Het verschil tussen kapitaal en rijkdom

Inleiding Economisch journalist en columnist Mirjam de Rijk schreef een uitstekend boek over hoe het grote geld dat private equity heet de publieke sector en ook het bedrijfsleven verandert. Gekaapt door het kapitaal. De recensie die ik er eerder over schreef is hier te lezen. Het boek is het resultaat van goede onderzoeksjournalistiek. De inhoud is ongemakkelijk en zorgwekkend. Het laat een zeer onwenselijke economische realiteit zien, namelijk, hoe private equity huishoudt in onze publieke sector. Het biedt feiten en inzichten in een wereld die zichzelf liever verborgen houdt. Het beschrijft hoe dat grote geld zich manifesteert en analyseert de oorzaken voor het ontstaan ervan. Bovendien draagt het ook nog een lijst aan praktische oplossingen aan. Het boek doet echter ook iets niet. Het eindigt heel pragmatisch met lessen en oplossingen, maar komt niet toe aan de meer filosofische vragen die het zelf oproept. Het stelt niet de taal van het kapitalisme ter discussie, de woorden waarmee we denken over ons politiek economische systeem. Het beantwoord niet de vraag, of dit uitwassen van het kapitalisme zijn, of misschien iets anders dan kapitalisme. Dat dit boek aan die vragen niet toekomt is overigens niet zo vreemd. Want het draagt zoveel materiaal aan dat je met het beantwoorden van dergelijke vragen nog een boek kunt vullen. Dat zou een filosofischer boek kunnen zijn dat helpt onze denkbeelden over het kapitalisme te herzien en de politiek ideologische consequenties ervan te doordenken. Wellicht komt De Rijk zelf met zo’n vervolg, maar op goede onderzoeksjournalistiek kan iedereen voortbouwen. In die geest probeer ik in een tweedelig artikel - waarvan het eerste hieronder te vinden is - een eerste schets te geven, van een hoofdstuk dat in zo’n boek zou kunnen staan. Deel 1   1.1 Kapitaal en rijkdom Gekaapt door het kapitaal draait grotendeels om wat het kapitaal van private equity doet, waar dat kapitaal vandaan komt en hoe de uitwerking van dat kapitaal te bestrijden is. Verpakt in de titel van het boek zit echter ook een denkbeeld, waar een vraagteken bij kan worden geplaatst. Zijn die honderden miljarden die private equity beheert en die een hoofdrol spelen in het boek eigenlijk wel kapitaal? Dat klinkt misschien als een rare vraag, want dat private equity grote sommen geld beheert staat buiten kijf en geld en kapitaal zijn toch synoniem? In ons huidig taalgebruik misschien, maar dat is niet altijd zo geweest. — — — Dit artikel is onderdeel van de substack Workshop Nieuw Kapitalisme. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief. Nieuwe artikelen ontvang je dan per mail. — — — Het werk van Alfred Marshall, waarvoor we terug moeten naar de vorige eeuwwisseling, geeft antwoord op die vraag. Marshall was in die tijd één van de toonaangevende economen. In 1890 verschijnt de eerste editie van zijn Principles of Economics dat lang het toonaangevende leerboek in de Engelstalige wereld zou blijven. Hij schrijft daarin juist over het onderscheid tussen kapitaal en rijkdom: “there is a clear tradition that we should speak of Capital when considering things as agents of production; and that we should speak of Wealth when considering them as results of production, as subjects of consumption and as yielding pleasures of possession. Thus the chief demand for capital arises from its productiveness, from the services which it renders, for instance, in enabling wool to be spun and woven more easily than by the unaided hand, or in causing water to flow freely wherever it is wanted instead of being carried laboriously in pails” [1] [caption id="attachment_357832" align="aligncenter" width="213"] Alfred Marshall in 1921[/caption] Welke denkers Marshall tot die traditie rekent wordt niet direct duidelijk, al lijkt dat in ieder geval terug te gaan tot Adam Smith [2]. Tegenwoordig lijkt dat onderscheid echter nauwelijks te worden gemaakt. In het dagelijkse taalgebruik worden kapitaal en rijkdom als synoniemen gebruikt. Terwijl met dat onderscheid samenhangt wat we kapitalisme kunnen noemen en wat niet. Investeren Laten we eens kijken naar hoe dat kapitaal, in de woorden van de Oostenrijkse politiek econoom Von Mises, vervolgens wordt ingezet: “Since all production consists in combining the various means of production, some of the owners of such means must convey their natural ownership to others, so that the latter may put into operation the combinations of which production consists. Owners of capital, land, and labour