Feit of fabel: Solvabiliteit van zorgverzekeraars
ANALYSE - Corrie van Brenk (Abvakabo FNV) zei vorige week in Buitenhof dat ‘we zien dat er 1,4 miljard aan winst bij de zorgverzekeraars bijgeschreven wordt. Daar hebben we discussie over gehad. We weten dat De Nederlansche Bank daar allerlei eisen in te stellen … die zeggen, er moet een bepaalde buffer zijn voor zorgverzekeraars, anders vallen ze misschien om. Nou volgens mij verhogen ze dan de premie, maar goed. En die buffer is 150%, maar er zitten er nu al over de 225%. Dus het is zorggeld van de burgers die niet naar zorg is gegaan.’
Dat is een..
Uit de jaarverslagen van vier grote zorgverzekeraars (Achmea, CZ, Menzis en VGZ) blijkt dat er inderdaad zorgverzekeraars zijn met een buffer van meer dan 225%. CZ meldt over 2012 een solvabiliteit van 240%. Bij Achmea is de buffer minder ruim, de solvabiliteit bedraagt 153%. VGZ en Menzis hebben nog geen cijfers over 2012 gepresenteerd, maar zaten in 2011 allebei boven de 150%.
De gemiddelde solvabiliteit van alle zorgverzekeraars zit al geruime tijd boven de 200%.
Waarom moet de buffer van zorgverzekeraars 150% zijn?
Kort gezegd geeft de solvabiliteit een indicatie van de mate waarin een verzekeraar in staat is direct aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Het is een verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Om te waarborgen dat zorgverzekeraars niet omvallen (en de burger geen zorg meer vergoed krijgt) zijn er wettelijke minimumeisen gesteld aan de solvabiliteit van zorgverzekeraars.