lustrum van dit dossier is deze maand stilletjes gepasseerd.

De highlights van 2023

In 2023 heeft Mark Harbers aangekondigd dat er vanaf juli 2024 een verbod op varend ontgassen komt voor de stoffen uit fase 1 en 2 van het verbod op varend ontgassen. Ook heeft Zwitserland op 21 december 2023 eindelijk de aanpassing van het CDNI verdrag ondertekend. Tot slot heeft het ministerie van I&W de roadmap varend ontgassen en een rapport over best beschikbare technieken gepubliceerd. Van het lezen daarvan wordt je dan wel weer droevig. Van veel van de zaken waar nu aan gewerkt wordt had je gehoopt dat het na 10 jaar gereed zou zijn.

De verwachting voor 2024

In 2024 wordt het verbod op varend ontgassen van een beperkt aantal stoffen eindelijk van kracht. Of er daadwerkelijk verandering gaat optreden is de vraag. Vooralsnog bestaat de handhavingscapaciteit bij de Inspectie Leefomgeving en Transport uit minder dan een handvol inspecteurs, auto’s en een drone. Niet echt imposant als je schepen moet controleren.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-11-2022

Automobilisten kunnen weer lunchen in Den Haag

NIEUWS - Extinction Rebellion (XR) stopt tot aan het kerstreces met de blokkades van de Utrechtse Baan. Dat betekent dat de toegang tot Den Haag rond lunchtijd weer ongestoord mogelijk is voor automobilisten. Al hadden de blokkades volgens de ANWB weinig verstoring voor automobilisten tot gevolg. XR heeft het besluit genomen omdat de Tweede Kamer een motie van GroenLinks en D66 heeft aangenomen waarin het demissionaire kabinet wordt gevraagd om scenario’s op te stellen voor de afbouw van de “fossiele subsidies”. De scenario’s zouden voor Kerst door het demissionaire kabinet moeten worden uitgewerkt.

Daarmee is niet alleen het doel van Extinction Rebellion maar ook het doel van de ondertekenaars van de zogenaamde Brandbrief over het stoppen met fossiele subsidies dichterbij gekomen. De motie roept het Kabinet op om scenario’s te onderzoeken voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies (op de termijn van twee, vijf en zeven jaar). Waarbij per regeling wordt aangegeven op welke manier eventuele negatieve effecten kunnen worden tegengegaan. Ook wordt gevraagd om eventuele nationale maatregelen te schetsten voor fossiele subsidies die in Europees verband vastliggen. De motie neemt ook de sociale gevolgen voor b.v. lagere inkomens mee én de positieve effecten voor circulaire en andere duurzame bedrijven. Deze bedrijven hebben nu namelijk last van concurrenten die profiteren van fossiele subsidie.

Wereldwijde CO2-emissies van elektriciteitssector nadert piek

Deze week werden de nieuwe KNMI klimaatscenario’s aan demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat overhandigd. Die geven de bandbreedte aan waarbinnen het Nederlandse klimaat zich waarschijnlijk zal ontwikkelen, o.a. afhankelijk van de mondiale uitstoot van broeikasgassen. Ruwweg is de uitkomst: winters worden natter en zomers worden droger. De mate waarin hangt af van de hoogte van de wereldwijde CO2-uitstoot. Een meer gedegen stuk hierover vind je bij het weblog klimaatverandering.

Het is niet alleen treurnis, gelukkig blijkt dat de combinatie van klimaatbeleid en marktinitiatieven wel degelijk werkt. De piek in de wereldwijde emissies van de elektriciteitssector is volgens Ember namelijk nabij. Ook ligt de groei van wind- en zonne-energie bijna op het niveau dat volgens de net zero roadmap van het Internationaal Energie Agentschap nodig is om op schema te blijven voor 1,5 graden Celsius. Daarvoor zou de gecombineerde aandeel van wind- en zonne-energie moeten groeien van 12% in 2022 naar 40% in 2030. Daarvoor is een jaarlijkse groei van 26% in zonne-energie nodig en een jaarlijkse groei van 16% voor windenergie. In 2022 was de jaar-op-jaar groei 25% voor zonne-energie en 14% voor windenergie. Om op koers te blijven voor het  1,5 graden scenario moeten landen wel zorgen dat de groei van wind- en zonne-energie de komende jaren doorzet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Toshiyuki IMAI (cc)

Klimaatschok

Alweer. Alweer een klimaatschok. Die van 2016 en die van 1998 en die van 1983 zijn we eigenlijk alweer vergeten. Maar goed, iedere keer bij een stevige El Nino schrikt ineens de wereld toch weer even wakker. Verdomd! De aarde warmt op! En best snel ook.
Het zijn de pieken die het doen. En ja, na iedere piek kan je weer een tijdje denken dat het relatief meevalt.
Maar eerst de huidige piek maar even goed in beeld:

Een sprong omhoog zoals we niet eerder gezien hebben.
Het beeld over alle maanden is minstens net zo duidelijk, want dit begon in juli al.

