Het homohuwelijk voor het Amerikaanse Hooggerechtshof
ELDERS - In de VS heeft alles en iedereen recht op zijn ‘day in court’. Vorige week was het homohuwelijk weer eens aan de beurt.
Afgelopen week was een belangrijk moment voor het homohuwelijk in de VS. Twee afzonderlijke zaken die momenteel worden gehoord door het Supreme Court waren beide aangeland in het stadium van de oral arguments, dat wil zeggen: het moment waarop voor- en tegenstanders in een openbare zitting dienen te reageren op de vragen en opmerkingen van de negen opperrechters. Vaak zijn die vragen indicatief voor de manier waarop de rechters uiteindelijk zullen oordelen.
Van de twee zaken die momenteel worden gehoord is de eerste een aanvechting van de Defense of Marriage Act (DOMA). Deze wet bepaalt onder meer dat federale belastingvoordelen voor gehuwden en nabestaandenwetten uitsluitend van toepassing zijn op heteroseksuele huwelijken. Zo kan het dus zijn dat mensen die in de staten Iowa of Vermont legaal zijn getrouwd met een partner van hetzelfde geslacht te maken krijgen met een flinke belastingaanslag wanneer hun echtgenoot overlijdt.
Hoewel vijf van de negen opperrechters door Republikeinse presidenten zijn benoemd, lijkt zich toch een krappe meerderheid af te tekenen die voorstander is van een herroeping van de Defense of Marriage Act. Rechter Anthony Kennedy, het minst rabiate lid van het rechtse blok, lijkt er echter de voorkeur aan te geven dit te doen met een beroep op de notie dat DOMA een voorbeeld is van overmatige federale inmenging in de aangelegenheden van de afzonderlijke staten. Indien de overige vier conservatieve rechters met deze redenering meegaan, zou wel eens een juridisch precedent kunnen worden geschapen dat bijvoorbeeld het vermogen van de federale overheid om een sociaal vangnet in stand te houden ernstig zou aantasten. Gelukkig(?) is er tenminste één conservatieve opperrechter wiens weerzin tegen het homohuwelijk zodanig diepgeworteld zit dat deze uitkomst bepaald onwaarschijnlijk lijkt.