place these factors at the disposal of the entrepreneur, who takes over the immediate direction of production.” [3] Een ondernemer, zoals een bakker, gebruikt kapitaal in de vorm van bijvoorbeeld een banklening, om in een oven te investeren. Hij huurt een pand en zet de arbeid van z’n medewerkers in om brood te bakken en te verkopen. Zo combineert hij die drie door Von Mises genoemde productiemiddelen om te ondernemen. Als hij dat goed doet maakt hij winst, waarmee hij kan investeren in nog een oven. Zo groeit de hoeveelheid kapitaal in z’n bedrijf. Hij kan ook kapitaal uit z’n bakkerij halen waarmee het wordt omgezet in rijkdom, waarmee hij privé consumptiegoederen als een auto kan kopen, of een reis kan maken. In die traditionele taal van het kapitalisme ontlenen beide woorden - kapitaal en investeren - hun betekenis dus aan de productiemiddelen die ze mogelijk maken. Die oven waarin wordt geïnvesteerd, wordt voor het aankoopbedrag in de boeken gezet, maar creëert als productiemiddel zelf ook waarde. Want de bakker kan er brood mee bakken waaraan hij weer geld verdient. Investeren is op die manier een vorm van vermeerderen. In tegenstelling tot consumeren, dat is een vorm van verminderen. Het consumptiegoed wordt door de consumptie tenslotte letterlijk minder of in ieder geval minder waard. De aanschaf van een oven is dus wezenlijk anders dan de aanschaf van een brood. Die specifieke betekenis van het woord investeren lijkt, net als de betekenis van kapitaal, bijna verloren gegaan. Sprekend over geld in de economie, wordt tegenwoordig van alles door elkaar heen gebruikt. Neem bijvoorbeeld een geldschieter die bestaande aandelen koopt, met winst verkoopt en die winst uitkeert aan z’n eigen aandeelhouders. Er is dan geen kapitaal geïnvesteerd. De aandelen waren tenslotte al in omloop, dus er is geen geld in het bedrijf gestopt waarmee de productiecapaciteit zou kunnen worden vergroot. Een investeerder is deze geldschieter dan ook niet, want het kopen van bestaande aandelen in de hoop dat ze in waarde stijgen is geen investeren, maar speculeren. [4] Door deze speculatie is de rijkdom van de aandeelhouders groter geworden, terwijl er geen euro is geïnvesteerd. Dergelijke wezenlijke onderscheiden worden zowel door links als door rechts niet gezien. Antikapitalistisch links zal in dergelijke speculatiewinsten een bevestiging zien van de verwerpelijkheid van het kapitalisme. Rechts ziet dat geld verdienen juist als bewijs van het succes van het kapitalisme. Terwijl de conclusie zou moeten zijn dat er überhaupt niets kapitalistisch is gebeurd! Politiek kun je dus tegen bepaalde vormen van verrijking zijn en tegelijkertijd voor het kapitalisme. 1.2 ondernemen Een ander onderwerp waar we, kijkend naar private equity, aandacht voor moeten hebben is ondernemen. Von Mises maakt in bovenstaande citaat al duidelijk dat ondernemers een cruciale rol spelen in de economie. Dat is ook wat de schrijfster van ‘Kapitalisme, het onbegrepen ideaal’, Ayn Rand, zegt in haar pleidooi voor het kapitalisme. In het hoofdstuk Wat is kapitalisme lezen we: “Amerika’s welvaart werd niet tot stand gebracht door algemene opofferingen ten bate van ‘het algemeen belang’, maar door het productieve genie van vrije mensen, die hun eigen belangen nastreefden en hun eigen persoonlijke fortuin trachtten te vergaren. […] Zij gaven de mensen betere banen, hogere lonen en goedkopere goederen met elke nieuwe machine die zij uitvonden, met elke wetenschappelijke ontdekking of technologische vooruitgang die er werd geboekt - en op die manier ging het hele land erop vooruit […]” [5] Het kapitalisme draait volgens Rand dus om ondernemende vrije mensen. De economie draait, vanwege hun productieve genie, vanwege hun initiatief en de daadkracht die zij aan de dag leggen. Jaques Van Marken Rand schreef haar boek in de Verenigde Staten en heeft zich ongetwijfeld laten inspireren door ondernemers als Cornelius Vanderbilt, Andrew Carnegie en John D. Rockefeller. De ook wel als Robber Barons bekend staande ondernemers uit de Gilded Age van het Amerikaans kapitalisme, eind 19de eeuw. Dichter bij huis hebben wij onze eigen voorbeelden. Grote ondernemers zoals bijvoorbeeld Jacques van Marken. De industrieel die in 1869 de Nederlandse Gist & Spiritus Fabriek (NG&SF) oprichtte (lang en tot recent bekend als de Gist-Brocades). In De aartsvaders [6] schreef Wim Wennekes over het productieve genie Van Marken. Uit die biografie licht ik een paar fragmenten die laten zien wat het betekent om de spil in een bedrijf