Plat gezegd, een El Nino roert de oceanen even goed door en zorgt dat alle warmte die zich daar in de laatste jaren verzameld had, aan de atmosfeer wordt gegeven. Vanaf dat moment is de aarde weer zeker 0,2 graden structureel warmer. Tot de volgende schok.

Je zou zeggen dat dit opnieuw een duidelijk oproep is om te stoppen met fossiel. Maar ik vrees dat dit morgen nieuws is, en misschien volgende maand nog een keertje, maar dat het dan weer wegzakt. Want ook een slow motion schok went. En gaat de wereld vooral door met praten over hoe dit precies op te lossen, in plaats van stevig in te grijpen.
Tot de volgende schok over een jaar of vijf. Maar dan zijn we dus al over die 1,5 graad heen. En op weg naar de 2,5 graden structurele opwarming, of nog hoger.
Want voor het beeld, die piek hierboven is al 1,7 graden boven pre-industrieel.

Foto: Erik de Haan (cc)

Een (te) oppervlakkige klimaatanalyse van het CPB

ANALYSE - Het CPB publiceerde afgelopen week een kort rapportje met de titel ‘Klimaatverandering en intergenerationele verdeling van financiële lasten’. Volgens dit rapport, dat is gebaseerd op ruwe en onvolledige schattingen van klimaatschade en kosten voor adaptatie en mitigatie ( zie hier een eerder artikel over dit onderwerp), komen de kosten van klimaatverandering vooral bij komende generaties terecht. Het omslag van het rapport vermeldt: ‘Op basis van eerste inschattingen zullen de extra kosten van klimaatverandering en -beleid voor het grootste deel bij toekomstige generaties terechtkomen’.

De klimaatschade is geschat voor 2050 en 2100. Die schatting werd op social media zo hier en daar aangegrepen voor een pleidooi tegen mitigatie, ofwel maatregelen om verdere opwarming van het klimaat te beperken. Het schadebedrag zou de transitie van de economie niet rechtvaardigen. Waarmee weer eens werd bewezen hoe opportunistisch de anti-mitigatiebeweging te werk gaat. Het rapport bevat namelijk maar bar weinig ondersteuning voor hun standpunt.

Dat is vooral zo omdat de schatting van de schade helemaal niet uitgaat van een situatie zonder mitigatie. Er is gerekend met een scenario met 2°C mondiale opwarming ten opzichte van de pre-industriële temperatuur in 2050 en 3°C in 2100. Dat is zo’n beetje het midden tussen het hoogste en het laagste scenario uit het laatste IPCC-rapport, iets boven de projectie volgens het middelste scenario SSP2-4.5. Het is ook ongeveer de koers die de wereld op dit moment vaart, rekening houdend met wat er door alle landen aan (beleids)maatregelen is getroffen. In dit scenario gebeurt er dus wel het een en ander om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, als is het lang niet genoeg om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te halen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Erik de Haan (cc)

Adaptatie: noodzakelijk, maar ingewikkeld

Het Akkoord van Parijs is vooral bekend vanwege de afspraak om de mondiale opwarming te beperken tot ruim onder de twee graden. Mitigatie dus, in klimaatterminologie. Maar er zijn ook afspraken gemaakt over adaptatie: maatregelen om de schade, risico’s en kwetsbaarheid die het gevolg zijn van klimaatverandering te beperken. Dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook nodig: het klimaaat verandert al en dat heeft gevolgen waar we op in zullen moeten spelen. Dat ‘Parijs’ ook de nodige afspraken bevat over adaptatie is minder bekend. Artikel 7 uit het akkoord gaat helemaal over dat onderwerp en het begint zo:

Parties hereby establish the global goal on adaptation of enhancing adaptive capacity, strengthening resilience and reducing vulnerability to climate change, with a view to contributing to sustainable development and ensuring an adequate adaptation response in the context of the temperature goal referred to in Article 2.

Er is onder meer vastgelegd dat er elke vijf jaar een inventarisatie moet worden gemaakt van de voortgang van adaptatie op wereldschaal. Een groep wetenschappers presenteerde vorige maand in een artikel in Nature Climate Change een voorstel voor een systematiek om die voortgang te kunnen bepalen.

Lokale verschillen

Klimaatverandering kent een veelheid aan veroorzakers en gevolgen, wat van adaptatie een complexe aangelegenheid maakt. Daarom moeten adaptatie-maatregelen heel zorgvuldig worden gepland. Gebeurt dat niet, dan zouden maatregelen meer kwaad dan goed kunnen doen. Een oplossing voor het ene probleem, zou andere problemen kunnen verergeren. Ook zijn er lokale verschillen: wat op de ene plek op aarde werkt, zou elders juist averechts uit kunnen vallen. En niet alle gevolgen of risico’s van klimaatverandering zijn even goed voorspelbaar. Bovendien is klimaatadaptatie een doorlopend proces, zolang het klimaat in hoog tempo blijft veranderen. Maatregelen kunnen al snel ontoereikend blijken als er onvoldoende rekening wordt gehouden met veranderingen die nog in de pijplijn zitten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende