Kill your idols
Waarin de auteur het fenomeen beschrijft dat van alles uiteindelijk alleen maar de vorm overblijft, zoals je kunt zien aan Kurt Cobain, Ché Guevara en Karl Marx.
Onlangs las ik ergens dat de grunge-look ‘weer helemaal terugkomt’. Wijde truien, kapotte spijkerbroeken, houthakkershemden, lange vlassige haren, ongeschoren kinnen. Met Kurt Cobain als onbetwist boegbeeld van deze stijl.
Arme Kurt Cobain. Daar heb je het nu allemaal voor gedaan. Daarvoor heb je nu je hart, je ziel en al je ingewanden in die liedjes gelegd en je hersens uit je kop geschoten. Om tot een stijlicoon uit te groeien, een kleine twintig jaar na je dood. Terwijl het je juist te doen was om de muziek, het uiterlijk deed er niet toe. De ironie was toen al dat die houding je geen windeieren legde. Miljoenen jongeren voelden zich aangesproken door die dikke fuck you naar het establishment en begon zich, depressief naar beneden starend, hetzelfde te kleden. Je was eigenlijk al een stijlicoon. Maar toch. Het ging ergens over. En nu gaat het nergens meer over. Na verloop van tijd blijft van alles alleen de vorm over.
Zie ook Ché Guevara. Daarvoor heb je nu je hele leven de revolutionaire guerrillaleider lopen spelen in Cuba, Kongo en Bolivia. Om op quasihippe tassen, T-shirts, rompertjes en de arm van Maradonna te eindigen. Je bent op z’n best een vrolijk symbool van rebelsheid.