De (on)omkeerbaarheid van de langstudeermaatregel
Een Kamermeerderheid aan politieke partijen kan dan wel heel hard roepen dat de langstudeerboete per 1 september weer ingetrokken moet worden, maar volgens mr. Mentko Nap (RUG) verkopen deze partijen knollen voor citroenen.
Een campagnevoerende Kamermeerderheid wil af van de langstudeermaatregel, en wel nu. Studentvriendelijke daadkracht tijdens de El Cid-week en de Keiweek is echter holle retoriek. We zitten voorlopig vast aan de langstudeermaatregel.
Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden zit de langstudeermaatregel behoorlijk vast in het zadel. Ik tel ten minste drie obstakels van constitutionele aard:
1. De invoeringsdatum (start van het nieuwe collegejaar) van de maatregel staat in de wet. Die wet is al in werking getreden (op 1 september vorig jaar). In veel nieuwsberichten wordt de indruk gewekt dat de wet pas op 1 september van dit jaar in werking zal treden. Dat is echter onjuist. Wat er op 1 september aanstaande verandert, is dat het zogeheten verhoogde tarief ook daadwerkelijk een hoger tarief dan het basistarief zal worden (4735 euro in plaats van 1713 euro). Om dat terug te draaien, zal de wet moeten worden aangepast. Met de Tweede en Eerste Kamer op reces wordt dat lastig.
2. De wet machtigt de regering om de hoogte van het basistarief en het verhoogde tarief bij algemene maatregel van bestuur te bepalen (voor voltijders), dan wel om de onder- en bovengrens van het instellingstarief te bepalen (voor deeltijders). Met een beetje goede wil zou de regering het verschil tussen het basistarief en het verhoogde tarief voor 2012/13 kunnen vaststellen op 0 euro, net zoals voor het jaar 2011/12 gold. Studentenorganisaties bepleiten dat nu ook. Probleem: voor de collegejaren 2011/12 en 2012/13 zijn de bedragen in de wet zelf vastgelegd. Ook deze sluiproute loopt dus dood.