te zijn, zoals Van Marken dat was. Van Marken startte het bedrijf, waar hij de rest van zijn arbeidzame leven leiding aan zou gaan geven, naar aanleiding van een bericht over een gebrek aan kwalitatief goede gist voor Nederlandse bakkers. Bakkers gebruikten op dat moment gist van Schiedamse branderijen en bierbrouwers, maar die beschouwden het als een bijproduct, waardoor de kwaliteit wisselend was. Bovendien bleek er een nieuwe productiemethode te bestaan. De Weense methode, van de Oostenrijkse bierbrouwer Mautner. Van Marken, in Delft afgestudeerd als technoloog, zag commerciële mogelijkheden en ging naar Oostenrijk om meer over die methode te weten te komen. Daarbij ging hij zover dat hij, na een eerste reis waar hij niet voldoende inzicht in het procedé kreeg, gedurende z’n tweede verblijf als arbeider aan de slag ging, om op de werkvloer de kneepjes van de productie te leren kennen. In een brief uit 1869 aan zijn vrouw Agneta schreef hij ‘Ik heb een blauwe kiel laten maken en ben nu, met opgestroopte mouwen, in de beslagkuipen aan het werk.’ [caption id="attachment_357833" align="aligncenter" width="231"] Jacques van Marken rond 1900[/caption] Hij keerde terug met voldoende kennis om de fabriek die hij voor ogen had te starten. Hij vond financiers, liet in Delft een fabriek bouwen, nam in januari 1870 36 arbeiders aan en op 20 april van hetzelfde jaar werd de eerste gist droog geperst. De eerste jaren verliepen met de nodige tegenslag, maar in de volgende decennia zou Van Marken een florerend bedrijf opbouwen. Hij laveerde daarbij, als spil in het bedrijf, tussen zijn raad van commissarissen, die de financiën en de lange termijn perspectieven in de gaten hield. De prijzen op de markt en de afzetmogelijkheden die hij zag. Het wel en wee van zijn personeel, dat hij meer dan een warm hard toedroeg. Bekommernis om zijn personeel was groot. De Sociale Quaestie hield hem bezig. Het dreef hem ertoe een leeszaal en bibliotheek voor zijn personeel te openen, onderwijs te organiseren en later zelfs huisvesting. Een wijk in Delft, met voor die tijd kwalitatief goede woningen rondom het Agnetaplantsoen, waar hij en zijn vrouw Agneta ook kwamen te wonen. De eerste arbeiders die hij in dienst nam kregen direct 7 gulden dagloon (meer dan de gangbare 6) en 8 gulden bij overwerk. Hij vond het loonpeil te laag en zette in de door met name welgestelden gelezen publicatie Vragen des tijds eens tot in detail uiteen hoe het huishoudboekje van de gewone arbeider er uitzag. Hij wilde laten zien dat in de uitgaven aan basisbehoeften nauwelijks iets te schrappen viel. Zijn bekommernis was overigens geen liefdadigheid. Voor die ene gulden extra (8 i.p.v. 7) werd gemiddeld 10 tot 20 uur per week overgewerkt. De scholing van de kinderen (1,5 uur per dag) ging gepaard met praktijkonderwijs in de fabriek (7,5 uur per dag) waar de ouders een kleine vergoeding voor kregen. In 1974 maakte de fabriek een eerste kleine winstje en tot verbazing van de commissarissen stelde Van Marken daarop voor om een loonsverhoging in te voeren in de vorm van een premie op ijver. Nadat hij hen had uitgelegd dat die loonsverhoging afhankelijk was van extra opbrengsten van de fabriek, die het personeel eerst moest verdienen met een bovennominale productie, gingen ze akkoord. Het was een succes. De meeropbrengsten waren dusdanig dat in de jaren die volgde jaarlijks tussen de 10% en 30% boven op het vaste loon werd uitgekeerd. Zou de patroon, die de rechten van den werkman vergeet, zijn eigen belang wel begrijpen? vroeg Van Marken zich in Vragen des tijds af. Hij zag dat ze met elkaar verbonden waren. Uiteindelijk draaide het natuurlijk wel allemaal om het product. Hoewel hij over de productie van gist zelf veel kennis had opgedaan voordat hij z’n onderneming starte, bleef de gist koppig, zoals dat werd genoemd. Niemand wist precies onder welke omstandigheden de beste gist zich vormde. Daarom verbond hij in 1882 een proeffabriek aan zijn bedrijf en nam hij 3 jaar later de Wageningse microbioloog dr. M.W. Beyerinck in dienst. Onder zijn leiding werd de biochemische kennis van de fabriek ontwikkeld waar decennia op werd voortgebouwd. Het koste wel 9 jaar aan investeringen om met de eerste echte resultaten te komen, maar toen was er de Bondsgist. Die was van een dusdanige kwaliteit dat het de marktpositie, nationaal en internationaal, aanzienlijk verbeterde. Als ondernemer nam Van Marken de vrijheid om geld in zo’n langdurige investering te steken. Zijn dagelijkse betrokkenheid bij de productie deed hem het nut van dat onderzoek inzien en het investeren werd uiteindelijk beloond. Van Marken werd een welgesteld man. Het bedrijf was zijn leven en hij bleef ermee verbonden tot hij door gezondheidsproblemen gedwongen werd om afstand te nemen. Niet lang nadat hij als directeur was teruggetreden overleed hij op 8 januari 1906, op zestig jarige leeftijd. Het bedrijf draaide verder, veranderde met de tijd mee en bleef tot in de 21ste eeuw bestaan. 1.3 Het klassieke model Terug naar de taal die onze denkbeelden over kapitalisme vormgeeft. We weten ondertussen dat kapitaal investeren niet hetzelfde is als geld uitgeven. Een ondernemer kan geld stoppen in z’n onderneming, door bijvoorbeeld een machine te kopen. Dat geld is een investering en noemen we kapitaal. Hij kan ook geld uit z’n onderneming halen om dat privé uit te geven aan een auto. Dat noemen we rijkdom. Je kunt dus geld verdienen zonder dat dat iets met kapitalisme en investeren te maken heeft, met de handel in cryptovaluta bijvoorbeeld. Hoewel dergelijke handelaren zich graag als investeerder afficheren zijn het eigenlijk speculanten. En speculatie kan individuele rijkdom opleveren, maar draagt niets bij aan economische productiviteit. Het kopen van cryptovaluta heeft misschien wel meer weg van het kopen van een pistool en een vluchtauto voordat je een bank bezoekt. Van beide kun je rijk worden, maar met kapitalisme heeft het niets te maken. De centrale figuren binnen het kapitalisme zijn ondernemers. Mensen die met hun initiatief, energie en daadkracht, de economie in beweging brengen. Mensen die risico nemen en daar met winst voor beloond worden. Dankzij en om hen draait de economie, aldus Rand. Van wat zij in hun eigen belang doen, wordt iedereen beter. Ze zijn daartoe in staat doordat ze, zoals Von Mises zegt, de regie nemen in de productie met behulp van aan hen ter beschikking gesteld kapitaal, land en arbeid. Het is dus de ondernemer die onderneemt en het product dat daarbij centraal staat. Hoe dat werkt kunnen we bijvoorbeeld zien bij iemand als Van Marken. Als directeur was hij in zijn bedrijf de spil tussen de markt, het producerend personeel, de raad van commissarissen, de onderzoeksafdeling en de geldschieters. Hij begreep de onderlinge samenhang van al die belangen en verbond ze aan elkaar, door bijvoorbeeld scholing en huisvesting voor z’n personeel te organiseren. Hun ontwikkeling en kwaliteit van leven kwam ook het bedrijf ten goede. Net als zo’n bonusregeling, die meer inkomsten voor het personeel en voor het bedrijf opleverde. Aan deze denkbeelden over kapitaal, investeren en ondernemen zal ik in het vervolg refereren als het klassieke model. Ook het begrip ondernemersrisico, waar ik in dat vervolg verder op in ga, schaar ik daar onder. In dat tweede deel zullen we zien dat de werkwijze van private equity niet met dat klassieke model strookt. Private equity draait wel om geld, maar niet perse om kapitaal. Private equity verandert de rol van de ondernemer, maar niet perse ten goede. --------- [1] Marshall, Alfred. Principles of Economics, London: Macmillan and Co., 8ste editie 1920, Boek II, Hoofdstuk IV (Income. Capital.) §8 p.55 [2] in Wealth of Nations (p. 263) maakt Adam Smith onderscheid tussen kapitaal (capital) en opbrengst (revenue): “The proportion between capital and revenue, therefore, seems everywhere to regulate the proportion between industry and idleness. Wherever capital predominates, industry prevails: wherever revenue, idleness. Every increase or diminution of capital, therefore, naturally tends to increase or diminish the real quantity of industry, the number of productive hands, and consequently the exchangeable value of the annual produce of the land and labour of the country, the real wealth and revenue of all its inhabitants.” [3] Von Mises, Ludwig, Socialism, An Economic and Sociological Analysis, New Haven: Yale University Press, editie 1951, vertaald door J.Kahane, (oorspronkelijk uitgegeven in 1922 in Jena, onder de titel: Die Gemeinwirtschaft: Untersuchungen über den Sozialismus) p. 41 [4] Dat heeft natuurlijk een negatieve bijklank en is de vermoedelijke reden voor speculanten om zichzelf als investeerder voor te doen [5] Rand, Ayn, Kapitalisme. Het onbegrepen ideaal, Laren: Novapres, vertaald door H.J. ten Broecke (vermoedelijk uitgegeven en vertaald in 1966, maar die informatie ontbreekt in het boek), p. 33 [6] Wennekens, Wim, De aartsvaders. Grondleggers van het Nederlandse bedrijfsleven, Amsterdam 1993, Olympus (Uitgeverij Atlas), p. 141 - 195

Quote du Jour | Armoedebeleid moet eerlijker…

QUOTE - … en niet alleen eerlijker, maar ook nog eens eenvoudiger. Aldus het Instituut voor Publieke Economie, een denktank die zich bezig houdt met economisch beleid. Op hun website vatten ze de kern van hun recente rapport, Eerlijker en eenvoudiger armoedebeleid, kordaat samen:

De hulp voor mensen met een laag inkomen is versnipperd. Hierdoor lopen mensen hulp mis en ontstaan er oneerlijke verschillen tussen huishoudens.

Hier is een uitgebreidere samenvatting te vinden, inclusief duidelijke infographic van wat er allemaal anders kan (en zou moeten). Want zoals ze terecht opmerken werkt het huidige beleid niet voor de mensen, iets dat de regelmatige lezer van deze site niet volledig zal verrassen. Maar het werkt ook niet voor de gemeenten:

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Kheel Center (cc)

Eerlijk volgens Yesilgöz

Een gastbijdrage van Frans Kuijpers, eerder verschenen bij ‘Ballonnendoorprikker’.

Verelendung, een door Karl Marx gemunt begrip waarmee hij de voortdurende verslechtering van de positie van de proletarische klasse bedoelde. Het is het derde in een reeks van vijf stadia van de ondergang van het kapitalisme. Ik moest hieraan denken toen ik VVD-leider Yesilgöz haar plan met de titel De Agenda voor Werkend Nederland [1] hoorde presenteren. Een plan met als ondertitel Omdat het eerlijker moet. Een bijzonder plan, waarbij ik dus aan Verelendung moest denken.

Eerst even Marx en zijn vijf stadia. In het eerste stadium, de concentratie wet, vindt een concentratie van bedrijven. Bedrijven nemen andere over waardoor er steeds minder maar wel steeds grotere bedrijven ontstaan. In het tweede stadium, de accumulatie wet, proberen de overgebleven bedrijven hun bedrijf te laten groeien door te concurreren met de andere overgebleven grote bedrijven. Door die hevige concurrentie verslechtert de positie van de arbeider, het derde stadium, de Verelendung. Het steeds slechter behandelen van de arbeiders lost de problemen van de bedrijven niet op. Uiteindelijk worden arbeiders ontslagen en wordt de sociale ellende nog verder vergroot en zitten we in het vierde stadium, de crisistheorie. En als die crisissen elkaar in steeds hoger tempo opvolgen, zitten we in het laatste stadium, de ineenstorting van de kapitalistische maatschappij. Nu is Marx als groot wetenschapper een kundige beschrijver en duider van wat hij in zijn tijd zag gebeuren. Met zijn sociale en economische analyse van de negentiende-eeuwse samenleving was niet veel mis. Dat geldt niet voor zijn vermogen om de toekomst te voorspellen. Maar terug naar de VVD.

Foto: Schermafbeelding minister Eelco Heinen bij WNL

Nieuw jaar, nieuwe VVD: van xenofoob populisme naar fiscaal populisme

ANALYSE, LONGREAD - door Bram van Gendt

Sinds 2023 probeerde de VVD kiezers aan zich te binden met ferme taal over asielmigratie. De partij liet het kabinet Rutte IV vallen om een verkiezingscampagne te voeren die volledig om dit marginale thema moest draaien (we hebben het over slechts enkele tienduizenden asielmigranten per jaar). Deze roekeloze en machtsbeluste koers heeft de VVD, zoals inmiddels duidelijk is, niets opgeleverd. De PVV zette de toon op dit onderwerp en behaalde een klinkende overwinning met de inhoudsloze leus “De Nederlander op 1”. Hiermee werd gesuggereerd dat oorspronkelijke Nederlandse burgers benadeeld worden door een links-liberale elite, die vooral prioriteit gaf aan linkse hobby’s zoals ‘klimaatgekte’ en het verspillen van geld aan ‘asieltuig’. Vooral dat laatste sentiment sloeg aan bij kiezers, nu asielmigratie hoog op de politieke agenda stond: de uitgeknepen burger die zijn zuurverdiende geld ziet verdwijnen in de zakken van asielzoekers.

Het gevolg was dat de VVD ervoor zorgde dat de PVV van 17 naar 37 zetels steeg. Door deze politieke crisis, mede veroorzaakt door Brekelmans (die in een stuk in EW Magazine de deur voor de PVV op een kier zette) en Yesilgöz, zitten we nu opgescheept met het meest radicale kabinet in de parlementaire historie. De rampzalige gevolgen voor de kwaliteit van het openbaar bestuur zijn al zichtbaar: onder asielminister Marjolein Faber wordt de gehele asielketen de komende jaren ontmanteld, terwijl wekelijks symboolpolitiek wordt opgevoerd. Ik vermoed dat historici haar over enkele decennia zullen aanwijzen als een van de slechtste, zo niet dé slechtste minister ooit. Een andere bewindspersoon die die de twijfelachtige eer kan verdienen, en waarvoor de VVD eveneens verantwoordelijk is, is minister Femke Wiersma. Haar ministerschap is dan ook als volgt samen te vatten: het geld voor boeren om de omslag te maken is verdwenen, en nu wordt er maar wat geïmproviseerd.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Stephan (cc)

De geheimen van Shell

COLUMN - Onder de titel ‘Een giftig pact‘ publiceerde de NRC in samenwerking met enkele andere Europese media het resultaat van een onderzoek naar een oliewinningsproject in Kazachstan van Shell en zes andere oliemaatschappijen. Het project is om meerdere redenen giftig: het vervuilt de natuur, er is sprake van corruptie, de plaatselijke bevolking heeft te lijden onder luchtverontreiniging en de vissers wordt een belangrijke inkomstenbron ontnomen. Milieuactivisten worden bedreigd. Volgens een van hen, Max Bokaj, die vijf jaar vast heeft gezeten, leidt de olie-industrie enkel tot versterking van de positie van invloedrijke families.

Wat in Kazachstan gebeurt is niet uniek. Shell en andere grote bedrijven laten vaker zien dat men geen boodschap heeft aan een schoon milieu, het terugdringen van CO2 uitstoot of de belangen van betrokken mensen, werknemers of omwonenden. De schade van onverantwoorde bedrijfsvoering is echter vaak moeilijk volledig in beeld te brengen omdat de bedrijven tegenover journalisten geen volledige openheid van zaken geven. Zo ook in dit geval.

De onderzoeksjournalisten die de milieuvervuiling en de corruptie aan het licht brachten melden dat ze met betrokken medewerkers van oliebedrijven ‘alleen op achtergrondbasis’ mochten spreken, ‘omdat ze geen toestemming hadden van hun werkgever om met journalisten te praten’. Ze hebben de bedrijven ook rechtstreeks benaderd met vragenlijsten. Shell gaat niet in op de vragen en verwijst naar NCOC, het bedrijf dat het project in Kazachstan uitvoert. NCOC zegt niet in te kunnen gaan op vragen over de milieuboetes en een arbitrage zaak die in het artikel aan de orde komen. Over de luchtkwaliteit in Damba, een van de plaatsen die geplaagd worden door vuile lucht, kan NCOC niets zeggen omdat Damba ‘buiten de impactzone van het olieproject’ valt. Andere Nederlandse bedrijven die bij het project betrokken zijn zoals verzekeringsmaatschappij Atradius DSB, baggerbedrijf Van Oord, en ingenieursbureau Witteveen en Bos ontwijken de meeste vragen over hun deelname.

