De slag bij Manzikert
Eindelijk gelukt: kort voor zonsondergang stond ik gisteren op de plaats waar in augustus 1071 de slag bij Manzikert werd gestreden. De liefhebber kan de vlakte vinden ten zuidoosten van het huidige Malizgert in oostelijk Turkije (hier). Vanuit Tatvan, waar mijn hotel was, was het ruim anderhalf uur rijden over een weg die tot Ahlat uitstekend was en daarna zeer snel verslechterde. De chaotische rit over de bergen, met steeds de aanblik van de besneeuwde berg Süphan, was er een om nooit te vergeten.
Waarom wilde ik erheen? Omdat de slag bij Manzikert een van de weinige écht beslissende veldslagen is uit de wereldgeschiedenis. Aan de ene kant stonden de Turken, net overgegaan tot de islam en gecommandeerd door de Seljukische sultan Alp Arsan, ‘de Leeuw’. Hij was de machtigste man in de soennitische wereld en streefde er, met de geloofsijver van een jonge bekeerling, naar om de sji’itische moslims op het rechte soennitische pad te brengen. Zijn doel was daarom de verovering van Egypte, waar een sji’itische vorst de titel van kalief voerde. Voor Alp was het onaanvaardbaar dat een niet-soenniet claimde de heerser der gelovigen te zijn.
Hij was dus vanuit Iran op weg naar Egypte en bevond zich in Syrië, toen hij vernam dat de keizer van het Byzantijnse Rijk, Romanos IV Diogenes, met een leger van 70.000 man op weg was naar Armenië, een bufferstaat tussen de Seljuken en de Byzantijnen. Zou het een kleiner leger zijn geweest, Alp de Leeuw zou zich niet van zijn tocht naar Egypte hebben laten weerhouden, maar dit oogde gevaarlijk. Wilden de Byzantijnen doorstoten naar het Seljukische kernland?