We rotzooien maar wat aan met energiebeleid
OPINIE - Het Nederlandse energiebeleid is een wirwar van afspraken, regelingen en subsidies. Nooit wordt expliciet een beleidskeuze gemaakt.
Het Nederlandse energiebeleid is al jaren een zooitje. De grondslagen van de zwabberkoers werden gelegd door de paarse kabinetten, die een liberaliseringsoperatie inzetten zonder dat nagedacht was over de borging van publieke belangen. Laat staan dat er instrumenten waren ontwikkeld om publieke belangen rond energie veilig te stellen. De teloorgang van het energiebeleid is eind vorig jaar pakkend beschreven in Noud Köper’s boek Verslaafd aan Energie en begin dit jaar in het themanummer Land van Gas en Kolen van De Groene Amsterdammer.
De strekking van deze twee publicaties is vergelijkbaar: er lijkt geen enkele lijn in het zigzaggende Nederlandse energiebeleid van de afgelopen vijftien jaar te zitten. Of toch? De gevolgde koers blijkt achteraf vooral de belangen van de energie-intensieve industrie hebben gediend, en de belangen van de verkoop van aardgas van eigen bodem. En met wat duurzaam strooigoed is het groene deel der natie een tijdlang zoet gehouden.
Begrijp me goed: ik vind het legitiem specifieke belangen beleidsmatig veilig te stellen. En begrijp me opnieuw goed: ik vind het ook begrijpelijk dat daarbij – impliciet – voor fossiel uit eigen bodem en goedkope energie voor de zware industrie is gekozen.