Ingo Piepers

41 Artikelen
14 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Exploitatie van gas door het niet te leveren

gaskraanWat wil Rusland eigenlijk? Over het gedrag en de intenties van Rusland wordt nogal gespeculeerd. Dat is begrijpelijk: Rusland blijft namelijk verrassen. Ook het laatste nieuws – vandaag – over de mislukte hervatting van gasleveranties aan Europa via de Oekraïne, stelt niet bepaald gerust. Telkens lijkt de EU een werkbaar compromis – over schuldbetalingen en vermeende gasdiefstal door de Oekraïne – voor zowel Rusland als de Oekraïne te hebben bereikt, of het conflict krijgt alweer een nieuwe wending. Gisteren bleek de Oekraïne niet in staat een testleverantie van gas te kunnen uitvoeren. Experts beweren dat deze leverantie vanwege de beperkte omvang ervan en de routering door het pijpenstelsel, gedoemd was te mislukken. Rusland beschuldigt de Verenigde Staten met inmenging in dit conflict, en manipulatie van de Oekraïne. Rusland verwijst daarbij naar een partnership agreement dat december vorig jaar door de VS en de Oekraïne werd afgesloten, met daarin een clausule over energiesamenwerking. De VS wijzen deze beschuldiging als baseless van de hand. Enige twijfels over de intenties van Rusland – ook in dit specifieke geval – lijken echter wel gerechtvaardigd.

18 Europese landen ondervinden nu in meer of mindere mate problemen met hun gastoevoer. In een aantal Oost-Europese landen wordt niet alleen ernstige kou geleden, maar worden fabrieken ook gedwongen hun activiteiten te verminderen. Alsof de financiële en economische crisis nog niet genoeg is.
Volgens experts zou Rusland kunnen kiezen tussen twee ‘scenario’s’: samenwerking met het Westen, of competitie en conflict. Volgens mij is die keuze in Moskou – helaas- wel gemaakt. De inschatting die daar lijkt te zijn gemaakt is dat met competitie en conflict, de belangen van Rusland en haar politieke en economische elite, beter zijn gediend. En dat zou weleens een – ongewenste – maar juiste Russische calculatie kunnen zijn, ten minste als het nationale belang als uitgangspunt wordt genomen. Rusland dicteert het ‘spel’, door zich niet aan de regels ervan te houden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wordt het integratie of desintegratie?

2009 Is een belangrijk jaar. In dit jaar wordt in belangrijke mate ‘bepaald’ wat de ontwikkelingsrichting van onze planeet zal zijn: verdergaande integratie, of desintegratie. Een korte uitleg waarop deze best wel dramatische conclusie is gebaseerd. De ‘wording’ van Europa – een redelijk goed goedresultaat, via een lange en vooral bloedige weg – is een interessante case study ter inleiding.

Europa heeft zich in de afgelopen 500 jaar ontwikkeld van een anarchistische verzameling van staten naar een ‘waardengemeenschap’ waarin – over het algemeen – het Europese belang prevaleert boven nationale belangen, en ruzies tussen Europese staten niet meer worden beslecht door oorlog en geweld. Conflicten waren in dit Europese integratieproces in hoge mate instrumenteel. Een goed gesprek bleek vaak niet mogelijk of onvoldoende. Vier grootschalige conflicten – systeemoorlogen, dat wil zeggen conflicten ter grootte van het systeem – leverden telkens een ‘nieuw’ – beter georganiseerd Europees systeem op (de Dertigjarige Oorlog, de Franse Revolutionaire en Napoleontische Oorlogen en de Eerste en Tweede Wereldoorlog). Door deze vier oorlogen werd het Europese systeem als het ware weer (tijdelijk) in balans gebracht; dat wil zeggen dat de verhoudingen in – en de spelregels van het systeem weer even een afspiegeling vormden van de feitelijke machtsverhoudingen. Op basis van deze vier systeemoorlogen kunnen vier relatief stabiele perioden worden onderscheiden. Tijdens deze perioden vonden ‘slechts’ kleinschalige oorlogen in Europa plaats. Het blijkt dat de oorlogsfrequentie lineair afnam (tot nul na de Tweede Wereldoorlog), met andere woorden de stabiliteit van Europa lineair toenam. (Voor meer achtergrond informatie).
Vanaf 1945 is er geen sprake meer van een Europees internationaal systeem, maar van een globaal systeem, met andere spelers, die in toenemende mate de internationale dynamiek beïnvloeden, zoals China, Japan, Brazilië, India, etc. Europa is weliswaar niet meer een anarchistisch systeem, op mondiaal niveau is dat nog wel degelijk het geval. Een dergelijk – veelal niet planmatig – integratieproces dat zich in Europa heeft voltrokken (maar nog niet is afgerond) vindt nu plaats op mondiaal niveau. Het gaat met horten en stoten, net zoals dat in Europa het geval was.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wie brengt Israël eindelijk tot bezinning (2)?

Over de intenties en strategieën van Israël en Hamas wordt hevig gespeculeerd in de media. Wat willen Israël en Hamas bereiken met deze gewelddadigheden? Hoe gaat dit verder? Ik zal trachten – voorzover dat kan – de strategische intenties van beide partijen te doorgronden. De titel van deze bijdrage zou er op kunnen wijzen dat dit geen objectieve analyse is, maar vooral een oordeel over het Israëlische optreden. Dat klopt, ik sluit deze analyse af met een oordeel.

Veelal wordt een zekere rationaliteit verondersteld bij strijdende partijen. Maar ‘rationaliteit’ is ook in deze een betrekkelijk begrip. Zijn zelfmoordaanslagen logisch? Niet helemaal een willekeurige vraag in deze context. Ja, deze blijken inderdaad logisch volgens een analyse van Robert Pape “The strategic Logic of Suicide Terrorism” (een paper kan worden gedownload). Zelfmoordaanslagen blijken vooral bruikbaar om “moderne liberale democratieën” tot territoriale concessies te dwingen. It pays to die, volgens Pape.

Startpunt voor deze analyse is het (rationele) uitgangspunt door Clausewitz geformuleerd (vrij vertaald): dat oorlog – en wat mij betreft ook terrorisme – de voortzetting zijn van politiek, maar dan met andere middelen. Oorlog en terrorisme ‘zijn’ politiek. Zowel Israël als Hamas streven (uiteindelijk) politieke doelstellingen na. Althans dat zou je dan (moeten) denken. Hier valt namelijk nog wel wat op af te dingen, zonder nu mijn eigen analyse meteen te willen ondermijnen. Geweld en oorlog zijn in beide ‘landen’ namelijk in in hoge mate onderdeel van beide samenlevingen geworden, en genereren een eigen vaak destructieve dynamiek. Organisaties en personen ontlenen in belangrijke mate hun bestaansrecht en prestige aan de toepassing van geweld. Deze vicieuze cirkel zal voor een duurzame oplossing van het conflict moeten worden doorbroken.

Allison heeft naar aanleiding van de Cubacrisis (1962) een bruikbaar denkmodel ontwikkeld om intenties en strategieën van strijdende partijen te analyseren: “Essence of Decision, Explaining the Cuban Missile Crisis” heet deze analyse. Hij onderscheidt drie analyseniveaus als het over besluitvorming gaat: (1) Het rationele-actor model, uitgangspunt van deze benadering is dat partijen rationeel (verstandig) handelen om hun strategische doelstellingen te realiseren. (2) Het organisatie-proces model, waarbij ervan uit wordt gegaan dat organisatie(onderdelen) die betrokken zijn bij het conflict eigen belangen en een eigen dynamiek hebben. En (3), het laatste analyseniveau, het bureaucratische strijdmodel, waarbij de strijd tussen individuen (van dezelfde partij) de besluitvorming beïnvloedt. Overigens wordt het eigen optreden (in de media) altijd beargumenteerd aan de hand van het rationele actor model. Elke partij zegt – en denkt vaak – rationeel te handelen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wie brengt Israël eindelijk tot bezinning?

De Verenigde Staten blokkeren een uitspraak van de Veiligheidsraad over de gewelddadigheden in de Gazastrook. Dat is een kwalijke zaak. Het Israëlische optreden in de Gazastrook verdient namelijk scherpe afkeuring. Voor dit standpunt is een aantal objectieve criteria aan te wijzen:

1. Zelfverdediging. Israël beroept zich op haar recht op zelfverdediging. Dit militaire optreden zou een reactie zijn op provocaties – willekeurige raketbeschietingen op Israëlisch grondgebied door Hamas vanuit de Gazastrook – en de beëindiging van de wapenstilstand door Hamas. Dat klopt. Ook Israël heeft recht op zelfverdediging, maar niet op de wijze zoals dit nu gebeurt (zie de volgende punten). Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat deze provocaties van Hamas niet het startpunt zijn van dit conflict. Israël houdt de Gazastrook al voor langere duur in een economische wurggreep en ontneemt de Palestijnen een menswaardig bestaan. Door deze wurggreep tracht Israël Hamas ‘los te weken’ van de Palestijnse bevolking. Punt is dat Israël ook de gematigdere partij van Abbas geen enkel perspectief biedt. Kort gezegd: Israël kan zich slechts in zeer enge zin op zelfverdediging beroepen, en nota bene in hoge mate in een situatie die door Israël zelf is gecreëerd.

2. Andere middelen. Alvorens geweldsaanwending aan de orde kan zijn, moeten alle andere middelen hebben gefaald. Israël heeft nagelaten alle andere middelen volledig te benutten. Zie ook punt 1.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kabinet onderschat ernst economische crisis en laat kansen lopen

De omvang en impact van de financiële en economische crises kunnen nog steeds niet helemaal worden vastgesteld; de crises zijn nog niet gestabiliseerd. Wel is duidelijk dat telkens weer nieuwe dieptepunten worden bereikt en negatieve verwachtingen worden overtroffen: het is moeilijk om te pessimistisch te zijn. Alle seinen staan op rood. Om er maar eens een paar te noemen. Huizenprijzen dalen ‘over de hele linie’, zoals uit onder andere The Economist’s house-price indicators blijkt. Ook de huizenprijzen in Nederland zullen (verder) dalen, wordt algemeen aangenomen. Investeringen blijven achter en het consumenten- en producentenvertrouwen in de eurozone is in de maand november ingezakt tot het laagste niveau sinds 1993 (zie o.a. dit artikel). Ook de Chinese export leidt boven verwachting onder de financiële en economische malaise. Dit terwijl de sociale en politieke stabiliteit in China in belangrijke mate afhankelijk zijn van de economische groei die kan worden gerealiseerd. In China wordt politieke stabiliteit gekocht, maar dat terzijde.

Nog niet zolang geleden werd nog verondersteld dat de ontkoppeling van de internationale economie een feit zou zijn, en dat China ‘ons’ – de VS en Europa – uit de ellende zou kunnen trekken. Echter niets is minder waar: deze recessie hakt erin.
Deze recessie heeft, net zoals de voorgaande, een reeks consequenties. De economische crisis laat bijvoorbeeld (nieuwe) breuklijnen in Europa zien: terwijl Engeland en Frankrijk aandringen op stimulerings- en fiscale maatregelen, voelt Duitsland hier niet zoveel voor en neemt een afwachtende houding aan. Nog los van de vraag wat wijsheid is, blijkt in ieder geval – helaas – dat Europa wederom geen eenduidige aanpak kan definiëren. De recessie tast de Europese eenheid aan.
En ja, er is nog een slachtoffer: het klimaat, en dus wij allemaal. Noodzakelijk maatregelen om de uitstoot van o.a. CO2 terug te dringen, komen ter discussie te staan: nu even niet, dat kunnen we ons niet permitteren is de gedachte. Dat zal een grote (reken)fout blijken te zijn.
Maar gelukkig hebben we de Nederlandse regering nog: een baken van rust en zelfvertrouwen in deze roerige tijden. “De kans is groot dat we afstevenen op een recessie” zei premier Balkenende vorige week. Het kwartje is dus wel gevallen, eindelijk na al die sussende – maar ongeloofwaardige – woorden van onze premier en minister van Financiën, het afgelopen jaar. Het CPB was wat explicieter: ja de economie zal in 2009 0.75% krimpen, de werkeloosheid zal stijgen, en het begrotingstekort zal oplopen, maar de politieke boodschap is er vooral een van ‘geen paniek’.
De politieke discussie in Nederland beperkt zich tot de constatering dat we voorbereid zijn op een recessie, de vraag of de begrotingsregels marginaal mogen worden opgerekt, en over de wens van de oppositie een parlementair onderzoek te starten naar de oorzaken van de crisis. De Nederlandse bijdrage aan het plan van de Europese Commissie om 200 miljard Euro in de economie te pompen, krijgt wat Nederland betreft ook niet meer dat een symbolische invulling, zoals zich nu laat aanzien. Symptomen van collectieve ontkenning.
Niet dat ik voorstander ben van paniek, integendeel. Maar de ‘geen paniek’ benadering van deze crisis, hoeft niet enige daadkracht en visie van ons kabinet in de weg te staan. Want op basis van welke argumenten en logica is nu eigenlijk de afweging gemaakt tussen deze passieve houding, en een meer actieve opstelling? Menig econoom, waaronder Paul Krugman, is van mening dat de schade van niets doen, juist groter is dan de langere termijn kosten van een hogere nationale schuld. Nu is de situatie voor en in de VS anders dan in Europa, nog wel anders: in de Eurozone, bijvoorbeeld, kan de rente nog (verder) worden verlaagd dan in de VS.
Recessies geven ook ruimte aan nieuwe ideeën, aan innovatie. Grijp die kans, zou ik zeggen; combineer het onvermijdelijke met het nuttige. Dat is wat we nodig hebben. Nieuwe problemen, vragen om nieuwe antwoorden. En “nieuwe’ problemen zijn er genoeg: klimaatverandering, de Nederlandse infrastructuur die niet meer voldoet, om er maar een paar te noemen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

