Hulspas weet het | Zo wijs als een bacterie
COLUMN - Bacteriën houden niet van zwemmen. Voor een microscopisch levensvormpje is gewoon water zeer viskeuze materie, en zwemmen is dus zwaar werk. Maar hij moet wel. Anders vind je niks. Een bacterie zwemt gewoon rechtuit, totdat hij een signaal krijgt dat er uit een bepaalde richting meer voedzame moleculen langskomen. Dan maakt hij een koprol, en zwemt weer door – in de hoop dat hij na de koprol in een gunstiger richting zwemt. Is dat niet het geval, dan wordt er weer een koprol gemaakt, enzovoorts.
Johannes Keegstra, een promovendus van de Systems Biology groep van het AMOLF, bouwde een speciale microscoop waarmee hij het zwem-signaal-tuimelgedrag van één enkele bacterie kan volgen. Hij ontdekte dat genetisch identieke bacteriën zich heel verschillend kunnen gedragen. Keegstra:
Elke bacterie lijkt een eigen persoonlijkheid te hebben. We vonden bijvoorbeeld dat de chemische drempelconcentratie waarop ze reageren, aanzienlijk verschilt tussen bacteriën.
Daarnaast zag hij dat het signaalsysteem in een bacterie het ene moment gevoeliger is dan de andere. Hetzelfde signaal was de ene keer een tuimeling waard maar even later niet meer. Keegstra:
De aanzienlijke variatie in stemmingen zou kunnen betekenen dat sommige bacteriën zich gedragen als verkenners die afgelegen, grote gebieden onderzoeken met slechts soms een belangrijk resultaat, terwijl anderen dichtbij blijven en efficiënt gebruik maken van wat daar te vinden is. Zo’n verdeling van de arbeid kan gunstig zijn voor de hele populatie.