De Gesloten Bestuurscultuur: de erfenis van dertien jaar Rutte?

Door Simon Otjes, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Sinds 1 april 2021, gaat het veel over de Nederlandse bestuurscultuur. Een kritiekpunt dat vaak genoemd wordt, is het gesloten karakter van de Nederlandse bestuurscultuur. Geheimhouding staat hierin centraal in plaats van transparantie. Dit wordt vaak gekoppeld aan de persoon van Mark Rutte, de man van de Rutte-doctrine en de verdwenen SMS-jes. Maar is dit realistisch? In welke mate is geheimhouding een dieper onderdeel van de Nederlandse politieke cultuur? In een recente podcast Het Spel en de Macht spreek ik hierover met jurist Annemarie Drahmann en historica Eleni Braat. Het belang van geheimhouding gaat veel verder terug in Nederland. Het is bovendien een opmerkelijk verschil tussen Nederland en landen waarmee we ons graag vergelijken. Geheimhouding en Verzuiling Volgens politicoloog Arend Lijphart is geheimhouding een belangrijk onderdeel van de Nederlandse bestuurscultuur ten tijde van de verzuiling. Deze periode duurde grofweg tussen 1918 en 1967. Verzuilde elites, die verschillende maatschappelijke groepen vertegenwoordigden, moesten tot compromissen komen. Het is voor politici makkelijker om afspraken te maken achter gesloten deuren. Het is gemakkelijker om een uitruil te maken als er geen burgers of journalisten meekijken. De notie dat het bestuur openbaar zou moeten zijn was niet geworteld in het bestel. De regering zag openbaarheid enkel vanuit de inlichtingenplicht die zij heeft richting de Kamer. Het is belangrijk om daarbij op te merken dat de inlichtingenplicht niet bijzonder sterk in de Grondwet was vastgelegd: het recht om vragen te stellen was een recht van de Kamer als geheel en niet van een individueel lid. Een Kamermeerderheid kon in principe het ondervragen van een minister blokkeren. De Tweede Kamer zette haar middelen om informatie te krijgen überhaupt slechts spaarzaam in. Maar die terughoudendheid gold niet alleen voor het parlement: ook de pers zag het niet als haar rol om alles bekend te maken. Het klassieke voorbeeld hiervan is dat de Greet Hofmans affaire niet naar buiten kwam via Nederlandse pers maar via het Duitse blad Der Spiegel. De Nederlandse pers zag het niet als haar rol om zo’n politiek gevoelig verhaal naar buiten te brengen. In 1964 sprak premier Marijnen de verzamelde Nederlandse pers nog toe: “de grootheid van de pers in een democratie [wordt] niet alleen bepaald door wat zij publiceert, maar ook door de zelfbeheersing die in acht weet te nemen”. De roep om transparantie De roep om transparantie kwam in Nederland in de jaren ’60. In reactie op de gesloten bestuurscultuur van de verzuilde jaren ’50 kwamen er nieuwe partijen en bewegingen op als Democraten 66, de Politieke Partij Radikalen en Nieuw Links in de Partij van de Arbeid. Zij wilden een meer open, transparante bestuurscultuur Deze progressieve drie schreven in hun gezamenlijke Keerpunt ’72: “Er komt zo spoedig mogelijk …  een wet op de openbaarheid van overheidsdocumenten. Belangrijke overheidsbeslissingen worden niet genomen dan nadat alle betrokkenen, in beginsel in het openbaar, invloed op de uiteindelijke beslissing hebben kunnen uitoefenen.”  In 1978 leidde dit tot de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Deze gaf de mogelijkheid aan burgers om te vragen of de informatie die een overheid heeft, openbaar gemaakt kan worden. Dit geldt niet alleen voor de Rijksoverheid maar ook voor gemeentes en provincies. Met name journalisten maken hier gebruik van. De overheid kan gemotiveerd besluiten informatie geheim te houden: dat leidde tot de zwartgelakte pagina’s uit de Toeslagenaffaire. Bovendien: de overheid kan alleen maar bestanden die ze bewaard heeft delen De grotere roep om openbaarheid vertaalde zich in 1987 ook in een wijziging van de Grondwet die individuele Kamerleden (en niet Kamermeerderheden) het recht gaf om informatie te vragen van een minister. Elf jaar later zorgde de zo genaamde Oekaze-Kok er juist voor dat Kamerleden niet meer direct contact mochten hebben met ambtenaren. Als ze informatie wilden, moest dat altijd via de bewindspersoon lopen. Deze ontwikkelingen passen in een bredere trend waarbij de Nederlandse bestuurscultuur transparanter zou moeten worden. Politicologen als Van Praag en Pennings en Keman benadrukken in analyses van de Nederlandse politieke cultuur dat politici deze openbaarheid slechts selectief toepasten en dat een imago van transparantie veel belangrijker was dan daadwerkelijke openbaarheid. Over de grens De Nederlandse politieke cultuur is nog steeds veel geslotener dan in andere Europese landen. Een voorbeeld is het proces van kabinetsformatie. In Duitsland zijn veel meer politici bij dit proces betrokken en zij communiceren veel meer gedurende het proces. In Nederland gebeurt dit in absolute radiostilte. Elders in Europa is de transparantie van het openbaar bestuur veel beter geregeld. In Zweden behoort de Wet op de Vrijheid van de Pers tot de vier constitutionele wetten. Deze wet gaat terug tot 1766. Zij beschermt niet alleen maar het recht van de vrijheid van de pers te beschermen. Deze wet legt ook vast dat in principe alle documenten van de overheid openbaar zijn. Alleen onder bepaalde voorwaarde kan informatie geheim blijven. Waar onder de WOB burgers konden vragen om informatie waar ze het bestaan van wisten, geldt in Zweden het tegenovergestelde principe: informatie is openbaar tenzij. Dit principe is niet alleen maar verankert in de Zweedse wet maar ook breder in de Zweedse politieke cultuur. Deze openbaarheid zou de legitimiteit van het openbaar vergroten en burgers beschermen tegen corruptie. Maar bovendien is het ook voor wetenschappers een fascinerende bron van informatie: zo zijn de psychologische en IQ-testen die burgers doen als ze in militaire dienst gaan openbaar. Onderzoekers kunnen dit koppelen worden aan andere gegevens. Zo kunnen onderzoekers zien wat voor een burgers de politiek in gaan (zie bijvoorbeeld deze studie van Dal Bó en collega’s). Wet Open Overheid De selectieve openbaarheid die de Nederlandse bestuurscultuur kenmerkte, liep steeds meer uit de pas met een behoefte aan openbaarheid onder journalisten en Kamerleden (met name van de oppositie): populistische politici bekritiseerden de gesloten Nederlandse politiek en beloofde met “met de gordijnen open” te gaan regeren. De passieve gouvernementele houding van journalisten uit de verzuiling werd ingeruild voor een veel activistischere oriëntatie. Als kranten informatie niet kregen waar ze wel recht op hadden, sleepten ze de regering voor de rechter. Sinds 2005 leefde er in Nederland concrete ideeën over een Wet Open Overheid. Deze zou ervoor moeten zorgen dat openbaarheid het uitgangspunt zou worden in plaats van andersom. In 2012 diende GroenLinks Kamerlid Mariko Peters een initiatiefwet in. In 2013 kwam ook de naam van D66’er Gerard Schouw onder deze wet. Pas in 2021 werd deze wet aangenomen door de Eerste Kamer, verdedigd door GroenLinkser Bart Snels en D66’er Joost Sneller. De roep om transparantie na de toeslagenaffaire gaf de wet het laatste stootje. Het is verplicht voor overheden om bepaalde categorieën informatie zelf openbaar te maken. Een stap naar het Zweedse model van openbaar ten zij. Om steun van een meerderheid van de Kamer te krijgen moest de ambitie van wet ingeperkt worden: een register van alle informatie die de overheid heeft, bleek veel te kostbaar. Volgens specialisten is de wet nog niet ideaal, zeker waar het de reikwijdte van de wet betreft: welke bestuursorganen onder de wet vallen. Jurist Annemarie Drahmann benadrukt dat actieve openbaarmaking een verandering van de informatiehuishouding van de overheid behelst: overheden zullen zelf documenten veel beter moeten registeren en archiveren. Geheimhouding: dieper geworteld of uit de mode? De behandeling van Wet Open Overheid viel samen met twee van de vier kabinetten Rutte. Zijn naam wordt nu vaak gekoppeld aan een niet-transparante politieke cultuur. Tegelijkertijd zien we juist dat een gebrek aan openbaarheid dieper geworteld is in het Nederlandse staatsrecht en de Nederlandse bestuurscultuur. In een land waar brede kabinetten proberen om compromissen te zoeken voor complex vraagstukken ligt openbaarheid niet voor de hand. In de laatste jaren zijn er stappen gemaakt om het openbaar bestuur transparanter te maken: wet open overheid maar ook de “Oekajsa”, de liberalisering van de Oekaze-Kok van Kajsa Ollongren passen in die trend. Of dit echter genoeg zal blijken te zijn om te voldoen aan de vraag in de samenleving aan transparantie is maar zeer de vraag. Wil je meer weten over de Nederlandse bestuurscultuur? Luister dan naar het nieuwe seizoen van het Spel en de Macht, waarin we in zes aflevering spreken over de belangrijkste normen en patronen in Nederlandse politiek en bestuur.

Door: Foto: Corne Bastiaansen, CC 0, via Wikimedia Commons.
Foto: Roel Wijnants (cc)

De waarde van de Woo moet nog bewezen worden

Vorige maand is de Woo (de Wet open overheid) van kracht geworden. Het is de opvolger van de Wob (Wet openbaar bestuur). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, lezen we op de site van de Rijksoverheid. ‘Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid,’ staat er. Dat is een belofte die nog waargemaakt moet worden. Het verleden van de openbaarheid van overheidsinformatie stemt ons helaas niet optimistisch. De Nederlandse overheid heeft grote moeite met openheid, alle bezweringen over ’transparantie’ ten spijt. Ik heb er de afgelopen vijftien jaar op Free Flow of Information talloze voorbeelden van gegeven.

De nieuwe wet, die een lange voorgeschiedenis heeft, gaat in tegenstelling tot de vorige uit van de plicht tot actieve openbaarheid van verschillende categorieën informatie – bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. Bestuursorganen moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen op één digitale plek vindbaar en doorzoekbaar is. Dit is de website open.overheid.nl. Nu zul je daar niet meteen alles kunnen vinden. De overheid heeft ‘gekozen’ voor een gefaseerde aanpak. Bedoeld wordt: we zijn qua ICT en menskracht niet in staat te voldoen aan wat de wet beoogt.

Geen register

Nieuw is een adviescollege dat naast het geven van gevraagd en ongevraagd advies ook klachten van journalisten kan behandelen. Daarvoor opent het college per 1 september een klachtenloket. Het is een van de weinige verbeteringen voor de openbaarheid van overheidsinformatie. In de procedures en beslistermijnen is er niet veel veranderd ten opzichte van de oude Wob. De reikwijdte van de wet is ietwat opgerekt. Bij de parlementaire behandeling van de wet zijn alsnog bedrijfs- en fabricagegeheimen die het bedrijfsleven verplicht met de overheid deelt uitgesloten van informatieverzoeken. Er is daarnaast geen register verplicht gesteld dat opsomt welke informatie überhaupt beschikbaar is bij de overheid of bij onder de overheid vallende instanties.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Peter Meuris (cc)

Minister De Jonge overtreedt de wet

COLUMN - De Minister van Volksgezondheid gaat in beroep tegen een recente rechterlijke uitspraak waarin de procedure van het ministerie voor het openbaar maken van documenten is afgewezen. De minister wil de documenten niet een voor een vrijgeven, dat zou te veel tijd kosten. Daarom wil hij op een zelf gekozen moment meerdere aanvragen afhandelen. De wet stelt echter termijnen voor het voldoen aan elk afzonderlijk verzoek tot openbaarmaking. De Jonge gaat in hoger beroep bij de Raad van State.

De Tweede Kamer reageert verontwaardigd op deze stap. “Een hoger beroep kost tijd, geld en vertrouwen van burger en journalistiek in de overheid.” zegt PvdA Kamerlid Arib. Dat vertrouwen wordt volgens de oud-Kamervoorzitter nu geschaad. Ook D66’er Joost Sneller vindt het hoger beroep onverstandig. “De WOB is een recht. Er een soort van voorrecht van maken is niet de goede weg.” Renske Leijten (SP): “Je zou geen regering moeten hebben die zegt: dit kost ons mensen. Een regering moet zeggen: en nu gaan we het regelen!” Arib wijst erop dat er ook honderden communicatieadviseurs werken bij de overheid. Terwijl er geen tijd zou zijn voor het naleven van de WOB, “zie je bewindspersonen overal in bladen met shoots. Daar is kennelijk wel tijd voor.”

Foto: CC Sargasso

Milieudefensie wil milieubewust wobben

Milieudefensie maakt zich bij monde van woordvoerder Gennamae van Megen zorgen over de toenemende inkt- en papierverspilling bij wob-verzoeken. De zogenaamde Wet Openbaar Bestuur geeft burgers het recht maandenlang genegeerd en aan het lijntje gehouden te worden bij informatieverzoeken bij de overheid.

