Professor maakt gehakt van argumentatie tegen verbod ontgassen

Vorige week schreven we over het onderzoeksrapport ‘Floating Degassing in the Netherlands: Rights and Obligations under International Law.‘Dat professor Arcuri en phd-kandidaat Errol, beide van Erasmus School of Law, schreven met ondersteuning van The Erasmus Initiative ‘Dynamics of Inclusive Prosperity’. Ook hebben we aandacht besteed aan de reactie van minister Harbers, waarin hij uitlegde dat een nationaal verbod niet zou kunnen. Dinsdag publiceerde professor Arcuri een open brief aan de minister, waarin ze de argumenten van de minister weerlegt. Reden voor de Tweede Kamer om de stemmingen over de moties over varend ontgassen uit te stellen. Uit de wandelgangen hoort Sargasso dat er mogelijk een technische briefing georganiseerd gaat worden met professor Arcuri, zodat Tweede Kamerleden zich kunnen laten informeren over de (on)mogelijkheden van een nationaal verbod. Brief professor Arcuri In de open brief gaan Arcuri en Erol in op de drie argumenten die minister Harbers noemt als oorzaak om geen nationaal ontgasverbod in te kunnen of hoeven stellen. Op de eerste plaats hanteerde minister Harbers het argument dat artikel 18 van het Verdrag van Wenen inzake Verdragenrecht. Op de tweede plaats noemde de minister praktische bezwaren en ten derde beargumenteerde de minister dat de Nederlandse staat voldoet aan zijn mensenrechten verplichtingen door zich internationaal in te zetten voor een verbod op varend ontgassen. Verdrag van Wenen inzake verdragenrecht Op p. 2 van de brief geeft de minister een concrete motivering waarom specifieke bepalingen van internationale verdragen worden gezien als een belemmering voor de Nederlandse regering om  maatregelen te nemen tegen varend ontgassen. De minister stelt in zijn brief dat Nederland geen nationale wetgeving kan aannemen om ontgassen te verbieden  vanwege artikel 18 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (VCLT). Dit artikel luidt als volgt: Artikel 18. Verplichting voorwerp en doel van een verdrag niet ongedaan te maken alvorens zijn inwerkingtreding Een Staat moet zich onthouden van handelingen die een verdrag zijn voorwerp en zijn doel zouden ontnemen, indien: a) hij het verdrag heeft ondertekend of de akten die het verdrag vormen heeft uitgewisseld onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, totdat hij zijn bedoeling geen partij te willen worden bij het verdrag kenbaar heeft gemaakt; of b) hij zijn instemming door het verdrag gebonden te worden tot uitdrukking heeft gebracht in de periode die aan de inwerkingtreding van het verdrag voorafgaat op voorwaarde dat deze inwerkingtreding niet onnodig wordt vertraagd. De minister betoogt dat de plicht tot het instellen van de ontgassingsinfrastructuur, vastgelegd in het Verdrag, impliceert dat een nationaal verbod zonder de oprichting van een dergelijke installatie in strijd zou zijn met de bepalingen uit het verdrag: Omdat de oplossing voor het aanleggen van ontgassingsinstallaties is opgenomen in dit verdrag, zou een nationale beperking zonder het aanleggen van ontgassingsinstallaties in strijd zijn met de bepalingen uit het verdrag. Deze redenering is volgens Arcuri en Erol echter twijfelachtig. Artikel 5.02 van de 2017 Wijzigingen van het CDNI bepaalt: De Verdragsluitende Staten verplichten zich ertoe om infrastructurele en andere voorzieningen voor de afgifte en inname van restlading, overslagresten, ladingrestanten, waswater en dampen tot stand te brengen dan wel te laten brengen. Dit is een positieve verplichting, wat inhoudt dat de staat verplicht is iets te doen. Niets in het verdrag belet de Nederlandse staat om deze infrastructuur al te realiseren. De redenering van de minister zou deugdelijk zijn als de bepaling zou zijn geformuleerd als een negatieve verplichting, dat wil zeggen een verplichting iets niet te doen. Het artikel had bijvoorbeeld kunnen luiden: De Verdragsluitende Staten verbinden zich er niet toe de infrastructuur op te zetten of te laten opzetten vóór het verdrag is in werking getreden. Nergens in het verdrag kan echter zo’n negatieve verplichting gevonden worden. Dit betekent dat, mocht de Nederlandse staat dat willen, nu al kan worden begonnen met het opbouwen van een dergelijke infrastructuur. Evenzo is er in het verdrag geen verplichting om varend ontgassen niet te verbieden of varend ontgassen niet door te voeren in nationale regelgeving voordat het verdrag in werking treedt. Het verdrag stelt een algemene en onvoorwaardelijke verplichting om varend ontgassen te verbieden. Nederland kan varend ontgassen dus verbieden voordat het verdrag in werking treedt. Sterker nog, als art. 18 VCLT überhaupt moet worden ingeroepen, kan het zijn om het tegenovergestelde te beweren. In dit verband moeten we opmerken dat een van de belangrijkste doelstellingen van het CDNI verdrag de bescherming van het milieu is. Er is onderhandeld over de CDNI-amendementen van 2017 om dit doel te realiseren. De onderhandelingen waren succesvol en consensus tussen de Overeenkomstsluitende partijen over inhoudelijke wijzigingen zijn bereikt. In 2017 heeft de CDNI Wijzigingen zijn aangenomen door de Conferentie van de Verdragsluitende Partijen. Dit draagt er getuige van dat een internationaal gecoördineerde oplossing voor varend ontgassen bestaat. Het is dan moeilijk te begrijpen hoe het doel en doel van de amendementen van 2017, dat is om het milieu te beschermen door een verbod op varend ontgassen uit te vaardigen, kan worden overtreden door een daarop gerichte binnenlandse regeling. In de brief van het ministerie staat verder dat het verboden zou zijn ‘het verdrag voorlopig toepassen’. In het rapport Floating Degassing in the Netherlands: Rights and Obligations under International Law hebben Arcuri en Erol echter al aangetoond dat staten het recht hebben om varend gassen te reguleren om andere redenen dan de veiligheid tijdens de navigatie. Die andere redenen omvatten ook de bescherming van het milieu. Dit is iets anders dan voorlopige toepassing van de CDNI-amendementen. Bijvoorbeeld volgens art. 7.2.3.7.0 van de bijlagen bij het ADN kan een ontgassingsverbod worden geregeld via nationale wettelijke maatregelen, zoals ik op Sargasso ook al meerdere keren heb betoogd. Eenzijdige binnenlandse maatregelen verenigbaar met de Wijzigingen van 2017 zouden volgens Arcuri en Erol dan ook niet noodzakelijkerwijs neerkomen op een voorlopige toepassing van het CDNI verdrag. Praktische argumenten tegen een nationaal ontgasverbod Afgezien van de kwestie van de verenigbaarheid met het internationaal recht, geeft de minister andere argumenten met betrekking tot de effectiviteit van een nationaal verbod op varend ontgassen, zoals het onvoldoende aantal ontgassingsinstallaties. In het eerdere rapport houden Arcuri en Erol zich niet bezig met vragen over effectiviteit, omdat ze zich alleen richten op de vraag of gerechtelijke stappen niet mogelijk zijn vanwege internationaal recht. Hoewel deze argumenten buiten het bestek van hun rapport vallen, merken ze op dat het de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat is om een oplossing voor dit probleem te vinden. Het is ook begrijpelijk dat er niet genoeg installaties zijn, aangezien varend ontgassen is toegestaan. De instelling van een nationaal verbod (met