Het CPB, frames en modellen (2)
OPINIE - In Deel 1 werd er gekeken naar de misverstanden die zijn ontstaan na de presentatie van het CPB-rapport De effectiviteit van fiscaal participatiebeleid. In dat rapport werd onderzoek gedaan naar de effecten van enkele fiscale maatregelen op de arbeidsparticipatie. NRC Q, die er het snelste bij was, duidde de bevindingen alsof het zou gaan om werkgelegenheid. Als ‘eerste berichter’ hadden ze een invloed op de toonzetting in latere nieuwsberichten en reacties. Zo ook op Sargasso.
Het misverstand waar er eigenlijk over werd bericht, zou inmiddels uit de wereld moeten zijn geholpen, waardoor er met een frisse blik naar de bevindingen van het CPB kan worden gekeken. Die bevindingen – wat betreft de arbeidsparticipatie bij een vaststaande vraag naar arbeid – zeggen hoogstens hoeveel mensen van de niet-beroepsbevolking naar de werkloze beroepsbevolking overgaan – of vice versa.
Je zou dus inderdaad de werkloosheid op 0% kunnen krijgen, als je de werklozen zozeer ontmoedigt dat ze niet meer willen werken. Sterker nog, dat is volgens mij precies wat de berekening (zie de tabel hieronder) met betrekking tot het basisinkomen doet: de noodzaak tot competitie om een baan is weg, en alle banen zijn al vervuld.
Hieronder weergegeven is tabel 2 uit het CPB-rapport. De procentuele mutaties zijn over aantallen, die verder (vaak) niet genoemd worden in het rapport. Alleen over de totale arbeidsparticipatie wordt gezegd dat het om 6,9 miljoen fte gaat, waarvan de voorgestelde ‘100.000 meer banen’ zou gaan om een toename van 1,4% – als de toegenomen werkgelegenheid in de pas loopt met de toegenomen bruto arbeidsparticipatie.