Eigen volk eerst, dát is wat ze willen

een gastbijdrage van Ginny Mooy, eerder verschenen op haar eigen website. “Je moet erboven staan. Je moet ERBOVEN STAAN!” Ik zie hem nog zo goed voor me, al is het nu meer dan drie decennia geleden. Zijn halflange, rode haar driftig wapperend, zijn knalrode wangen, hoeveel moeite hij moest doen om zijn stem kalm te houden, zijn hete adem in mijn gezicht. Zijn neusvleugels, wijd opengesperd, spraken boekdelen. Kalm was hij zeker niet. Maar ik kwam niet om hem heen, hij hield me vast, versperde me de weg, trok me terug als ik toch dreigde te ontsnappen. “JE MOET ERBOVEN STAAN!” Daar stonden we, bij het houten bankje naast de zandbak tegenover mijn huis. Zijn kleine pupillen stonden strak op mij gericht, terwijl ik alleen maar naar dat bankje kon blijven staren. ‘Gin’ stond daar in mijn handschrift. Met een grote, dikke streep erdoorheen. En daaronder stond in koeienletters gekalkt: “GA TERUG NAAR JE EIGEN LAND.” Wáár moest ik boven staan? Ik wilde nergens boven staan. Daar verderop liep hij, mijn buurjongen, ik wilde hem vragen waarom, misschien wilde ik hem wel slaan, weet ik veel, gewoon de confrontatie aangaan. Maar ik mocht niet. Ik moest ‘erboven staan’. Nou was ik 12 en had ik geen idee wat dat betekende, maar ik wist genoeg. Meneer ‘erboven staan’ was 14 en mijn buurjongen 15. De angst was gewoon te ruiken en het was niet de mijne. Ik, de Goede Engel Moeilijke dingen leren? Graag. Moeilijke situaties? Met een grote boog eromheen. Ik was het soort kind dat altijd confrontaties uit de weg ging. Zo zeer zelfs dat ik, toen mijn zus uit de tuin bij onze Zeelandse vakantiebungalow werd weggetrokken en aan een boom gebonden door een groepje jongeren omdat we naar ze hadden zitten ‘gluren’, bevroren op het terras bleef zitten. Ik deed niks. Ik riep zelfs mijn ouders niet. Roerloos bleef ik zitten, bang als ik was dat ze anders ook mij zouden grijpen. Ik was een onschuldig, dromerig en vrolijk kind. Mijn zus was een stuk pittiger. Toen mijn moeder haar een keer vasthield en me probeerde te dwingen haar eindelijk eens terug te slaan, voor mezelf op te komen, liep ik weg. Vele, vele jaren heb ik dit voorbeeld gekoesterd als *het* symbool van mijn goedaardigheid. Kijk eens wat een zachtaardig en lankmoedig mens ik was. Ik kon haar zonder consequenties slaan en ik deed het niet. “Ik vond haar zielig,” was mijn motto. En zo was mijn zus de pestkop, mijn moeder een slechterik en ik een goede engel. Flegmatiek Pas toen ik zelf moeder werd en mijn eerste kind zag worstelen met de verhoudingen met andere kinderen, begreep ik pas goed hoe angstig ik zelf als kind was. Hoe goed ik tegen mezelf kon liegen. Hoezeer ik als kind mijn persoonlijkheid om die angst voor confrontaties heen bouwde; door mijn zwakke eigenschappen te verpakken als deugd, iets ‘goeds’ en zo weg te kunnen blijven rennen voor mijn eigen angst. Met opgeheven hoofd. Een flegmatisch kind, noemde mijn moeder me. Daarom was dat moment bij dat bankje zo levensbepalend. Het was een gevolg van een ruzie tussen mijn ouders en onze directe buren. Geen idee meer waar het over ging, maar dat het heftig was en behoorlijk uit de hand liep weet ik nog wel. Ik hield me afzijdig, het neutrale baken. Te groot, te waardig om me met die ruzie te bemoeien. Maar zo raakte ik er opeens in betrokken en niet zo’n beetje ook. Ik was woest. Vechten De hele middag