PvdD en CU beste sites, VVD en SP slechtste sites


De partij voor de Dieren en de Christen Unie hebben de beste site. De site van de Christen Unie valt vooral op door haar overzichtelijkheid en begrijpelijkheid. De sites van de VVD en de SP vallen vooral op door hun onoverzichtelijkheid en onbegrijpelijkheid. De pogingen van de VVD hun site ook tot een verkapte nieuwssite te maken, helpt daarbij zeker niet. Ik heb de sites van de volgende partijen onderzocht: van het CDA, de PvdA, van de VVD, van D66, van GroenLinks, Partij voor Vrijheid, de ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij. Daarbij heb ik een aantal criteria onderzocht: (1) de vermelding van partijbeginselen en standpunten, (2) de vermelding van plannen en prioriteiten, (3) of de site (tot zekere hoogte) interactief is, (4) of sprake is van fondsenwerving, (5) of ik lid kan worden via de site, (6) of de site actueel is, (7) of de site het emailadres van de partijleider vermeld, (8) of de site het mogelijk maakt mij te laten waarschuwen door middel van SMS, en (9) tot slot hoe overzichtelijk en begrijpelijk de site is (voor mij).

Interactief wil zeggen dat de site een discussieforum/blog aanbiedt, het criterium ‘actueel’ heb ik geoperationaliseerd door na te gaan of op de site een expliciet partijstandpunt/visie staat vermeld met betrekking tot de kredietcrisis. Een inhoudelijke toets van deze criteria – bijvoorbeeld of de vermelde partijbeginselen actueel zijn, en in hoeverre het standpunt t.a.v. de kredietcrisis vertaald kan worden in concrete beleidsvoorstellen – heb ik achterwege gelaten. Bij deze toetsing heb ik zeven minuten per site uitgetrokken; mogelijk dat bepaalde informatie wel op de site staat, maar (voor mij) te goed verstopt was.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mijn held is gesneuveld

Weer een icon gesneuveld. Eerst de flagrante schending van de mensenrechten door de VS in de Abu Graib gevangenis, in Guantanamo Bay, en door de renditionpraktijken van de CIA, vervolgens de financiele crisis, nu ook nog de meest recente film van James Bond: Quantum of Solace (zie trailer: http://www.007.com/). Deze laatste Bondfilm blijkt prima te passen bij deze reeks teleurstellingen en (morele) faillissementen. James Bond films zijn altijd een soort afspiegeling van de internationale verhoudingen, technologische ontwikkelingen, en maatschappelijke sentimenten. Dat alles verpakt tot entertainment; met James Bond als ongenaakbare held, met een zekere stijl, en daarbij omringd door allerlei luxe en door wegwerpvrouwen. Tot eind jaren tachtig speelden de James Bond avonturen zich veelal af tegen de achtergrond van de Koude Oorlog, met kwaardaardige communisten in de hoofdrol die de wereld dreigden te vernietigen.
Later trok James Bond vooral ten strijde tegen de georganiseerde misdaad. Dat is ook nu weer het geval, met Daniel Craig voor de tweede keer als James Bond in de hoofdrol. Met Casino Royale – de eerste film met Daniel Graig (2006) – is de hele serie van Ian Fleming opnieuw gestart, maar dan met meer dan een nieuw sausje. De films zijn harder, met meer bloed, James Bond is cynischer, meedogenloos en maakt ook nog fouten.
Bond is nu een onaantastbare eenling die nauwelijks in de hand kan worden gehouden door MI6, de Engelse geheime dienst waar Bond werknemer van is. In Quantum of Solace zijn mensenlevens niet veel waard, dat is duidelijk, en James Bond schroomt ook niet voor standrechtelijke executies, die blijken namelijk best wel praktisch te zijn in de hectiek die hij veroorzaakt.
In feite is deze Bond-film – helaas – dus een voortzetting van de oude vertrouwde lijn en ook nu een afspiegeling van maatschappelijke sentimenten, en (internationale) omgangsvormen. De verloedering heeft nu dus ook James Bond bereikt, dat is jammer. Wie weet gaat het beter met Bond – en dus ook met ons – in 2010.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Obama’s eerste blunder?

“(CNN) — Two sources close to the Obama transition team tell CNN that Senator Hillary Clinton’s name has been mentioned as a possible candidate for Secretary of State.

Dit zou zijn eerste blunder kunnen zijn: Hillary Rodham Clinton als Minister van Buitenlandse Zaken. Clinton bezit weliswaar bruikbare ervaring, een bruikbaar netwerk, en had bovendien als presidentskandidate een min of meer identieke visie op de Amerikaanse buitenlandprioriteiten, toch kleeft er ook een aantal nadelen aan deze keuze: Obama krijgt er in zijn administratie een groot ego bij, ook “oude Washingtonpolitiek” – waar Obama mee zei te willen breken – en die andere Clinton, die nog meer last heeft van (onder andere) zijn ego. Hij krijgt er ongetwijfeld wat voor terug: meer invloed – leverage – in de Democratische partij. De vraag is namelijk of Obama voldoende grip kan krijgen op zijn partijgenoten, waarvan hij in belangrijke mate afhankelijk is. Clinton kan daarbij behulpzaam zijn. Is dat de achterliggende deal? Tot slot, ook nog een relevante vraag: Heeft Clinton nog presidentiële ambities en zou zij nog een concurrent kunnen worden van Obama in 2012? Kan Hillary Clinton beter worden geneutraliseerd als Minister van Buitenlandse Zaken, of is dat juist het ideale podium voor deze ambities?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Legitimeer Iran’s nucleaire ambities

Bij deze gaat Ingo Piepers over van gastredacteur naar associated blogger. Zijn regelmatige bijdragen verdienen een vaste plek.

Update for those who can’t read Dutch: The English version of this article follows after the Dutch version.

President Obama krijgt niet veel tijd om een antwoord te formuleren op Iran’s nucleaire ambities. Iran wordt gezien als een clear and present danger, en tot op heden hebben diplomatieke initiatieven en sancties niet het gewenste effect gehad. In Washington worden ook militaire opties, zoals een air strike op nucleaire faciliteiten, onderzocht.
Een belangrijke vraag is of President Obama in staat zal zijn een effectieve aanpak te formuleren op de ongewenste nucleaire ambities van Iran, zonder daarbij in een aantal moeilijk te vermijden valkuilen te stappen. Mocht dat niet lukken, dan zal hij al in een vroeg stadium van zijn presidentschap internationale goodwill verliezen, hetgeen zijn positie om een aantal andere internationale kwesties aan te pakken, ernstig zal aantasten.
Aan een militaire aanval kleven een reeks van complicaties en risico’s.
De kans dat door middel van een luchtaanval alle nucleaire installaties worden geneutraliseerd is uitermate klein, bovendien zal het slechts een kwestie van tijd zijn alvorens Iran haar nucleaire programma herstart.

Een aanval op Iran zal een aantal verstrekkende gevolgen hebben. Iran neemt namelijk in verschillende conflicten een sleutelpositie in. Voor de oplossing van die conflicten én ter voorkoming van verdere escalatie ervan, is de medewerking – en zeker niet de tegenwerking – van Iran nodig. Iran speelt een rol in de stabilisering van Irak en dus ook in de Amerikaanse terugtocht waarmee President Obama snel wil starten, Iran kan verder een wezenlijke rol spelen bij de aanpak van de Taliban in Afghanistan. Bovendien is Iran ‘eenvoudig’ in staat om de olietransporten door de Straat van Hormuz te blokkeren. Tot slot, ook niet onbelangrijk, in geval van een aanval op Iran zullen terroristische activiteiten wereldwijd worden gestimuleerd. Kort gezegd: een militaire aanval is geen optie.
Maar wat is dan wel een potentieel effectieve aanpak, uitgaande van de veronderstelling dat Iran een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid?
De oplossing van dit Iran-probleem – maar ook van soortgelijke kwesties rondom nucleaire proliferatie die in de toekomst ongetwijfeld nog zullen ontstaan – moet in een bredere context worden gezocht.; de nucleaire activiteiten van Iran (en andere landen) moeten worden beteugeld en gecontroleerd door een nieuw non-proliferatie regime te introduceren.
Het (huidige) Non-proliferatieverdrag (NPV) is namelijk zelf onderdeel van het proliferatieprobleem geworden. Door de regels van het spel te wijzigen, verandert de dynamiek van het systeem.
Het nieuwe non-proliferatie regime moet aan een aantal criteria voldoen.
Ten eerste mag het nieuwe regime niet discrimineren. Het huidige NPV is een ‘afspiegeling’ van een achterhaalde internationale ordening, waardoor het verdrag aan legitimiteit heeft ingeboet. Waarom Frankrijk wel, en Japan en Iran niet? Bovendien is het verdrag ‘uitgehold’ door de feitelijke verspreiding van kernwapens, die in de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. En doordat geautoriseerde staten hebben nagelaten hun verdragsverplichtingen daadwerkelijk na te komen: nucleaire ontwapening.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ben jij dat Jaap?

Dit is een gastbijdrage van Ingo Piepers. Hij is militair deskundige en heeft de wetmatige onvermijdelijkheid van het ontstaan van (grote) oorlogen bestudeerd. Met enige regelmaat laat hij op Sargasso zijn licht schijnen op internationale militaire conflicten en/of ontwikkelingen.
— Update: Ingo is inmiddels associated blogger. Daarom staat dit stuk nu onder zijn eigen naam —

Ik werd vandaag ‘getroffen’ door een foto van de secretaris-generaal van de NAVO – onze eigen Jaap – op bezoek in Georgië. Handen in de zak, grimmig en vastberaden kijkend. Hij deed mij aan Rumsfeld denken. En dat is geen compliment. Zo ken ik hem namelijk niet. Voor alle duidelijkheid: ik ken hem ook niet, maar tot op heden maakte hij op mij een andere indruk, dat is wat ik bedoel.
Deze foto riep bij mij de vraag op in hoeverre je als – bijvoorbeeld – secretaris-generaal van de NAVO nog in staat bent om onafhankelijk te denken en te handelen. Kan dat nog wel? Of wordt denken en handelen dan bepaald door de funtie die moet worden vervuld. Met andere woorden door de organisatiebelangen die moeten worden nagestreefd. De vraag stellen is – zeker in het geval van Jaap – ook de vraag beantwoorden. Ik denk (volgens mij onafhankelijk) dat de denkruimte van Jaap (en niet zo zeer van de secrtetaris-generaal van de NAVO, want die staat vast) wordt beperkt door de rol die hij geacht wordt te vervullen (leiders – in tegenstelling tot managers – willen daar nog wel eens van afwijken).
En dat is verontrustend, want dat betekent niet veel goeds. De NAVO is een belangrijke aanjager geworden van een nogal verontrustende grootmachtdynamiek die in toenemende mate de kop op steekt. De NAVO – bij monde van de Hoop Scheffer – doet namelijk nogal krasse uitspraken.

