Politici, vluchtelingen en showbusiness
Eind jaren tachtig wilde het Nederlandse kabinet de belastingwetgeving hervormen: het belastingplan-Oort. Premier Lubbers wilde dat de aanpassing brede parlementaire steun zou krijgen, maar dat leek niet te gaan lukken. “Dan maar met weinig steun”, zal hij hebben gedacht, “maar dat moet niet teveel opvallen.” Als ik het me goed herinner, heeft hij die brede steun uiteindelijk wel gekregen, maar in januari 1989 leidde hij wel de aandacht van deze kwestie af. Hij liet de laatste nog gevangen zittende oorlogsmisdadigers vrij, de Twee van Breda.
Het is een smerige truc, maar dit is hoe politiek werkt. Het is voor een deel showbusiness. Soms zelfs echt. Bij de begrafenis van een beroemd staatsman komen politici uit de hele wereld hun eer bewijzen en het is publiek geheim dat er dan zaken worden gedaan. De premier van Israël wil echter niet worden gefotografeerd terwijl hij spreekt met de minister van economie van Iran, en dat weet het gastheerland ook. Dus organiseert die een concert, en terwijl de pers de daar aanwezige premiers aan het filmen is, zijn de ministers druk aan het overleggen. Degenen die niet aanzitten bij het staatsbanket, of die halverwege weg gaan, zijn altijd interessanter dan degenen die blijven.