hebben ze op me ingepraat, die jongen, mijn ouders, andere buurtkinderen. Ik moest het laten gaan. Erboven staan, erboven staan, erboven staan. Hij had het vast niet zo bedoeld. Het was gewoon uitdagen. Het betekende niet zoveel. Erboven staan. Maar dat kon ik niet. Hij had er van alles kunnen schrijven. Stoephoer, greppeldel, dat soort dingen, want dat was óók mode in die tijd. Nooit had ik ergens ‘ga terug naar je eigen land’ zien staan, en ik las die schrijfsels altijd, overal. Het was wel zo bedoeld. Dus ik was woest en ik bleef woest. Pas de volgende ochtend kon ik op een onbewaakt moment naar buiten komen toen ik mijn buurjongen voorbij zag schieten. Ik rende erachteraan. Bij de voordeur van andere buren haalde ik hem in, tikte hem op zijn schouder en vroeg hem alleen: “Waarom?” Het liep uiteraard uit op vechten en dat luchtte op. Ik rekende in die paar minuten niet alleen af met zijn daden, maar ook met mijn angst. Ik kwam voor mezelf op en het voelde als een tiendubbele overwinning. Ik oversteeg niet alleen mijn eigen angst; ik had me weten te ontworstelen aan de angst van iedereen om me heen. Erboven staan Hoe weet ik niet meer, maar met die buurjongen kwam het goed. Als ik hem tegenkom, dan maken we een praatje. No hard feelings. Hij is dan ook niet de reden waarom ik me dit incident nog zo goed herinner. ‘Erboven staan’. Het is een uitdrukking waar mijn nekharen nog steeds rechtovereind van gaan staan. Ik herinner me dit incident vooral nog vanwege hém, hij die ertussen ging staan en het me onmogelijk maakte voor mezelf op te komen. Ik denk er nog zeer regelmatig aan en dan nog altijd ruik ik zijn angst. Niet dat ik het me niet kan voorstellen, ik weet wel wat van angst. Maar het is één ding als angst je eigen leven belemmert, het is een ander – en veel groter – ding als jouw angst een ander verlamt. Als jouw angst het een ander onmogelijk maakt om voor zichzelf op te komen, dan had je hem net zo goed zelf die spreekwoordelijke mep kunnen verkopen. Een land gevangen in angst Sinds kort zit ik weer op het social medium X/Twitter en daarom denk ik de laatste paar dagen weer constant terug aan dat incident uit mijn jeugd. Omdat ik die angst kan ruiken. Het barst er van de uitlokking, belediging en pure agressie. Met de verkiezingswinst van de PVV staan de sluizen nu wagenwijd open. Er is geen rem meer. Het is moeras van pure, onversneden moslimhaat en racisme. Daaromheen zit een dikke schil van flegmatiek; de nuchtere mensen. Het redelijke midden. Dat het behoorlijk uit de hand loopt, dat begrijpt toch iedereen. Maar in die schil, daar zitten de goéde mensen, ze zijn ons neutrale baken. Te groot, te waardig om zich er écht mee bemoeien. Er zijn altijd twee kanten, heus niet alle PVV-stemmers zijn racistisch, het gaat ze vast om ‘echte’ problemen en niet om migratie – ook al zeggen ze zelf van wel. Geschokt zijn ze, dus zijn ze op zoek naar “verbinding, verbinding, verbinding”. ‘Verbinden’, ‘erboven staan’. Van hetzelfde laken een pak. Nietszeggende woorden, waarvan slechts de echo betekenis galmt: de-escaleren. Niets meer, niets minder. De-escaleren. Ertussen gaan staan. Ervoor zorgen dat er geen confrontatie komt, want stel…je zou er maar in betrokken raken. Ja en lullig genoeg, racisme raakt de meeste mensen toch niet écht, niet persoonlijk. Dus gaan ze ertussen staan en kom je niet om ze heen. Ze houden je vast, versperren je de weg en trekken je terug. “JE MOET ERBOVEN STAAN!” Balanceren voor gevorderden Niet schelden, niet emotioneel doen en vooral niet boos woorden. Netjes blijven, geen lelijke woorden. Geen beschuldigingen, niemand racist noemen. Het is vast niet zo bedoeld. Ook al slaat het ze keihard in het gezicht, zeggen PVV-stemmers het zelf, dan nog worden er naarstig allerlei redenen en motieven gezocht om de pijn te verzachten: het zal vast niet écht om racisme gaan.. De mens is ‘gelaagd’, natuurlijk hebben ze wel echte problemen en hebben ‘we’ gewoon nooit willen luisteren. Juist vanwege die problemen zijn ze anti-moslim of racistisch of geloven ze in de omvolkingstheorie. De toon van ‘links’ is zo pedant dat mensen geen andere keus hebben dan voor een racistische partij te stemmen. Het ligt aan alles en iedereen, maar niet aan racisme. Het is een balanceeroefening voor gevorderden inmiddels, waarbij echt alles wordt aangegrepen om maar nog steeds niet te hoeven toegeven: Nederland is een diep racistisch land. Wie PVV stemt is een racist en een moslimhater. Ben je geen racist, dan stemde je geen PVV. Maar dat hardop zeggen, het blijft moeilijk. Je kan de angst gewoon ruiken. Gekke verklaringen Nu, tijdens het kerstreces, zou de tijd geweest zijn om de mensen van bijvoorbeeld Nieuw Sociaal Contract te laten weten dat een extreemrechts kabinet er niet moet komen. Maar het wordt steeds stiller. Behalve bij de onderzoekers van het Nationaal Kiezersonderzoek. Die hang naar vergezochte verklaringen om de platte werkelijkheid maar niet te hoeven of willen benoemen, noopte de onderzoekers ertoe voortijdig resultaten met het publiek te delen. Omdat “…mythes over de verkiezingsuitslag een eigen leven gaan leiden en worden overgenomen door onder meer media en politici.” “We wilden laten zien dat dat het meest opvallende aan de verkiezingsuitslag is; dat die weinig opvallend is. Dat is belangrijk, omdat mensen dan niet meer naar gekke verklaringen hoeven te zoeken.” Het Nationaal Kiezersonderzoek liet zien dat mensen vooral op de PVV stemden vanuit een eigen-volk-eerst-gevoel. “Wat alle PVV-kiezers bindt, is hun duidelijke afwijzing van immigratie en de multiculturele samenleving,” schrijft Walter Pauli onomwonden in de Knack. “De succesformule van Geert Wilders: ‘Eigen Volk Eerst’”. En zo is het. Kristof Jacobs, één van de politicologen die het Nationaal Kiezersonderzoek coördineert, vertelde in de NRC dat de resultaten van het onderzoek eerder werden gedeeld omdat de onderzoekers “wilden laten zien wat er niet klopte aan sommige verklaringen die meteen rondgingen”. Stop dus met zoeken naar gekke verklaringen. Als mensen zeggen dat ze op de PVV stemmen omdat ze geen immigranten willen, dan bedoelen ze dat ze geen immigranten willen. Als ze zeggen dat ze willen dat alles wat niet wit Nederlands is moet assimileren, dan bedoelen ze precies dat. Nou, als Indo weet ik wel iets van assimileren en hoe intens racistisch dat in de praktijk uitpakt, maar dat terzijde. „In onderzoek naar beleidsprioriteiten blijkt dat een strenger migratiebeleid voor PVV’ers de hoogste prioriteit heeft. En niet bijvoorbeeld méér huizen. Dat is bij andere kiezers wel zo.” Laf, bang landje Ik schreef het eerder al: dit is het land van lafaards. Lafaards die bang zijn voor ‘de ander’, voor andere gebruiken, andere culturen en verandering. Lafaards die bang zijn voor conflict met die andere lafaards. Mensen die bang zijn voor confrontaties, voor hun medeburgers, voor alles en iedereen. Met de Koning voorop, die in zijn Kersttoespraak er voor één keer in zijn carrière echt toe had kunnen doen zijn toevlucht zocht in het laffe ‘verbinden’. Nederland is en blijft een laf en bang landje. Maar kijk, het is één ding als angst je eigen leven belemmert. Het is een ander – en veel groter – ding als jouw angst een ander verlamt. Dus als je niet wil accepteren dat het hier om intolerantie, haat en racisme gaat, doe een stap opzij en ga uit de weg. Veroordeel niet de mensen die voor zichzelf opkomen en de confrontatie niet uit de weg gaan. Want zonder confrontatie, geef je jezelf over. Het is niet zachtmoedig of groots, maar intens laf. Als jouw angst het een ander onmogelijk maakt om voor zichzelf op te komen, dan had je hem net zo goed zelf die mep kunnen verkopen. PVV is racisme, punt Nu is het sowieso niet de tijd voor neutraliteit, we zijn er allemaal bij betrokken. Al-le-maal. Er is geen zijlijn. Je staat er niet boven. We zagen met de coronacrisis hoe snel en hoe gemakkelijk we kwetsbare mensen opofferen en de dood in drukken. Zelfs zoiets simpels als een mondkapje dragen was teveel moeite om een leven te redden. Allemaal te moeilijk. Ook zagen we hoe ontzettend rekbaar de Grondwet is en dat het niet zozeer gaat om de letterlijke tekst, maar om de beleidsvrijheid en de interpretatie van die rechten door beleidsmakers. In een land met een extreemrechtse overheid, zijn vooral ‘die anderen’ kwetsbaar, denk je misschien. Het is al erg genoeg als je zo denkt, maar er komt een dag dat je zelf tot zo’n kwetsbare groep behoort. In zo’n land, waar kwetsbaren beschermen zelfs niet eens meer een streven is, is iedereen kwetsbaar. De Grondwet is extreem rekbaar. Zelfs mét Grondwet kan een regering je dood laten vallen, achterstellen, je vals beschuldigen van fraude en je leegtrekken, je kinderen afnemen en ga zo maar door. De Grondwet biedt op zichzelf geen bescherming. Als je er als bevolking niet op staat dat die bescherming geldt voor iedereen – ook al komt je dat niet uit, dan weet je dat grenzen verschuiven. En die zijn tijdens de coronacrisis een heel eind verschoven. Het blijft nooit bij die ene groep kwetsbaren of minderheden, know your history. Er is nog nooit iets goeds gekomen van dergelijke machthebbers. Nog nooit. Zwijgen is geen goedaardigheid. Het is angst. En ze ruiken dat echt wel hoor. Dus, dit is niet de tijd voor eloquentie en ‘verbinden’, maar de tijd van confrontatie en benoemen. Keihard benoemen, benoemen, benoemen. Daar houden ze toch van? Dat Wilders zo onversneden de waarheid zegt? Nou dan. Goed voorbeeld doet goed volgen. Zeg mij na: Wie PVV stemt is een moslimhater en racist. Wie geen racist wil zijn, stemt niet op de PVV. Wie met de PVV een regering vormt is moslimhater en racist. Wie dat niet wil zijn, gaat niet met de PVV in een regering. Punt. En als je dat niet durft, ga dan in ieder geval uit de weg. Over de auteur: Ginny Mooy is antropoloog en schrijfster. Ze publiceerde onder andere de romans De Wil om te Doden, Moordjongens en Ana. Als antropoloog is ze gespecialiseerd in de problematiek rond kindsoldaten. In Sierra Leone was ik betrokken bij de bestrijding van ebola. Recent deed ze onderzoek naar de invloed van gedrag op de coronapandemie. In 2008 - 2009 schreef ze ook voor Sargasso.

Door: Foto: Afbeelding door de auteur gemaakt met Bing
Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Dat mag je óók (al niet meer) zeggen

RECENSIE - Het genootschap Onze Taal heeft onder deze titel een leerzaam boekje uitgegeven over hedendaagse taalgevoeligheden. Taal is de afgelopen jaren, in navolging van Angelsaksische landen, ook in Nederland een strijdperk geworden. Bepaalde termen zijn in de ban geraakt omdat ze als beledigend en stigmatiserend werden ervaren. Maar niet door iedereen. Tegenstanders ervaren nieuwe regels als ideologisch geïnspireerde dwingelandij. Taalkwesties dragen zo bij aan de polarisatie in het publieke debat. Tijd dus voor een verhelderende gids: welke woorden kunnen, en welke juist niet (meer)?

Taalkundige Vivien Waszink inventariseert ‘wat er allemaal gebeurt op het gebied van schurende taal, genderinclusief woordgebruik en het weergeven van diversiteit.’ Het aardige van haar benadering is dat zij nieuwe woorden en uitdrukkingen voornamelijk beschrijft, verklaart en van de nodige achtergrondinformatie voorziet, maar nergens voorschrijft. Je kunt er mee instemmen, je kunt er ook afstand van nemen. Genderneutraal taalgebruik wordt steeds vaker de norm. ‘Dames en Heren’ wordt ‘Beste reizigers’. Dat went best snel. Maar kan al het mannelijke en vrouwelijke volledig uit het publieke discours worden geweerd?

Het is het goed om kennis te nemen van wat er op dit gebied leeft. Achter de taalkwesties worden veel bredere maatschappelijke kwesties zichtbaar. Ze roepen de vraag op of taal de weg kan zijn tot rechtvaardiger maatschappelijke verhoudingen, meer diversiteit en minder ongelijkheid. Taal is een peilstok voor verdergaande veranderingen in de samenleving. Maar die veranderingen vragen tijd en vooral inspanning op andere gebieden zoals wetgeving en verdeling van de welvaart. Alleen woorden zijn niet in staat het denken van mensen een andere richting te geven. Alleen als we steeds meer vrouwelijke directeuren tegenkomen raken we het beeld kwijt dat een directeur altijd een man is. Ik denk dat voor een volgende generatie een arts een vrouw is, terwijl ouderen haar nu nog vaak als verpleegkundige (of nog erger ‘verpleegster’) zien. Daar kun je met goedbedoelde taalrichtlijnen niet tegen op.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Grapperraus

Behalve in een ketel rechtsstatelijkheid is demissionair minister Grapperhaus kennelijk als kind ook in een ketel racisme gevallen. In een Kamerdebat sprak hij met klem tegen dat Nederland een narcostaat is: “nee, want dan stond hier iemand met een exotische achtergrond.” Bij1-Kamerlid Simons wees hem er fijntjes op dat de drugshandel evengoed een oer-Hollands fenomeen is.

Grapperhaus had natuurlijk allang weg moeten zijn, vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de rafelende rechtstaat waardoor we als samenleving steeds weerlozer worden (en vanwege zijn vermogen om boeken te schrijven over dit verval zonder enige hint naar zijn eigen rol hierin) maar nu kon dit toch echt niet meer uitblijven: Grapperraus!

Foto: K@mphuis (cc)

Ongehoord

ANALYSE - Met enige verbazing las ik het bericht dat D66’er Tjeerd de Groot een journalist en cameraman van Ongehoord Nederland tegenover een aantal Tweede Kamer bezoekers voor “fascisten” uitmaakte. Wat niet verbaasde, was dat hij kort daarna zijn woorden introk. In dit land houden we van benoemen, behalve als het over extreemrechts gaat, want zodra je daar spijkers met koppen slaat, lopen ze zielig de uitzending uit, of doen zelfs aangifte, zoals bovengenoemde journalist Jonathan Krispijn vlak na het voorval deed. De slachtofferrol, die kennen ze op rechts wel.

Ja mensen, het echte slachtoffer is hier Krispijn en op Twitter liet hij weten dat de kwalificatie door De Groot hem echt pijn deed, want zijn “Joodse voorouders zijn slachtoffer geworden van echt fascisme”. Samen met zakelijk directeur van Ongehoord, Reinette Klever, deed hij aangifte. Het mooie van een aangifte is dat daar één en ander onder de loep genomen wordt, en ik dacht, laten we De Groot even helpen.

Het begin van Ongehoord Nederland

Ergens in 2019 kwamen 4 initiatiefnemers met het idee een omroep op te richten. Onder hen waren Joost Niemöller en Arnold Karskens. Beiden hebben journalistieke ervaring maar komen al jaren niet meer aan de bak in het reguliere circuit. De 2 anderen zijn ex VVD’er Ybeltje Berckmoes-Duindam en de PVV liefhebbende acteur en schrijver Haye van der Heijden.

Foto: National Park Service (cc)

Racisme, klassenstrijd en geloof

RECENSIE - In 1931 werden negen zwarte Amerikaanse jongens van 13-20 jaar in Alabama aangeklaagd voor verkrachting van twee witte vrouwen. De jongens zaten, op zoek naar werk, in een trein en kregen ruzie met een groep witte jongeren die zwarten het recht ontzegden om met de trein te reizen maar vervolgens door hen uit de trein werden gegooid. Ze schakelden de politie in die nogal willekeurig negen zwarte jongens arresteerde. De vrouwen beschuldigden hen van verkrachting, wat nooit werd bewezen. Op de 13-jarige na, die levenslang kreeg, werden alle jongens in eerste instantie ter dood veroordeeld. De rechtszaak met een geheel witte jury, is een voorbeeld geworden van racistische rechtspraak in het zuiden van de VS. Uiteindelijk is de doodstraf niet uitgevoerd. De Scottsboro Boys zaten wel verschillende gevangenisstraffen uit. De wereldwijde aandacht voor het proces heeft een schat aan literatuur, films en muziek opgeleverd.

De geschiedenis van de Scottsboro Boys wordt in het boek Voor elkaar met elkaar: Black Lives Matter van Chris Beuker beschreven aan de hand van de acties van de moeder van twee van hen, Ada Wright. Zij heeft zich onvermoeibaar ingezet voor haar zonen Andy en Roy. Ada kreeg daarbij de steun van de Amerikaanse Communistische Partij en de internationale communistische beweging. Ze maakte in het kader van de solidariteitsbeweging van de Internationale Rode Hulp een tour door Europa en bezocht in 1932 ook Amsterdam, Delft en Friesland. In de Diamantbeurs in Amsterdam zei ze volgens De Tribune ‘onder grote bijval’: door te vechten voor de Scottsboro-jongens vecht je tegelijkertijd voor de bevrijding van alle werkers, blanken en zwarten. In dezelfde geest had ook Anton de Kom over de zaak geschreven in Links Richten in een fragment uit zijn nog te verschijnen boek Wij slaven van Suriname. Beuker constateert dat een passage waarin De Kom zich tot de Nederlandse arbeiders richt opvallend genoeg niet is opgenomen in de uiteindelijk in Nederland gepubliceerde versie van zijn boek: ‘en gij Nederlandse proletariërs (…) gij die de schuld niet deelt der overheerschers omdat gijzelve overheerscht werd, gij zult de voorvechters van onzevrijheid met ons liefhebben en hun beeltenis zal meegedragen worden in Uw stoeten naast die van Lenin op de dag dat de groote afrekening met het kapitalisme zal plaatsvinden.’

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Closing Time | Alabama

Op 15 september1963 verloren vier Afro-Amerikaanse meisjes: Addie Mae Collins (14), Cynthia Wesley (14), Carole Robertson (14) en Carol Denise McNair (11) hun leven door een bomaanslag door de Klu Klux Klan. Die aanslag staat bekend als de 16th Street Baptist Church Bombing. Onder de trap bij de kerk waren door de Klu Klux Klan 19 staven dynamiet aangebracht. De ontploffing leidde tot vier doden en vele gewonden onder de kerkgangers.

Foto: De Universiteit Leiden heropende op 17 september 1945 - foto publiek domein copyright ok. Gecheckt 30-10-2022

‘Woke’? Het is juist belangrijk dat universiteiten diverser en inclusiever worden

Waarom wordt streven naar diversiteit en inclusie toch steeds met zoveel nadruk in het controversiële getrokken? Ik las het stuk over ‘wokeness’ op de universiteiten in het NRC met stijgende verbazing en irritatie. Dat wil zeggen: wat de studenten te berde brachten klonk allemaal heel vooruitstrevend, en deels herkenbaar. De verbazing trof de manier waarop sommige van mijn collega’s ergens nog steeds vast lijken te zitten in een soort intuïtieve koudwatervrees; de irritatie betrof de frequentie waarmee de woordelijke erkenning van de noodzaak van diversiteit en inclusie bij sommigen steeds maar weer gepaard moet gaan met angstige verwijzingen naar een mythisch ‘klein groepje’ dat mogelijk wel heel erg ver gaat in hun streven naar diversiteit en inclusie. De vrees voor een paar studenten aan de radicalere kant van het spectrum lijkt het zo soms te winnen van de urgentie om daadwerkelijk te veranderen. Dat is onterecht. Niet de splinter, maar de balk is het probleem.

De laatste jaren zag ik die balk, met name op het punt van etnische diversiteit, bij herhaling van nabij. Zo sprak ik eens met iemand over uitingen van academici op de sociale media, en pas achteraf realiseerde ik mij hoe iedereen wiens uitingen in dat gesprek omschreven waren als ‘provocatief’ of uitgesproken een kleurrijke migratieachtergrond had. Ik zag biculturele studenten zoeken naar onderwerpen die aansloten bij hun belevingswereld in een intellectuele traditie die hen steeds weer terug naar Europa duwt. Ik zag het ontstaan van een zeer ongemakkelijk gesprek toen een wetenschapper van kleur iets opmerkte over het gebruik van bepaalde etnische parameters in een onderzoek.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Riskante bijwerkingen van de Kukuru-podcast

COLUMN - van Alexander Beunder.

Genoeg over Shambala, het drankje dat helpt ‘je innerlijke guru’ te vinden en ‘je hart te openen’. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kondigde onlangs aan het kruidendrankje te onderzoeken, nadat in het televisieprogramma Radar vraagtekens werden gezet bij de veiligheid ervan. Als er voor december een uitspraak volgt, kan het wellicht alsnog veilig in de surprise of onder de kerstboom. Of moet het voorgoed in de ban.

Het zou zonde zijn als men door de Shambala-affaire het hele Kukuru afschrijft. Zo heet de populaire spirituele podcast van BNNVara-dj Giel Beelen waarmee hij Shambala lanceerde. Het is een serie diepzinnige gesprekken met bijvoorbeeld rapper Typhoon, Emile Ratelband, en vooral heel veel spirituele denkers, schrijvers en life-coaches. ‘Handige tools voor een optimaal leven’ is de slogan.

Met taal als ‘De Wereld Ontwaakt’. Zo heet de achtdelige serie gesprekken met de jonge wereldberoemde guru Bentinho Massaro. De eerste aflevering begint wat vreemd, met de constatering van Massaro dat landen op spiritueel niveau van elkaar verschillen. De vraag die hierop volgt, van Beelens sidekick Thijs Lindhout: ‘Zit er ook een bepaalde – ik wil het woord haast niet gebruiken – hiërarchie in ofzo, bepaalde levels?’ Maar Massaro weerspreekt dat en het gesprek heeft een niet al te serieuze toon. Later in de show zegt Beelen bovendien: ‘Ik wordt altijd een beetje kriegelig van levels omdat je dan al snel in een soort ranking van mensen komt.’

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Stefano Pollio via Unsplash

Kijk uit voor het verschrikkelijke wokespook!

Columnisten schreeuwden de afgelopen week om het luidst over hoe gevaarlijk en eng ‘woke’ eigenlijk is. Wouter Louwerens legt uit dat dat nergens op slaat. 

Als we (vooral) rechtse opiniemakers en politici mogen geloven waart er een groot gevaar door Nederland: ‘woke’, oftewel ‘wokeness’. Het schijnt zo te zijn dat we ernstig bedreigd worden door een eng fenomeen dat is komen overwaaien uit Amerika. Maar klopt dat wel? En wat is dat woke nou eigenlijk?

Het begrip woke komt uit Amerika en is slang voor awake; wakker dus. Er bestaat geen eenduidige definitie van het begrip. En in tegenstelling tot wat veel tegenstanders beweren bestaat er al helemaal niet zoiets als een woke-ideologie of woke-beweging. Wie beweert van wel mag haar aanwijzen.

Dat betekent niet dat er geen historische context van het begrip bestaat. Zo had je vanaf 1860 de ‘Wide Awakes’, een jongerenorganisatie van de Republikeinse partij van Lincoln, een beweging met als belangrijke speerpunten arbeidersrechten en de afschaffing van de slavernij. Later, in de 20e eeuw, werd het begrip woke populair gemaakt door popmuziek en de mensenrechtenbewegingen in opeenvolgende decennia. Het stond vooral voor waakzaamheid en bewustzijn betreffende het grote racismeprobleem in de VS.

Foto: Bernard DUPONT (cc)

Klimaatverandering is racistisch

PODCAST – Auteur Jeremy Williams schreef het pas verschenen boek Climate Change Is Racist, volgens hem het eerste boek over klimaatverandering en racisme geschreven voor een niet-wetenschappelijk publiek. Williams besprak zijn boek vorige week in de podcast ‘We need to talk about whiteness’.

Het moge duidelijk zijn dat de rijkste landen en hun overwegend witte bevolking de grootste ‘carbon footprint’ hebben, terwijl deze landen de gevolgen van klimaatverandering het minst zullen gaan ondervinden en zich er het best tegen kunnen beschermen. Als de gevolgen van iets extreem schadelijks zo ongelijk verdeeld zijn, dan kun je spreken van racisme, aldus Williams. Maar hij stelt ook dat klimaatverandering racistisch is omdat hij een verband ziet met racistische handelen van rijke, witte landen in het verleden: je kunt in feite een lijn trekken van slavernij en imperialisme naar industrialisatie en fossiele brandstoffen naar klimaatverandering. En telkens zien we dat altijd dezelfde mensen ‘winnen’ – witte mensen – en dezelfde mensen ‘verliezen’ – niet-witte mensen. Dus het is niet alleen het huidige klimaatbeleid dat racistisch is – bijvoorbeeld doordat rijke landen vooral voor zichzelf zorgen terwijl arme landen de grootste gevolgen dragen – maar klimaatverandering zelf komt ook voort uit racisme.

Vrij snel in de podcast gaat het over de vraag of de klimaatbeweging een racisme-probleem heeft. Greta Thunberg die alle credits krijgt, bijvoorbeeld, terwijl jonge vrouwen en mannen uit Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen ook – en vaak al langer – strijden voor het klimaat, niet zelden vanuit een veel minder comfortabele (en soms ronduit gevaarlijke) situatie. Daar horen we nog te weinig van en het is belangrijk dat hun stemmen veel meer gehoord worden in het klimaatdebat. Daarover verschijnt binnenkort een boek van activiste Vanessa Nakate, A Bigger Picture: My Fight to Bring a New African Voice to the Climate Crisis (info).

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende