OPINIE - Een advocaat verbaast zich over de nalatigheid van de Nederlandse regering.
Nederland is tot driemaal toe veroordeeld door het Europees Hof vanwege tekorten in de bescherming van journalisten en hun bronnen. Maar de regering heeft nog steeds geen stappen gezet naar een wettelijke bronbescherming. Dat is ongehoord voor een land dat de mensenrechten hoog in het vaandel heeft, schrijft advocaat Otto Volgenant op de opiniepagina van NRC Handelsblad (woensdag 2 oktober). Volgenant is de advocaat van Autoweek, het blad dat volgens het Hof in Straatsburg ten onrechte is gedwongen fotomateriaal af te staan aan de politie. Het feit dat hieraan geen rechterlijke toetsing is voorafgegaan was reden voor het Hof om Nederland in 2010 terecht te wijzen. Eerder was dit al eens gebeurd toen journalist Koen Voskuil van Spits gegijzeld werd omdat hij voor de rechtbank de bron niet wilde prijsgeven van zijn informatie over het politieoptreden bij de arrestatie van crimineel Mink K. En in 2012 volgde wederom een veroordeling van Nederland vanwege het afluisteren door de AIVD van journalisten van De Telegraaf. Het Europese Hof vindt dat er een met waarborgen omgeven procedure moet zijn voor een onafhankelijke toetsing van de vraag of het opsporingsbelang het belang van bronbescherming overstijgt.
Het is een raadsel, schrijft Volgenant, waarom het kabinet, na tot drie keer toe terecht te zijn gewezen, nog aarzelt met een wet die de journalistieke bronbescherming verankert. Hij wijst op het voorbeeld van België waar zo’n wet al bestaat sinds 2007. Zo moeilijk hoeft het echt niet te zijn.De kwestie is des te urgenter nu blijkt dat de Amerikaanse NSA zonder enige rechterlijke toetsing alles en iedereen volgt en afluistert. Het is niet onmogelijk dat ook de Nederlandse AIVD toegang heeft tot door Amerikanen vergaarde informatie. Dit raakt aan de persvrijheid en maakt manipulatie van de media mogelijk. Bronbescherming is een essentieel onderdeel van een onafhankelijke pers.
Waarom doet de regering daar niets aan? Mij verbaast het eigenlijk niet dat deze regering niet veel haast maakt met een wetsontwerp dat garanties schept voor een een vrije informatiegaring. Mensenrechten worden door Nederlandse regeringen eigenlijk alleen op de agenda gezet als het om andere landen gaat. In eigen land laat men zich niet gemakkelijk terecht wijzen. En dat geldt des te meer voor de bewindslieden die nu al enkele jaren dit dossier onder hun hoede hebben. De VVD’ers Opstelten en Teeven scoren het liefst met plannetje en proefballonnen die goed klinken bij behoudende xenofobe kiezers die zich zorgen blijven maken over het gebrek aan veiligheid, tekorten bij de politie of veel te lage straffen voor tuig en andere criminelen. Persvrijheid heeft op dat Ministerie van Veiligheid geen prioriteit.
Bij de ‘vrijheid’ die de VVD in haar naam draagt, moeten we niet op de eerste plaats denken aan persvrijheid of vrijheid van meningsuiting. Vorige week liet de partij weten dat de omroepen de spotjes tegen de bezuinigingen op hun budget direct zouden moeten stoppen. Staatssecretaris Dekker (ook VVD, het moet gezegd, een prettige uitzondering) wilde hier echter niets van weten. ‘Ik kan en wil hier niet ingrijpen,’ zo meldde Dekker. ‘Hier geldt de vrijheid van meningsuiting. De omroep mag haar mening uiten en dat kan via een programma of op een andere manier. En iedereen die het er niet mee eens is, kan daar wat tegenover zetten.’
Maar dat niet alle VVD’ers de rug recht houden als het om de vrijheid van meningsuiting gaat is in het verleden meerdere malen bewezen. Bijvoorbeeld in 2011 toen de partij in een knieval voor de SGP zijn handtekening terugtrok onder een wetsontwerp dat het verbod op godslastering moest afschaffen. In 2009 dwong VVD-kamerlid Dezentjé de staatssecretaris van Onderwijs Van Bijsterveldt tot het schrappen van een voor de partij kritische examentekst. In 2010 vond minister Rosenthal dat een medium dat geld ontvangt van de regering in zijn standpunten niet mag afwijken van het regeringsstandpunt. En Rita Verdonk procedeerde als VVD-minister eindeloos tegen spandoeken die haar niet zinden.
Ook buiten Den Haag kan de VVD het moeilijk hebben met vrijheidsrechten. In Rotterdam stapte de VVD in 2009 uit het college toen ze er niet in slaagde een meerderheid te vinden voor het ontslag van een adviseur wiens ideeën de partij niet aanstonden. En in de provincie Noord-Holland werkte de VVD in 2011 mee aan een spreekverbod van Thomas von der Dunk om de PVV te plezieren.
Het zijn een paar voorbeelden. Verwacht niet te veel van VVD op het gebied van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Pas als de partij het zou laten afweten als de vrijheid van ondernemen (of van autorijden) in het geding is denk ik dat je met reden verbaasd mag zijn.
Reacties (7)
“Vrijheid” is het toverwoord van rechts. Men houdt graag de mythe in stant dat links staat voor gelijkheid, en rechts voor vrijheid, alsof het om een tegenstelling gaat.
Dat dat niet zo is, laat dit korte overzicht van de wijze waarop de VVD in de praktijk omgaat met vrijheid, goed zien.
Waarom alleen de VVD en blijft een partij als het CDA uit de wind? Ook in de 2e kamer ontbreekt vaak de steun van een meerderheid. Er zijn dus meer tegenstanders
@2 Omdat dit soort repressieve praktijken onverenigbaar is met het liberalisme maar wel samen kan met de christendemocratie.
@3: Hetzelfde geldt eigenlijk voor de VVD zelf. Heeft ook niet veel met liberalisme te maken, en samenwerken met conservatieven daar zijn ze altijd enthousiast voor in.
Maar dit is toch geen nieuw inzicht, wel? Waren er nog werkelijk mensen die mooie idealistische verwachtingen hadden van die partij?
Rosa Luxemburg schijnt gezegd te hebben ‘Vrijheid is altijd de vrijheid van een ander’. Je kunt met andere woorden nooit meer vrijheid voor jezelf verwachten dan de vrijheid, die je ook een ander gunt.
Onze eigen partijen, die het woord vrijheid in de naam hebben, denken daar iets anders over. Zij zeggen ‘Vrijheid is altijd en alleen mijn eigen vrijheid’. De vrijheid van anderen kunnen we gewoon af pakken als het mijn eigen vrijheid maar ten goede komt. Zij hebben dus ook geen enkel probleem met repressieve maatregelen, zo lang ze er zelf maar niks van merken. Ze willen hardere straffen, maar als ze zelf gestraft worden, is de straf altijd te hoog. Ze willen namelijk geen hardere straffen, maar hardere straffen voor anderen, niet voor henzelf. En ze willen maar niet snappen, dat harder straffen ook hardere straffen voor henzelf betekent.
@5: “En ze willen maar niet snappen, dat harder straffen ook hardere straffen voor henzelf betekent.”
Dat snappen ze verdomde goed: de openlijke en latente discriminatie viert niet voor niets hoogtij. Voor het overige ben ik het duidelijk met je eens.
Ik vind de kop overigens rijkelijk naief. De vrijheid van de VVD is de vrijheid om rijk te worden over de rug van een ander. Andere vormen van vrijheid zijn in die kringen bijvoorbaat verdacht.
De V van Vrijheid in VVD slaat alleen op economische vrijheid voor grote bedrijven. De rest zoekt het maar uit.
Ook de term “liberaal” die de partij vaak gebruikt, slaat al een tijdje niet meer op de persoonlijke levenssfeer van burgers, maar vooral op de economie van grote bedrijven.