een gewenningsperiode) zou de oprichting van dergelijke installaties kunnen bespoedigen. Zoals het er nu uitziet, lijkt de situatie op een kip-ei-probleem: omdat er onvoldoende ontgassingsinstallaties zijn is de minister van mening dat varend ontgassen niet verboden kan worden en omdat er geen regel is die varend ontgassen verbiedt, wordt de betreffende infrastructuur niet aangelegd. Het risico van deze redenering is dat tekortkomingen in het huidige economisch systeem kan worden ingezet als excuus om niet te handelen. Bovendien, overwegende dat de onderhandelingen over de wijziging in 2012 zijn gestart en afgesloten in 2017 en dat de verwachting was dat alle leden dat in 2020 zouden moeten doen hebben geratificeerd, kan het redelijk zijn geweest om al jaren geleden begonnen te zijn met de aanleg van de infrastructuur. Evenzo heeft Nederland de wijziging van 2017 in 2020 geratificeerd, en had het volgens Arcuri en Erol aantoonbaar werk moeten maken van praktische oplossingen uitvoering te geven aan het overeengekomen verbod op varend ontgassen. Het ontbreken van bestaande ontgassingsinstallaties is  waarschijnlijk geen rechtvaardiging voor het niet nakomen van deze verplichtingen. Kortom, in het licht van haar mensenrechtenverplichtingen en het feit dat het CDNI binnenkort in werking kan treden, staat de Nederlandse regering onder druk verplichting om de voorwaarden te scheppen voor de uitvoering van het verbod. Ook stelt de minister dat een nationaal verbod de kosten bij de schippers zou leggen. De wijzigingen van het CDNI uit 2017 bepalen dat de verlader de kosten van het verantwoord ontgassen van een schip moet dragen. Uit de brief van de minister wordt niet duidelijk waarom de Nederlandse geen verordening kan aannemen die deze regel uit het Verdrag al volgt. Bij de uitvoering van het CDNI-verdrag zal de Nederlandse deze regel sowieso volgens nationaal recht moeten uitvoeren en, vanuit internationaalrechtelijk oogpunt, is er geen reden om geen regel vast te stellen die de kosten al bij de bevrachter legt. Kortom, met betrekking tot de argumenten rond effectiviteit, willen we dat graag benadrukken dat het ontbreken van voldoende voorwaarden om een verbod uit te voeren (zoals het ontbreken van van voldoende ontgassingsinstallaties) lijkt Arcuri en Erol geen legitiem argument om verder te gaan uitstellen van de goedkeuring van de noodzakelijke wetgeving ter bescherming van de Nederlandse burgers en de milieu tegen de schade veroorzaakt door drijvende ontgassing. Europees Verdrag voor de rechten van mens Tot slot stelt de brief van de minister dat Nederland zijn mensrechtenverplichtingen vervult door het initiatief te nemen voor de CDNI 2017 Wijzigingen. Arcuri en Erol stellen dat prijzenswaardig is dat Nederland een actieve rol heeft gespeeld bij de totstandkoming en goedkeuring van de amendementen. Maar dat de enkele handeling van het onderhandelen over en ratificeren van een conventie waarschijnlijk niet zal volstaan om aan de zorgplicht te voldoen. Evenzo is het volgens hen moeilijk in te zien hoe het feit dat een uitvoeringsregeling gereed is, maar niet uitgevoerd kan worden, gelijkgesteld kan worden aan de naleving van mensenrechtenverplichtingen. Als dit het geval zou zijn, zouden veel regeringen internationale wetgeving en/of wetsontwerpen kunnen gebruiken om mensenrechtenverplichtingen te omzeilen. De belangrijkste vraag is of de rechten op leven en op gezinsleven voldoende zijn beschermd door de enkele bekrachtiging of het bestaan van een uitvoeringsverordening. Gezien de stagnerende situatie rond drijvende ontgassing en het feit dat internationaal verdragen zijn ingezet als argument om niet op te treden, is het volgens Arcuri en Erol de vraag of in in dit geval de bekrachtiging en het bestaan van een uitvoeringsverordening beschouwd kan worden als een voldoende voorwaarde om aan de mensenrechtenverplichtingen te voldoen. Moties Tweede Kamer In de Tweede Kamer zijn vorige week vier moties ingediend over varend ontgassen. Lammert van Raan, PvdD, heeft een motie ingediend waarin hij oproept om binnen 3 maanden tot een nationaal verbod op varend ontgassen te komen. De motie van Kröger, GroenLinks, Alkaya, SP, en De Hoop, PvdA, verzoekt de regering om een nationaal verbod op varend ontgassen aan te kondigen en om alles in het werk te stellen om de besluiten te nemen zoals geformuleerd in de roadmap om een nationaal verbod ook daadwerkelijk zo snel mogelijk in te laten gaan. Tjeerd de Groot, D66, heeft een motie ingediend waarin hij het Kabinet oproept om provincies aan te sporen haast te maken met vergunningverlening aan ontgassingsinstallaties en provincies daar waar nodig en mogelijk in bij te staan. Ook roept hij het Kabinet op om parallel een landelijk verbod op varend ontgassen voor te bereiden dat in moet gaan als er een netwerk van ontgassingsinstallaties gerealiseerd is of als Zwitserland het CDNI-verdrag ratificeert. Pouw Verweij, JA21, en Van der Plas, BBB, hebben een motie ingediend waarin ze het ministerie oproepen om in overleg te gaan met de industrie om uit te zoeken welke ruimte nodig is voor alternatieven voor varend ontgassen En om in overleg met de Inspectie Leefomgeving en Transport, de betrokken overheden en het bedrijfsleven in overleg te gaan om het bedrijfsleven voldoende aanwezige alternatieve ontgassingscapaciteit te laten inzetten alvorens een algeheel verbod op varend ontgassen ingaat. Conclusie In hun brief komen professor Arcuri en phd-kandidaat Erol tot dezelfde conclusies als ik voor Sargasso al eerder deed: een nationaal ontgasverbod is mogelijk en er is geen internationale belemmering voor de invoering ervan. Dat het ministerie van I&W hulp heeft ingeroepen van het ministerie van Buitenlandse Zaken bevreemd, omdat verschillende provincies in het verleden aan hebben gegeven dat het ministerie een landelijk en provinciaal ontgasverbod tegen hield op basis van een geheim verklaard advies van de landsadvocaat. Dat nu het Verdrag van Wenen inzake het Verdragsrecht wordt aangehaald leest dan ook als een gelegenheidsargument en de brief van Arcuri en Erol bevestigd die indruk. Het maakt ook nieuwsgierig naar het advies van de landsadvocaat. De in de Kamer voorliggende moties zijn van wisselende kwaliteit. De motie van JA21 en BBB klinkt als een voortzetting van de taskforce varend ontgassen, of hoe dat praatcircus tegenwoordig ook heet. Het is het huiswerk dat de minister sinds de aankondiging in 2018 van een landelijk verbod in 2020 al lang en breed had moeten uitvoeren. Zoals Arcuri en Erol ook stellen is er niets in het CDNI of de wijzigingen uit 2017 dat dat verhinderd. Het is eerder politiek, bestuurlijk onwil en meestribbelen van verladers als Vitol, Trafiqura en Glencore. De motie van PvdD roept simpelweg op tot een snel verbod. Daarmee is er nog geen oplossing voor schippers, omwonenden of natuur. Tenzij er gehandhaafd gaat worden op basis van de wet economische delicten, maar dan zijn schippers de dupe in plaats van verladers. De motie van D66 en die van GroenLinks, SP en PvdA geven allebei blijk van besef dat er naast een verbod ook gewerkt moet worden aan een netwerk van ontgassingsinstallaties. Waarbij de motie van GroenLinks, SP en PvdA de minister vastklinkt aan zijn eigen roadmap. Al kom ik daar alleen een uitstelbrief over tegen.

Door: Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.
Foto: Inland tanker Vlissingen. Foto BoH, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons.

Varend ontgassen en internationaal vs nationaal recht

Eerder deze week publiceerde Sargasso over het rapport van ‘Floating Degassing in the Netherlands: Rights and Obligations under International Law‘. De eerdere publicatie was vooral op basis van berichtgeving bij Omroep Flevoland en NRC. Inmiddels hebben we het rapport zelf doorgelezen, een presentatie over het rapport door de onderzoekers bijgewoond en de reactie van de minister gelezen. Tijd dus voor wat meer inhoudelijke duiding. Te beginnen bij het rapport van de Erasmus Universiteit. Kleine spoiler: de onderzoekers van de Erasmus Universiteit hebben nog niet gereageerd op de brief van Minister Harbers.

Ontstaansgeschiedenis van rapport

Het rapport is het gevolg van een vraag van Omroep Flevoland aan de Erasmus Universiteit. Een vraag die deels voort is gekomen uit overleg van ondergetekende met Omroep Flevoland over het ontbreken van de onderbouwing van het internationale verbod op een nationaal verbod op varend ontgassen. NRC heeft zich later aangesloten bij Omroep Flevoland. Sargasso is daarbij helaas buiten de boot gevallen, als vrijwilligersclub hebben we nou eenmaal niet het geld en de capaciteit om volop mee te draaien in een dergelijk onderzoekstraject. Niks mis mee, Omroep Flevoland en NRC hebben belangrijke informatie boven tafel gekregen.

Die informatie verder gaat dan enkel het rapport. Bijvoorbeeld dat binnenvaarttankers nog steeds ontgassen in Natura2000 gebied (De Biesbosch) in provincies met een provinciaal ontgasverbod. Dat schippers en hun bemanning last hebben van gezondheidsklachten tijdens het varend ontgassen en dat de Inspectie Leefomgeving & Transport de rol van de Arbeidsinspectie vervuld bij binnenvaarttankers. Een taak die volgens de Inspectie niet bovenaan hun prioriteitenlijst staat en waar je je van kunt afvragen of het bij hun kerntaken hoort. Vraag aan de politiek: hebben schippers en hun bemanning niet gewoon recht op een veilige, gezonde werkomgeving en een fatsoenlijke inspectie met verstand van arbeidsomstandigheden die daar op toe ziet? Het gaat om zeer zorgwekkende stoffen, stoffen waar in elke sector strikte voorwaarden voor blootstelling tijdens werk gelden. Voor benzeen is de maximale blootstelling 0,2 ppm of 8 mg/m3 gedurende 8 uur. Ik betwijfel of die concentratie gehaald wordt op binnenvaarttankers tijdens het varend ontgassen van benzeen…

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Closing Time | Alles Neu

Peter Fox, een van de frontmannen van de Duitse raggae/dancehallcombinatie Seeed, heeft solo een paar van mijn favoriete liedjes gemaakt. Helaas, jarenlang moesten we hem op Spotify missen,  maar hij heeft een nieuwe single, en hij is terug! Het nieuwe werk kan me vooralsnog niet bekoren, maar dat mag de pret niet drukken. Daarom vanavond ‘Alles Neu’. Ik had natuurlijk ‘Haus am See’ ook kunnen plaatsen, maar dat staat inmiddels in de top2000, en als rechtgeaarde snob ga ik dat natuurlijk niet meer in het openbaar pushen.

Foto: Schermafbeelding documentaire Notes Under a Cherry Tree (2022) van Suspilne Novyny, Oekraïne

Docu van de week | Notes under the cherry tree

Stevo Akkerman. journalist en vaste columnist van dagblad Trouw, riep de Nederlandse televisie op (betaalmuur) de documentaire ‘Notes under the cherry tree’ uit te zenden. Dat gaat over de moord op de Oekraïense dichter en kinderboekenschrijver Volodymyr Vakoelenko.

Volodymyr Vakoelenko werd door de Russen doodgeschoten tijdens de bezetting van Izium, een stad in de provincie Kharkiv Oblast. Nadat de stad werd bevrijd door Oekraïense troepen werden massagraven ontdekt.

Na de bevrijding van Izium gingen journalisten van ‘Suspilne Novyny’ (de Oekraïense nieuwszender) op zoek naar Volodymyr Vakoelenko. Mede aan de hand van notities uit het dagboek van Vakuleko, dat hij had begraven onder een kersenboom, resulteerde dit in een documentaire “over de vernedering en uitroeiing van Oekraïense burgers door toedoen van het Russische regime, getoond aan de hand van het tragische verhaal van een kinderschrijver”, zegt Kateryna Lyhoglyad, de regisseur van de film.

‘Notes under the cherry tree’ ging 29 december 2022 in première op het Youtubekanaal van Suspilne Novyny.

Meer te lezen bij het IMI (Institute of Mass Information), een non-profit, niet-gouvernementele organisatie die sinds 1995 in de publieke sector werkt en projecten uitvoert die ‘gericht zijn op het vergroten van de positieve invloed van de media op de vestiging van het maatschappelijk middenveld in Oekraïne’.

Foto: BoH, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons Binnenvaarttanker Jade in het Calandkanaal

Hoogleraar internationaal recht: geen belemmering voor verbod ontgassen

NIEUWS - Wat Sargasso in november 2021 al schreef op basis van informatie van Ton Quist is nu bevestigd door Professor Alessandra Arcuri van de Erasmus School of Law: een nationaal verbod op varend ontgassen kan, er is geen enkele internationale belemmering. Sterker nog: het lijkt erop dat Nederland op basis van mensenrechtenverdragen het varend ontgassen van zeer zorgwekkende stoffen juist wél moet verbieden. Kamerlid Susanne Kröger, GroenLinks, heeft bij Omroep Flevoland aangekondigd de minister vandaag om een landelijk verbod op varend ontgassen te vragen.

Wat is varend ontgassen ook al weer?

Varend ontgassen gebeurd in de tankvaart en is nodig omdat er in de tanks van binnenvaarttankers die chemicaliën en aardolieproducten vervoeren ladingrestanten en ladingdampen achterblijven nadat de tanks geleegd zijn. Deze ladingrestanten en ladingdampen moeten uit het ruim verdwijnen voordat er een nieuwe lading aan boord komt. Dat heet ontgassen. Bij ontgassen komen vluchtige organische stoffen vrij, waaronder gevaarlijke en zeer zorgwekkende stoffen, zoals benzeen. Deze stoffen zijn kankerverwekkend en kunnen onder andere leukemie veroorzaken. Volgens het RIVM is er geen veilige concentratie waaronder geen effecten voorkomen. Er kan altijd gezondheidswinst worden behaald door reductie van de uitstoot van benzeen. Daarom geldt voor de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen een minimalisatieplicht en vijfjaarlijkse informatieplicht.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | Luetzi Lebt

Ons bereikt net het nieuws dat Greta Thunberg gearresteerd is in het Duitse Lützerath, het dorp dat al weken het middelpunt is van protesten tegen de bruinkoolwinning, één van de meest vernietigende vormen van mijnbouw die er is, voor een grondstof die nóg vervuilender is dan steenkool. Dit nummer is daarom (en eigenlijk altijd) een mooie en welkome aanvulling voor onze Moeder Aarde-serie. Een engelse vertaling van de tekst is te vinden onder het nummer op Youtube.

Foto: Conspiracy , Señor Supersol2016, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons.

Complotdenken in Nederland en Europa

ANALYSE - van Daniël van Wijk, Maria Eismann en Aart C. Liefbroer

Aan de hand van de grootschalige, representatieve en internationaal vergelijkbare enquêtedata van de European Social Survey laten NIDI-onderzoekers zien dat er grote verschillen bestaan binnen Europa in de steun voor complottheorieën. Eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Sinds de start van de coronapandemie is er veel aandacht voor het geloof in complottheorieën, zowel in de wetenschap als in de media en het maatschappelijk debat. Inmiddels is er redelijk wat bekend over de achtergronden en gevolgen van complotdenken. Waar minder over bekend is, is de mate waarin inwoners van verschillende landen complottheorieën ondersteunen. In dit artikel laten wij zien dat er grote verschillen bestaan binnen Europa in de steun voor complottheorieën. Hiervoor gebruiken we de grootschalige, representatieve en internationaal vergelijkbare enquêtedata van de European Social Survey (ESS). We bekijken drie stellingen over complottheorieën die zijn toegevoegd in Ronde 10 van de ESS, waarvoor de data – verzameld tussen 2020 en 2022 in een groot aantal Europese landen – recent beschikbaar zijn gekomen. Eerst onderzoeken we in hoeverre Nederlandse respondenten het eens zijn met elk van deze stellingen, daarna plaatsen we Nederland in de bredere Europese context door deze aantallen te vergelijken met een selectie van Europese landen.

Foto: Sage Ross (cc)

Mensen die we missen: Aaron Swartz

Vandaag, tien jaar geleden, stierf Aaron Swartz. Naar verluidt was hij moe gestreden, kapot geprocedeerd en wilde hij niet langer  leven met het brandmerk ‘misdadiger’. Zijn betekenis voor het internet en dus voor ons:

Op 14-jarige leeftijd co-auteur van RSS versie 1.0.

Nam deel aan een werkgroep van het World Wide Web Consortium om te helpen bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke gegevensformaten die op het World Wide Web worden gebruikt.

Was een van de eerste architecten van Creative Commons en ontwikkelaar van de Internet Archives’ Open Library.

Richtte softwarebedrijf Infogami op dat later fuseerde met de online nieuwssite Reddit, waar hij mede-eigenaar van werd.

In 2008 richtte hij Watchdog.net op. Doel: meer politieke transparantie. Die website lijkt niet meer te bestaan.

Startte in 2010 Demand Progress op en voerde campagne tegen twee internetcensuurwetten (SOPA/PIPA).
Dat jaar begon hij aan Harvard University’s Edmond J. Safra Centrum voor Ethiek  ook een onderzoek naar de invloed van ‘het grote geld’ op instellingen, politiek en publieke opinie.

Als internetactivist streefde Aaron Swartz naar het gratis beschikbaar maken van overheids- en academische gegevens voor het publiek. De luis in de pels, de ‘pain in the ass’, werd vervolgd voor het openbaar maken van allerlei gegevens die tot dan voor het publiek onbereikbaar waren:

Closing Time | In de toekomst

De toekomst is al weer vier dagen oud. Hoeveel toekomst er ons rest, is gissen. Valt er wel wat te zeggen over hoe de toekomst er uit ziet?

David Byrne deed in 1984 wat voorspellingen. Deze lijkt al aardig uitgekomen:

In the future there will be so much going on that no one will be able to keep track of it.

‘In the future’ is onderdeel van Music for The Knee Plays, een serie muziekjes die als intermezzo’s tussen de scenes van de opera ‘the CIVIL warS’ van theatermaker Robert Wilson. De opera (vijf akten in een dag tijd) is nooit in zijn geheel uitgevoerd. In 1984 ging wel ‘Music for the Knee Plays’ in première.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: European Parliament (cc)

Euro leidt tot prijsexplosie in Kroatië

Kroatië heeft per 1 januari de euro ingevoerd en is nu ook officieel toegelaten tot de douanevrije Schengenzone. Een voordeel voor de West-Europese toerist, die nu  zonder paspoortcontrole en met euro’s naar Kroatië op vakantie kan gaan. Het land is binnenkort al tien jaar lid van de EU. De recente maatregelen completeren de aansluiting bij de West-Europese kern-lidstaten. Het overwegend katholieke Kroatië heeft daar al meer dan dertig jaar naar uitgekeken. Het heeft zich in 1991, samen met Slovenië, onafhankelijk verklaard van de Joegoslavische Federatie die door Servië werd gedomineerd. Die onafhankelijkheid werd vrijwel meteen erkend door het nog maar pas verenigde Duitsland van CDU Bondskanselier Helmut Kohl. Een Alleingang ten tijde van de Joegoslavische burgeroorlog die niet door iedereen werd gewaardeerd.

Veel Kroaten reageerden deze week woedend op de gevolgen van de invoering van de Euro. Wat andere landen al eerder meemaakten gebeurt ook hier: de overgang naar een nieuwe munt wordt door nogal wat ondernemers aangegrepen voor een forse verhoging van de prijzen. De regering houdt vol dat nieuwe prijzen correct berekend moeten worden en dat de consument niet de dupe mag worden van de invoering van de euro. Maar volgens klagers op sociale media is een kop koffie in een café in euro’s gerekend 10 tot 20 cent duurder dan eind december. Een brood is 7 cent duurder, kaas een kwart duurder en een pizza bijna een derde duurder. De minister van Economische Zaken Davor Filipović heeft dinsdag spoedberaad gehouden over de prijsstijgingen. ‘Alle opties liggen op tafel,’ verklaarde hij na afloop ‘van zwarte lijsten tot het bevriezen van prijzen voor een breed scala aan producten.’ 

Vorige Volgende