“Iedereen weet dat de Wet Openbaar Bestuur een lachertje is, maar de overheid maakt het nu wel erg bont. We snappen dat een journalist trollen leuk kan zijn, maar als het enige leesbare woord op een pagina “de”, “het” of “een” is, dan vragen we ons af of je niet beter de pagina gewoon achter kan houden”.

Op z’n minst vraagt de organisatie of de overheid kan overwegen de zwart gemaakte woorden te vervangen door spaties, zodat de inktverspilling afneemt. “Maar dit lost het probleem van papierverspilling natuurlijk niet op”, vervolgt een zichtbaar geëmotioneerde Van Megen.

Vragend naar een definitieve oplossing ziet Milieudefensie ook ruimte: “Veel overheden maken gebruik van de mogelijkheid om het wob-verzoek gewoon te negeren, en sinds een tijdje kan dat ook zonder dat het boetes oplevert”. Het compleet negeren van het verzoek vindt de organisatie ook meer in lijn met de maanden wachten totdat je één of meerdere zwarte a4’tjes in de bus krijgt: “Zo weet iedereen direct waar hij of zij aan toe is. Met een beetje geluk stoppen journalisten dan ook met het indienen van de verzoeken, zodat ook aan die kant de papierverspilling tot een minimum kan worden beperkt. Win-win dus”.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Wob-herziening moet van tafel

Een stukje campagnejournalistiek van oud-Sargassohoofdredacteur Dimitri Tokmetzis. Er ligt een herziening van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) op tafel, die misbruik van de wet moet voorkomen. Volgens Tokmetzis maakt de herziening het alleen maar moeilijker overheidsinformatie op te vragen. Een proces dat toch al vaak niet al te gemakkelijk verloopt, zoals Sargasso keer op keer op keer heeft ervaren.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

Beren op de weg zetten

OPINIE - Komt er ooit nog een nieuwe wet op de openbaarheid van bestuur?

Jaren geleden hoorde ik deze uitspraak voor het eerst van een ambtenaar: hoeveel beren zijn er nog op deze weg? Oftewel: welke hindernissen gaan we nog tegenkomen om dit plan uit te voeren? De geschiedenis van de initiatiefwet Open Overheid (WOO) laat zien dat ambtenaren ook beren op de weg kunnen zetten om te voorkomen dat plannen doorgaan. De WOO is vijf jaar geleden ingediend door GroenLinks en D66 en uiteindelijk na een aantal wijzigingen vorig jaar in de Tweede Kamer aangenomen. Tegen stemden VVD en CDA, de twee grootste partners van de beoogde nieuwe regeringscoalitie. De wet ligt nu bij de Eerste Kamer en het is zeer de vraag of er daar een meerderheid voor te vinden is. Op verzoek van Minister Plasterk heeft een adviesbureau van de Rijksoverheid twee ‘quick scans’ uitgevoerd om een beeld te krijgen van de te verwachten kosten. De uitkomsten daarvan zijn alarmerend: tientallen, honderden miljoenen vliegen je om de oren als je de bevindingen leest. De Eerste Kamer gaat het nu allemaal nog weer eens grondig onderzoeken en we moeten ook nog rekening houden met een ‘njet’ in het regeerakkoord dat aan alles een einde maakt, want de coalitiepartijen hebben ook daar een krappe meerderheid.

Foto: Sebastiaan ter Burg (cc)

Openbaarheid van bestuur in de verkiezingsprogramma’s

ANALYSE - Openbaarheid is niet de sterkste kant van de Nederlandse overheid. Met de nieuwe, eigentijdse wetgeving op dit gebied wil het maar niet vlotten. Wat beloven de partijen op dit punt in hun verkiezingsprogramma’s?

In de zomer van 2012 dienden de Kamerleden Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) een initiatiefwetsontwerp in voor een nieuwe wet op de openbaarheid van bestuur. Het was de voortzetting van een initiatief van voormalig Kamerlid Mariko Peters uit 2011 dat grote bezwaren ontmoette bij toenmalig minister Donner (Rutte I). De nieuwe wet is op 19 april vorig jaar door de Tweede Kamer aangenomen en ligt nu nog steeds bij de Eerste Kamer. Opnieuw stribbelt de regering tegen. Een quick scan over de implicaties van de wet in opdracht van minister Plasterk (Rutte II) voorspelt hoge kosten. “Het ministerie van BZK en de VNG draaien de Wet open overheid (Woo) langzaam maar zeker de nek om”, zeggen gemeenteraadsleden van GroenLinks en D66.

De reserves tegen grotere openbaarheid van bestuur klonken al door in het behoudende advies van de Raad van State bij het initiatiefwetsontwerp. Het bestuur kiest voor zijn eigen belangen (veel werk, hoge kosten, vervelende burgers buiten de deur houden) en niet voor de rechten van burgers. Dat wringt in tijden waarin alle politici braaf hun zorgen uiten over de toenemende onvrede van burgers met de overheid. De politiek zou daar nu wat kunnen aan doen door de burger tegemoet te komen met meer openheid, minder achterkamers en de inzet van meer moderne middelen om verantwoording af te leggen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De geest van Drees

ANALYSE - De verhouding tussen de pers en de overheid is altijd spannend geweest. Openbaarheid blijft een lastig onderwerp voor regeringen en gemeentebesturen. Openheid en transparantie zijn buzz-woorden maar de praktijk laat veel te wensen over. Nieuwe wetgeving laat al jaren op zich wachten.

Onlangs las ik een beschouwing over journalistiek in de jaren vijftig van Paul Koedijk*. Het beeld dat hij schetst geeft te denken over de tegenwoordige tijd. Op het eerste gezicht lijkt het een totaal andere wereld. Wat zestig jaar geleden geheim was moest geheim blijven totdat de minister zei dat er over gesproken kon worden. En wat de minister wel kwijt wilde moest bij voorbaat letterlijk en zo uitgebreid mogelijk geciteerd worden. Over minister-president Drees (foto) schreef een kritische journalist in die tijd: “[Men ontkomt] niet aan de indruk dat dr. Drees alle kranten het liefst zou zien als voorlichtingsorganen.” Voorlichting en p.r., dus communicatie die door de overheid zelf wordt geregisseerd, bloeide op in de jaren vijftig. De pers dreigde geplet te worden  “tussen de hamer en het aambeeld van de geheimzinnigheid en de voorlichting” schrijft Koedijk over deze periode. Of veel journalisten dat toen ook zo gevoeld zullen hebben is de vraag, want hij laat ook zien dat de meeste kranten bijzonder coöperatief waren met hun in politiek opzicht verwante ministers. De journalisten van de grote media verschilden in hun wereldbeeld ook niet zo veel van de politici van verschillende brede coalities na de oorlog. Ze toonden de lezer, luisteraar en kijker een tamelijk eensgezinde interpretatie van het algemeen belang min of meer conform de geest waarin de regering het volk toesprak.

Foto: Jim Sage (cc)

Openbaarheid: vertrouwen is goed, maar burgers zijn beter

OPINIE - Geachte voorzitter, geachte leden van de Tweede Kamer, Geachte minister Plasterk, het is te gênant voor woorden dat ik, een burger, aan u, volksvertegenwoordigers, moet gaan uitleggen wat het belang is van openbaarheid in het besturen van dit land.
Het is al te gek voor woorden dat dit land een wet heeft die gaat over wat openbaar gemaakt mag worden en hoe. Het is helemaal van de zotte dat er nu een wet bij u ligt die eigenlijk alleen maar gaat over het verder beperken van die openbaarheid.

Immers, u en het volledige openbaar bestuur inclusief alle ambtenaren, bent er voor ons, burgers. U, de Staat, bent geen doel op zich. U dient het belang van alle burgers. Dat betekent dat alles wat u doet eigenlijk van ons is. Inclusief alle mail, documenten, foto’s, gesprekken, etc… die u daarvoor gebruikt. U zou dat alles op een eenvoudige manier direct steeds aan ons moeten aanbieden, met uitzondering van zaken die de privacy van andere burgers schaden. Van dat laatste heeft u overigens zelf best een handje, maar dat terzijde.

Maar u draait de zaak om. In plaats van te zeggen “alles is openbaar tenzij”, geeft u nu aan “alles is geheim, tenzij”.
En dat is het grootste brevet van onvermogen dat u als democratisch bestuurder kunt afgeven. U zegt daarmee namelijk de volgende zaken over burgers:
– U bent niet in staat om verantwoord met onze informatie om te gaan
– U bent niet in staat de informatie op waarde te schatten en goed te duiden
– U moet blind vertrouwen op ons, wij weten wat goed voor u is.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende