Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Te veel aardige Marokkanen?
Al die aardige, lieve en slimme Marokkanen: slijmjurken zijn het. Ik noem een Ali B., de nationale knuffelmarokaan, lacht om ieder grapje even hard. ‘Oh is dat zo Matthijs, o gut o gut, wat een malligheid.’ Zit hij weer te kirren bij DWDD. Onlangs was het weer raak. Een islamitische B-acteur met een onuitsprekelijke naam wint een Gouden Kalf. En maar blij doen. ‘Oh bedankt mamma en pappa, oh bedankt alle politici, ik ben zo blij met mijn fokking gouden kalf.’ Aansteller. Nog erger is het bij mij in de buurt. Als ik de buurtsuper binnenwandel, is er alleen ‘s ochtends nog een Nederlandse kassajuffrouw te bekennen. Doodchagrijnig, hondsmoe en ze kijkt altijd dwars door je heen. Gewoon, normaal. Nee, dan die jonge Berbermeisjes die er ’s avonds staan. Altijd vrolijk, altijd vriendelijk en vaak nog knap ook. Alsof ik daar intrap.
Mijn garagehouder uit het Atlasgebergte, ook zo’n glijert. ‘Nee, hoor meneer Bouman, uw auto kwam weer gladjes door de APK dit jaar. U hoeft dit jaar weer niets bij te betalen. Dat heb je met die Japanners, hè!’ Daarna lacht hij er onschuldig bij. Of wat te denken van Fatima van de kinderopvang? Ze spreekt accentloos Nederlands, is poeslief voor de kinderen en alles is altijd even pedagogisch verantwoord. Toe maar. Al die vriendelijke en aardige Marokkanen zorgen ervoor dat ik mezelf soms betrap op enge gedachten. Gewoon, vooroordelen. Dan zie ik een groepje van die bontkragen mijn kant opkomen en dan denk ik: ‘Die zijn vast op weg naar hun oude moedertje. Gaan haar verrassen met een vers bosje bloemen.’ Onzin natuurlijk, want ik kén ze geeneens! Ze lopen gewoon toevallig langs een bloemenzaak. Gek, hè?
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
Europa volgens de PVV
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.