De waarde van de Woo moet nog bewezen worden

Vorige maand is de Woo (de Wet open overheid) van kracht geworden. Het is de opvolger van de Wob (Wet openbaar bestuur). De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, lezen we op de site van de Rijksoverheid. ‘Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid,’ staat er. Dat is een belofte die nog waargemaakt moet worden. Het verleden van de openbaarheid van overheidsinformatie stemt ons helaas niet optimistisch. De Nederlandse overheid heeft grote moeite met openheid, alle bezweringen over ’transparantie’ ten spijt. Ik heb er de afgelopen vijftien jaar op Free Flow of Information talloze voorbeelden van gegeven.

De nieuwe wet, die een lange voorgeschiedenis heeft, gaat in tegenstelling tot de vorige uit van de plicht tot actieve openbaarheid van verschillende categorieën informatie – bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. Bestuursorganen moeten ervoor zorgen dat deze informatie voor iedereen op één digitale plek vindbaar en doorzoekbaar is. Dit is de website open.overheid.nl. Nu zul je daar niet meteen alles kunnen vinden. De overheid heeft ‘gekozen’ voor een gefaseerde aanpak. Bedoeld wordt: we zijn qua ICT en menskracht niet in staat te voldoen aan wat de wet beoogt.

Geen register

Nieuw is een adviescollege dat naast het geven van gevraagd en ongevraagd advies ook klachten van journalisten kan behandelen. Daarvoor opent het college per 1 september een klachtenloket. Het is een van de weinige verbeteringen voor de openbaarheid van overheidsinformatie. In de procedures en beslistermijnen is er niet veel veranderd ten opzichte van de oude Wob. De reikwijdte van de wet is ietwat opgerekt. Bij de parlementaire behandeling van de wet zijn alsnog bedrijfs- en fabricagegeheimen die het bedrijfsleven verplicht met de overheid deelt uitgesloten van informatieverzoeken. Er is daarnaast geen register verplicht gesteld dat opsomt welke informatie überhaupt beschikbaar is bij de overheid of bij onder de overheid vallende instanties.

Dat laatste biedt de vierde macht nog steeds een eenvoudige uitweg om nieuwsgierige burgers en journalisten de deur te wijzen: wat u vraagt hebben we niet. Het antwoord daarop zal zijn: geeft u dan maar alles wat u wel heeft. Ik betwijfel of de woo-ambtenaar daar zo blij mee zal zijn.

EZ en het Groningse gas

De Woo geeft alles bij elkaar nog geen garantie dat belangrijke overheidsinformatie toch niet op de een of andere wijze kan worden achtergehouden. Zoals in het voorbeeld dat de NRC maandag publiceerde: EZ frustreerde actief openbaarmaking documenten over Groningse gaswinning. Topambtenaren van het ministerie van Economische Zaken hielden gaswinningsbedrijf NAM en handelshuis Gasterra uit de wind door notulen van het Gasberaad waarin EZ in 2014 met het betrokken bedrijfsleven overlegde over de toekomst van de gaswinning te verbergen voor Wob-inzageverzoeken. De directeur-generaal Energie van EZ zegt te zullen aangeven dat hij ‘alleen in zijn rol als Regeringsvertegenwoordiger beschikt over deze concepten [van het winningsplan], waarmee deze stukken dus zullen worden gesignaleerd als niet aanwezig op het departement’. De Groninger Bodembeweging die wilde weten wat er allemaal bekokstoofd werd had het nakijken. Enkele maanden later belooft het ministerie de bedrijven opnieuw er voor te zullen zorgen dat een Wob-verzoek niet zal worden gehonoreerd. Daardoor wordt niet bekend dat de NAM in 2013 na de befaamde aardbeving in Huizinge een recordhoeveelheid gas heeft gewonnen. Tweede Kamerlid Omtzigt ziet, met verwijzing naar het toeslagenschandaal, een patroon: ‘Jarenlang Kamervragen foutief beantwoorden en Wob-stukken achterhouden, betekende dat het schandaal veel langer verborgen bleef en de kwalijke praktijken langer konden voortduren.’

Of de Woo dergelijke praktijken kan voorkomen valt nog te bezien. Ik vrees dat er in Den Haag veel meer moet gebeuren om echte openheid van zaken te krijgen.

[overgenomen van Free Flow of Information]

Reacties zijn uitgeschakeld