Griekse oppositie heeft gelijk
Griekenland ligt weer onder vuur. Diplomaten hebben het ‘gehad met die kutgrieken’, schreef NRC gisteren. Die luie donders blijven zich maar verzetten tegen meer bezuinigingen. De privatisering van staatseigendom gaat niet snel genoeg. De hele eurozone komt in de problemen, want de markt duldt geen getalm. Toch heeft de Griekse oppositie gelijk als ze tegengas geeft.
Ik verbaas me erover hoe weinig discussie er is over de grondigheid van de bezuinigingen en de snelheid van de privatiseringen. Dat laatste illustreer ik maar met een retorische vraag: is het een goed idee om in een door en door corrupt land overhaast te privatiseren? In de jaren negentig hebben we in Oost-Europa, delen van Zuid-Amerika en Rusland gezien wat er gebeurt als je het staatsbezit van de hand doet in een paar dol dwaze dagen.
Daarnaast kun je je afvragen of het wel zo wijs is om Griekenland zo diep in het eigen vlees te snijden. De opgelegde maatregelen, door de Europese Unie en het IMF, bewijzen waar de prioriteiten van deze instellingen liggen: bij de (eigen) bankiers. Er zal zo snel mogelijk terugbetaald moeten worden (ook al gaat dat Griekenland nooit lukken).
De economische groei – en daarmee het welzijn van de gewone Griek – is met al dat hakken en zagen niet gebaat. Sterker nog, de economie is afgelopen jaar veel meer gekrompen dan voorzien. Dat maakt een duurzame constellatie, waarin de Grieken netjes terugbetalen wat ze lenen en hun huishoudboekje op orde hebben, alleen maar lastiger te verwezenlijken.