Waar zijn de dissidenten als je ze nodig hebt?
Gert-Jan Segers en Joël Voordewind (beiden van de ChristenUnie) zagen zich blijkbaar genoodzaakt verantwoording af te leggen over het stemgedrag van de CU-fractie tijdens de laatste plenaire vergadering voor het zomerreces van de Tweede Kamer.
De gehele CU-fractie stemde tegen de Motie van het lid Azarkan (“verzoekt de regering om 500 van de meest kwetsbare vluchtelingenkinderen op te nemen in Nederland“) en ook tegen de Nader gewijzigde motie van het lid Jasper van Dijk c.s. (“verzoekt de regering, uiterlijk 1 augustus met een voorstel te komen om een aantal weeskinderen in Nederland te herplaatsen“).
Op de website van de CU legt Joël Voordewind uit waarom de CU tegen de moties stemde. Hij herhaalt grotendeels wat hij 7 mei ook al in zijn blog schreef en kern van zijn betoog is dat het compromis dat in het kabinet is gesloten (Nederland betaalt mee aan de opvang van vluchtelingen kinderen op het Griekse vasteland) het meest haalbare is gezien de minderheidspositie van de CU.
CU-fractieleider Gert-Jan Segers reageerde in het Nederlands Dagblad (achter betaalmuur) ook op de kritische reacties die de partij moest incasseren. “Het is zo’n moment waarop je weet dat je niet voor de bloemen de politiek bent ingegaan”, schrijft hij in zijn column en beroept zich op de verantwoordelijkheid die een partij als coalitiepartner en stelt: