De Nederlandse economie piept en kraakt door personeelstekorten. Dat ons land desondanks nauwelijks beroep doet op asielmigranten is economisch en juridisch niet houdbaar, vinden migratiewetenschapper Tesseltje de Lange en Ricky van Oers.
Dinsdag 20 juni was de dag van de vluchteling. Een dag bij uitstek om gezamenlijk te reflecteren op de Nederlandse belangen, waarden, rechten en plichten voor de ontvangst van mensen op de vlucht. Al eeuwen reizen mensen naar Nederland, op vlucht voor geweld en onderdrukking, klimaatverandering en honger. Ooit zijn het misschien Nederlanders zelf die vluchten, voor het water bijvoorbeeld.
Nadenken over het verwelkomen van mensen vraagt dat we nadenken over hoe we zelf verwelkomd zouden willen worden. In het debat over de vraag van de opvang van gevluchte mensen herkennen wij drie perspectieven: dat van de koopman, de dominee, en de rechter.
De koopman
In april 2023 lagen er ruim 18 duizend aanvragen van mensen die om bescherming vragen langer dan de wettelijke termijn van zes maanden te wachten op een beslissing. Hoewel al deze mensen mogen werken, wordt voor slechts 4 procent van hen een werk vergunning aangevraagd. Dit terwijl ons land kampt met een enorme krapte op de arbeidsmarkt.
De koopman in eenieder van ons vraagt zich af waarom niet meer asielzoekers werken. Zijn ze lui? Neen. Ze werken niet omdat hun recht om te werken in de praktijk grotendeels tenietgedaan wordt door wettelijke, administratieve en praktische belemmeringen. De werkgever moet een omslachtige vergunningsprocedure doorlopen, IND en UWV moeten instemmen, de gemeente moet een burgerservicenummer afgeven, en net als alles rond is wordt de bijna werknemer verhuisd naar een ander azc.
Bij herhaling is opgemerkt hoe dom het is deze mensen niet te laten werken
Onderzoek naar het traject Van azc naar een baan wees in 2017 al uit dat het niet aan de gevluchte mensen, maar aan het Nederlandse systeem ligt dat zij niet werken. Een veel besproken belemmering in de regelgeving is dat de mens die bescherming zoekt maar 24 weken per jaar mag werken, om vervolgens de rest van het jaar op zijn handen te zitten.
Bij herhaling is opgemerkt hoe dom het is deze mensen niet te laten werken (zie bijvoorbeeld: Merel van Vroonhoven in de Volkskrant). Vluchtelingenorganisaties, arbeidsbemiddelaars, VNG, het COA, werkgevers, werkgeversorganisaties MKB-Nederland, VNO-NCW en AWVN hebben zich uitgesproken tegen de beperkingen op het recht op werk. Het is echter vooral de VVD, toch de partij van koopmannen, die het recht op werk blokkeert.
In tegenstelling tot wat deze partij beweert, is het niet zo dat een asielzoeker die, in afwachting van de behandeling van zijn asielaanvraag, werkt, daardoor het recht zou verwerven om te mogen blijven. Hij verkrijgt ook géén recht op een uitkering. Toch werd dit argument tijdens het Kamerdebat van maandag 26 juni over het onderwerp door de VVD opnieuw gebruikt om te pleiten tegen de uitbreiding van de mogelijkheden voor asielzoekers om te werken.
Staatssecretaris Van der Burg (inmiddels demissionair) gaf hierbij aan ‘zeker niet te kunnen uitsluiten’ dat de rechter uiteindelijk een verblijfsrecht zal toekennen aan een asielzoeker wiens aanvraag is afgewezen omdat hij heeft gewerkt. [1] De redenering van de staatssecretaris staat daarmee lijnrecht tegenover de conclusies van door de overheid aangevraagde onderzoeksrapporten.[2]
De dominee
De mogelijkheid om te werken draagt bij aan een menswaardig bestaan. Hiervan is in de huidige opvangpraktijk geen sprake: duizenden asielzoekers verdoen in overvolle (nood)opvanglocaties hun tijd. Lange periodes van inactiviteit vormen in feite het voortaan van een leven in de bijstand en deelname aan her-activeringsprogramma’s.
De mogelijkheid om te werken zou asielzoekers daarentegen in staat stellen hun kennis en vaardigheden op peil te houden, taalkennis op te doen en een netwerk op te bouwen. Dit alles zal van pas komen bij de integratie, wanneer zij eenmaal een status hebben verkregen. Helaas krijgt de dominee die menswaardigheid bepleit het al snel aan de stok met het kabinet dat eerst ‘grip’ wil krijgen op migratie alvorens te willen overwegen om de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers te vergroten, zo stelde staatssecretaris Van den Burg tijdens eerdergenoemd Kamerdebat over het onderwerp opnieuw. Van ‘grip’ is volgens hem pas sprake als, onder meer, crisisnoodopvang niet meer nodig is. [3]
De crisis in de opvang van asielzoekers wordt op deze manier afgewenteld op de asielzoekers die in die opvang langdurig wachten op een beslissing op hun aanvraag.
De rechter
Als de regering geen humanitaire plicht voelt, is er dan wellicht een juridische verantwoordelijkheid? Op grond van de Europese Opvangrichtlijn moet Nederland asielzoekers daadwerkelijk toegang geven tot de arbeidsmarkt. De 24-wekeneis is hiermee in strijd, zo oordeelde de rechtbank Den Haag recent. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.
Haar goed recht natuurlijk. Maar het mag geen verrassing zijn dat die stap een storm van verontwaardiging opleverde. De bal ligt nu bij de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die de zaak op 7 september zal behandelen.
Vanuit het perspectief van de koopman én de dominee is het helder: asielzoekers moeten de kans krijgen meer te werken
Een uitspraak pakt niet per definitie positief uit voor werkgevers en hun werknemers met een vluchtelingenachtergrond. Als de Afdeling het standpunt van de rechtbank niet deelt, zal zij echter met een goede uitleg moeten komen over haar interpretatie van het wat ons betreft ondubbelzinnige Europese recht. Of zij zal uitleg moeten vragen aan het Europese Hof. In dat geval kan het nog eens jaren duren voordat we zekerheid hebben over iets wat zo veel werkgevers kan helpen in het oplossen van hun personeelstekorten, en zoveel mensen die bescherming zoeken de kans geeft iets zinvols te doen terwijl ze wachten op de afhandeling van hun asielaanvraag.
Vanuit het perspectief van de koopman én de dominee is het helder: asielzoekers moeten de kans krijgen meer te werken. Net als de Haagse rechtbank zijn wij van mening dat de huidige Nederlandse regelgeving strijdig is met Europees recht. Hoe de hoogste rechter in Nederland hierover oordeelt is afwachten.
[1] Notaoverleg van 26 juni 2023, TK 2022-2023, 36139.
[2] Zie bijvoorbeeld het rapport Belemmeringen asielzoekers bij het toetreden tot de arbeidsmarkt van Regioplan (2023).
[3] Notaoverleg van 26 juni 2023, TK 2022-2023, 36139.
Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Tesseltje de Lange is hoogleraar Europees Migratierecht. Ricky van Oers is universitair docent Rechtssociologie en Migratierecht. Beiden zijn verbonden aan het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Reacties (8)
Statushouder krijgt baan aangeboden. IND heeft half jaar nodig voor BSN nummer. En kan geen garantie geven dat hij minstens half jaar in hetzelfde azc zal verblijven.
Los van het juridische steekspel, kijk hoe succesvol de Oekraïners in korte tijd aan de slag zijn gegaan. De uitzondering die zij kregen zou toch de standaard moeten zijn. Tenzij we in Europa massaal meer baby’s gaan maken ontkomen alleen al op grond van economisch eigenbelang niet aan een constante instroom om de boel aan de gang te houden. Nederland heeft daar gezien de uitzonderlijke bevolkingsgroei van net na de tweedenwereldoorlog misschien nog iets minder last van maar de ons omringende landen kunnen al langer niet meer zonder. Onze geboortegolf breekt de komende decennia ook tegen de pensioenkust.
Ik weet niet wat voor idee jij hebt bij die babyboomers maar het lijkt er op alsof je denkt dat alleen die babyboomers de totale bevolkingsgroei van na 1945 hebben veroorzaakt en in stand hebben gehouden en nu plots zal verdwijnen.
Voor een stabiele bevolking moet het geboortecijfer op 2,1 liggen. Dat is echter al rond 1970 gekelderd van 3 naar 1,5, en daar ligt het nog steeds. Onze bevolkingsgroei komt dan ook door immigratie en niet door eigen aanwas.
Het migratiesaldo is gemiddeld +27.000 tussen 1960 – 2015 en +83.000 tussen 2015 – 2021
In de volgende zin noem ik komende decennia, = ongeveer 2040. 2040-70 = 1970 dus dat spreek ik niet tegen. Misschien had ik duidelijker een begin en eind moeten definiëren dan net na. Maar Nederland blijft daar in vergelijking met de rest een uitzondering waardoor ons tekort kleiner is geweest maar dat voordeel verdwijnt met de massale pensionering die ons te wachten staat. Het punt wat ik probeerde te maken is dat we de aanzienlijke groep Europeanen die immigranten vooral als lastige gelukzoekers zien duidelijk moeten maken dat hun belang gediend wordt met een snel en ruim toelatingsbeleid. Een beroep op barmhartigheid of steekhoudende juridische argumenten werkt daar niet voor. Simpel gezegd; als je zorg wilt wanneer je pensioneert zal je moeten kiezen tussen immigranten of baby’s. Al las ik net dat het laatste ook al problematisch is door tekorten in de kraamzorg.
Als je het echt goed wilt doen dan moet je alleen baby’s importeren. Dan krik je het geboortecijfer kunstmatig naar 2,1 op, je vult de bevolkingspiramide als het ware onderop aan, in plaats van in de leeftijdsgroep van 20-40.
.
Als je volwassen hier naar toe haalt, dan krijgen die ook weer te weinig baby’s en moet je voor hun pensioen alweer nieuwe volwassen immigranten binnenhalen enzovoorts.
We hebben na de jaren ’70 geen politici gehad met een visie op bevolkingsontwikkeling, ondanks dat we de problemen toen al zagen aankomen. Dat, gecombineerd met het dogma economische groei, laat de boel steeds verder uit de hand lopen. We horen constant dat we de zorgkosten van die grote grijze groep moeten kunnen betalen en daarvoor moeten we economisch blijven groeien. Dus daarvoor moeten we voortdurend werknemers binnenhalen. Die niet meer weggaan en de grote grijze groep groot laten blijven.
baby’s importeren helpt alleen als die baby’s later voldoende kinderen krijgen…
Anders moet je later opnieuw baby’s importeren.
Dan kun je beter mensen van 20 importeren, zij zijn al zindelijk en het scheelt 20 jaar voeding en jaren aan scholingsuitgaven.
Maar eigenlijk blijf ik verbaasd dat we immigranten nodig zouden hebben om de welvaart op peil te houden.
Immigranten (en baby’s) worden ook een keer oud, dus het probleem blijft bestaan.
Vergeleken met 50 jaar geleden is veel werk geautomatiseerd, dus we zouden met hetzelfde aantal werknemers meer werk verrichten kunnen, of hetzelfde werk met minder mensen.
Naast dat de meeste migranten helemaal geen aansluiting op onze arbeidsmarkt hebben (taal onvoldoende beheersen, niet en/of verkeerde opleiding etc) vereisen steeds meer werkgevers een VOG en die krijgen ze gewoon niet want dat vergt dat je een tijd in Nederland hebt gewoond.
Schoonmaker, prima, maar om bij mij binnen te komen in het gebouw moet je wel even een VOG kunnen overleggen etc etc
Ook veel Nederlanders hebben een slechte taalbeheersing en een verkeerde of slechte opleiding, helaas.