Foto: c_ambler (cc)

Leestip: ‘Gekaapt door het kapitaal’ van Mirjam de Rijk

RECENSIE - Mirjam de Rijk, economisch journalist, schrijver en voormalig wethouder, schreef met Gekaapt door het kapitaal een vlot lezend, goed gedocumenteerd boek [1]. De uitkomst van deze recensie is geen andere dan dat het boek gelezen moet worden. Daarom hierbij vast de aanmoediging om het aan te schaffen. Maar waarom is het lezen uw tijd en geld waard?

Iedereen leest weleens een kop in de krant, of ziet een item op een journaal, dat ongenoegen oproept over hoe onze economie tegenwoordig functioneert. Een fragment in het nieuws, waaruit blijkt dat er iets niet goed zit, maar dat vervolgens wordt begraven onder ander nieuws, of dat door dagelijkse beslommeringen naar de achtergrond verdwijnt. In de inleiding tekent De Rijk er een aantal op. Vervoersbedrijf Arriva in handen van Amerikaanse investeerder, Medisch specialisten stappen op vanwege overname van hun lab en Private equity koopt de ene na de andere zorgaanbieder.

Voor de Rijk vormde deze krantenkoppen juist de aanleiding voor een uitgebreid onderzoek. Ze sprak talloze mensen en kreeg veel informatie boven water, op basis waarvan ze eerst enkele artikelen voor De Groene Amsterdammer schreef en vervolgens dit boek. Daarin zijn die nieuwsfragmenten onderdeel van een verhaal over de werking van het kapitaal in de hedendaagse economie. Met name, maar niet alleen, in de economie van de publieke sector. Dat deel van de economie, waar winst van private partijen direct of indirect door de belastingbetaler wordt betaald.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Waitress, photo Andrea Piacquadio, via Pexels.

Strijd tegen platformisering is zaak van ons allen

De vakbonden FNV en CNV voeren al jaren actie tegen de platformisering van werk. Universitair hoofddocent Sociaal Recht Anja Eleveld en onderzoeker Erik Wesselius vinden dat de overheid meer moet doen. Ook de werkgevers mogen niet achterblijven.

Ongeveer twee jaar geleden startten de vakbonden FNV en CNV een rechtszaak tegen Temper. De rechtbank Amsterdam oordeelde onlangs dat mensen die voor platform Temper werken, vooral in de horeca, géén uitzendkrachten zijn.

De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken

Het vonnis van de rechter betekent dat deze horecawerkers zich zelfstandige of zzp’er mogen blijven noemen. Maar dat houdt ook in dat zij niet, zoals werknemers in loondienst, bescherming genieten onder het arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.

De Hoge Raad moet er zijn definitieve oordeel nog over uitspreken. Die uitspraak kan nog jaren op zich laten wachten. Maar zelfs dan is het nog maar de vraag of alle mensen die via een platform in de horeca werken, zullen worden gekwalificeerd als werknemer (of uitzendwerknemer). De nasleep van een eerder door de vakbonden gewonnen zaak, tegen het platform Deliveroo, doet anders vermoeden. Maaltijdbezorgers die via het platform Uber Eats werken, worden bijvoorbeeld nog steeds aangemerkt als zzp’er.

Ongewenst

Platformisering in de horeca heeft ongewenste gevolgen, met name voor de onderlinge solidariteit. Dat blijkt ook weer uit ons recente onderzoek.

Foto: Brian Dys Sahagun (cc)

Hoe de staat – niet de markt – opkomt voor economische vrijheid

ACHTERGROND - Cindy Holbrook is haarstylist in Toledo in de Amerikaanse staat Ohio. Ze kan de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen en zoekt naar een betere baan bij een andere kapperszaak. Dat lukt. Ze vindt een nieuwe baan, maar deze blijkt op 14 mijl van haar huidige werkgever te liggen. Dat is een probleem, want bij haar oude werkgever heeft ze een noncompete moeten tekenen. Een contractuele verbintenis die verbiedt, na beëindiging van haar contract, binnen 15 mijl van haar werkgever hetzelfde beroep uit te oefenen, als werknemer of als ondernemer. Haar oude baas komt er achter en dreigt haar aan te klagen.

Noncompetes begonnen als een manier om te voorkomen dat goedbetaalde werknemers bedrijven verlieten met bedrijfsgeheimen, maar zijn verworden tot een middel voor bedrijven om laag betaald werk goedkoop te houden en te voorkomen dat hun werknemers switchen naar beter betaalde banen, aldus de New York Times, in het filmpje waarin Cindy Holbrook de situatie beschrijft waarin ze is terecht gekomen. De angst dat bedrijfsgeheimen worden meegenomen door CEO’s, of gespecialiseerde technici is begrijpelijk. Maar in de werkzame levens van de meeste werknemers spelen bedrijfsgeheimen op geen enkele manier een rol.

— — —
Dit artikel is onderdeel van de substack Workshop Nieuw Kapitalisme. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief. Nieuwe artikelen ontvang je dan per mail.
— — —

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Shelby Murphy Figueroa, via Unsplash.

Goed nieuws: je koffie wordt duurder!

ACHTERGROND - door Puck Füsers

In december gaat een nieuwe Europese wet van kracht, die ontbossing moet voorkomen. De wet heeft ingrijpende gevolgen voor de koffie-industrie. JDE Peet’s, het moederbedrijf van onder andere Douwe Egberts trekt daarom aan de bel. Niet alleen kan de wet de koffieprijs verhogen, het kan import vanuit landen als Ethiopië bijna onmogelijk maken. Hoe zit dat?

Wet versus praktijk

De nieuwe Europese wetgeving tegen ontbossing – de EUDR – geldt voor allerlei grondstoffen en producten die vaak ontbossing veroorzaken. Denk aan hout, palmolie, soja, rubber en dus ook koffie. Deze producten mogen vanaf 30 december niet meer op de markt gebracht worden als er niet wordt aangetoond dat ze geen ontbossing veroorzaken. Voor de koffiesector is dit een ingewikkelde maatregel, omdat het in de praktijk betekent dat koffiebedrijven precies moeten kunnen aantonen waar hun koffie vandaan komt. Dit is lastig vanwege de manier waarop koffie geteeld en geoogst wordt. In veel koffieproducerende landen, zoals Ethiopië, wordt koffie geoogst door kleine koffieboeren. Die verschillende oogsten worden dan gesorteerd door tussenpersonen op grootte en kwaliteit, niet op herkomst. Eén koffiepartij kan daardoor bonen van wel duizend koffieboeren bevatten. Logischerwijs kunnen bedrijven dan niet aan de EU-regelgeving voldoen. Gert van der Bijl, die voor ontwikkelingsorganisatie Solidaridad al lange tijd met de wet bezig is, stelt dat er niet genoeg geld wordt gestoken in de ondersteuning van koffieproducerende landen om transparantie in de koffieketen te organiseren. Voldoen die landen niet aan de regels, dan kunnen Europese koffieproducenten plotseling niet meer importeren uit die landen – dat zou rampzalig zijn voor de economie van die landen, én voor de koffieprijs.

Foto: Ivan Radic (cc)

Nederlandse consument wil geen volledig elektrische auto?

OPINIE - Als we de auto-industrie moeten geloven hebben consumenten nauwelijks interesse in auto’s die volledig elektrisch rijden. Volgens autokenner Jan van Gaalen houdt de industrie de consumentenvrees zelf moedwillig in stand.

Een kleine banner van SEAT trok mijn aandacht. “Combineer de kracht van elektrisch rijden en de onbegrensde mogelijkheden van een brandstofmotor”. Wat zou SEAT bedoelen met de term ‘onbegrensd’?

Om dat te begrijpen moeten we het even hebben over het sentiment over elektrisch rijden in Nederland. De Nederlandse consument zou een afnemende interesse hebben in elektrisch rijden. Dit horen we nu al zo’n klein jaar, terwijl de cijfers toch een ander verhaal lijken te vertellen. Hoe kan dat nu?

Tendentieuze berichtgeving

Gezien de onjuiste, onvolledige en tendentieuze berichten in de media over elektrisch rijden, veelal gevoed door de industrie die de transitie actief saboteert, is het niet zo vreemd als de consument afwachtender wordt. Als je overspoeld wordt door negatief nieuws, is het begrijpelijk dat je nog even over zo’n grote aanschaf gaat nadenken. Zoals de ANWB eerder dit jaar meldde, is veel onduidelijkheid en onzekerheid over elektrisch rijden onder de Nederlandse bevolking, wat dit jaar kennelijk tot een verminderde interesse zou hebben geleid.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Volgende