Uitspraken die te vaak niet getuigen van logisch denkwerk. Op deze krasse uitspraken kan niet meer worden teruggekomen zonder gezichtsverlies voor de NAVO. Dus dat zal dan ook niet gebeuren. Rusland zal zich echter niet laten kennen, etc etc.
Opvallend – maar niet verrassend zoals ik zal uitleggen – is ook dat recentelijk allerlei nieuwe allianties en verdragen worden afgesloten:
uitbreiding van de NAVO, een raketakkoord met Polen, buiten de NAVO om, met Tjechie, etc.
In de Correlates of War (COW) database staat een overzicht van afgesloten en beëindigde verdragen vanaf het begin van de negentiende eeuw. Ik heb deze – wat ik noem – alliantiedynamiek nader onderzocht. In onderstaand overzicht heb ik de som van het aantal gevormde en beëindigde allianties weergegeven (op basis van het voortschrijdende gemiddelde over telkens vijf jaar).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Doe mij Obama maar!

Dit is een gastbijdrage van Ingo Piepers. Hij is militair deskundige en heeft de wetmatige onvermijdelijkheid van het ontstaan van (grote) oorlogen bestudeerd. Met enige regelmaat laat hij op Sargasso zijn licht schijnen op internationale militaire conflicten en/of ontwikkelingen.
— Update: Ingo is inmiddels associated blogger. Daarom staat dit stuk nu onder zijn eigen naam —

Robert Gilpin beschrijft in zijn boek War & Change in World Politics, aan de hand van uitvoerig historisch onderzoek, dat grootmachten een typische levenscyclus bezitten, en dat mede daardoor de (relatieve) machtsposities van Grootmachten niet statisch zijn. In het Internationale Systeem is hierdoor hooguit sprake van een tijdelijk machtsevenwicht. Aan de machtsontwikkeling van staten liggen volgens Gilpin een reeks interne en externe factoren ten grondslag.

Door deze machtsdynamiek van grootmachten wordt een systeemoorlog vroeg of laat onvermijdelijk, dat was in ieder geval sinds 1500 het geval, het ‘moment’ waarop een Europees statensysteem tot stand was gekomen. Tijdens een dergelijke systeemoorlog worden de ‘kaarten’ opnieuw geschud, in overeenstemming met de ‘nieuwe’ machtsverhoudingen in het Internationale Systeem. Inzet van een systeemoorlog is de ‘besturing’ – volgens welke regels en met welke instituties – van het Internationale Systeem.

Volgens Gilpin is voorafgaande aan een systeemoorlog, veelal sprake van drie precondities. Ten eerste is er sprake van een intensivering van conflicten tussen staten als gevolg van wat hij noemt de “beperking van ruimte en mogelijkheden”; de relaties tussen staten worden steeds meer een ‘zero-sum game’, waarbij winst voor de een verlies voor de ander betekent. De tweede preconditie betreft een verandering van perceptie en is in hoge mate psychologisch. Het is de perceptie dat een fundamentele historische verandering op komst is, en het gevoel bij een of meer grootmachten dat tijd tegen hen werkt, en dat problemen door middel van de aanwending van geweld – bijvoorbeeld door preventieve oorlog – moeten worden opgelost, zolang het voordeel nog aan eigen zijde is. Tenslotte, de derde preconditie voor een systeemoorlog is volgens Gilpin, dat gebeurtenissen aan menselijke controle ontsnappen, bijvoorbeeld door de emoties van besluitvormers, en het menselijke onvermogen om de effecten van (re)acties goed in te schatten. In het beleid – vooropgesteld dat hier überhaupt sprake van is – en het gedrag van de VS en van Rusland kunnen deze precondities worden herkend. Acties krijgen in toenemende mate een ‘ieder voor zich’ gehalte. Overigens het ‘loslaten’ van vertrouwde structuren – zoals de EU en de NAVO – zoals recentelijk aangekondigd door onze minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, past ook bij deze preconditie. De neoconservatieve agenda van een aantal prominente Amerikaanse denkers (en helaas ook doeners) past bij de preventieve *mindset* behorende bij de tweede preconditie. Het is duidelijk dat McCain hier ook aanzienlijk meer last van heeft dan Obama. Dat gebeurtenissen momenteel de menselijke controle ontglippen blijkt niet alleen in Irak – een oorlog o.a. bedoeld om het terrorisme aan te pakken, maar met een reeks evidente averechtse effecten -, maar bijvoorbeeld ook in Georgië, waar een ‘doordachte’ actie van Georgië resulteerde in een disproportionele reactie van Rusland en een verdere verdeeldheid tussen Westerse staten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Laten we eens gaan nadenken met ons allen

Dit is een gastbijdrage van Ingo Piepers. Hij is militair deskundige en heeft de wetmatige onvermijdelijkheid van het ontstaan van (grote) oorlogen bestudeerd. Met enige regelmaat laat hij op Sargasso zijn licht schijnen op internationale militaire conflict. Hieronder zijn beschouwing naar aanleiding van de recente ontwikkelingen in de Kaukasus.
— Update: Ingo is inmiddels associated blogger. Daarom staat dit stuk nu onder zijn eigen naam —

Eerlijk gezegd ben ik niet helemaal verrast door het nogal forse optreden van Rusland in Georgië. En dat niet eens zo zeer vanuit mijn onderzoek beredeneerd. Grootmachten (het is verklaarbaar, maar geen excuus), dulden nu eenmaal geen gedoe aan hun grenzen. Grootmachten hebben (per definitie) veel macht, veel invloed en ook grote belangen. Grootmachten brengen ook grote ego’s voort. Grote ego’s hebben ook altijd lange tenen. De VS handelen ook vaak vanuit deze grootmachtlogica en schromen niet om de spelregels van het internationale systeem (overigens nu vooral nog Amerikaanse spelregels) naar eigen inzicht (selectief) te interpreteren. De inval van de VS in Irak – onder valse voorwendselen, laat ik daar duidelijk over zijn – is hiervan voorlopig (?) het laatste voorbeeld.

Rusland doet ook haar ‘eigen ding’, zonder zich daarvoor te schamen. Rusland wordt steeds assertiever en wil zichzelf rehabiliteren, vooral naar aanleiding van de reputatieschade die dit land in de jaren negentig van de vorige eeuw heeft opgelopen. Terug op de kaart, dat is het doel. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Rusland voelt zich getergd door Georgië, dat zich in haar optreden weer gesterkt voelt door de VS en de NAVO. Georgie opereerde misschien wel binnen de kaders van de ‘internationale wet’ – voorzover die bestaat – maar wordt toch geconfronteerd met de zojuist beschreven ‘grootmachtrealiteit’. Gelijk hebben en gelijk krijgen zijn in een anarchistisch systeem zeker niet hetzelfde. De VS, de EU en de NAVO hebben de precedentwerking van Kosovo onderschat; waarom Kosovo wel en Zuid-Ossetië niet? Meten met twee maten? Overigens, voor alle duidelijkheid, deze dynamiek en redenaties verklaren misschien het handelen van Rusland, maar kunnen nooit een excuus zijn voor het gewelddadige optreden van dit land in Ossetië en Georgië. Wij kunnen hier niet zo veel aan doen. Lastig is (ook) dat de VS, vooral onder president Bush, nogal wat ‘soft power’ – waarvan ‘gezag op basis van gedrag en reputatie’ deel uitmaken – hebben ingeleverd.
We hebben ons recht van spreken verloren.

Een interessante vraag is hoe dit conflict zicht verhoudt tot de uitkomst van mijn onderzoek. Uit dit onderzoek blijkt dat de spanning in het internationale systeem zich min of meer continue opbouwt, en zich de afgelopen 500 jaat tot vier keer toe heeft ontladen in een ‘wereldoorlog’, een oorlog waarbij alle grootmachten zijn betrokken die deel uitmaken van het internationale systeem. In deze systeemoorlogen lijkt een zekere regelmaat te zitten, terwijl opeenvolgende oorlogen wat betreft duur, locatie en omvang in hoge mate juist onvoorspelbaar zijn. Verder blijkt dat deze systeemoorlogen altijd een ‘reorganisatie’ opleveren van het internationale systeem. Deze categorie oorlogen levert altijd nieuwe instituties en regels op. De Verenigde Naties, maar bijvoorbeeld ook het Nonprofileratieverdrag, zijn de ‘uitkomst’ van de laatste systeemoorlog (de Tweede Wereldoorlog). De VS, als (mede)winnaar van deze oorlog, hebben op dit – het huidige – systeem een zware stempel kunnen drukken.

Vorige Volgende