Op Sargasso bieden we regelmatig ruimte voor gastbijdragen. Dit maal een stuk ingezonden door Nick, student economie & bedrijfseconomie, over de ontwikkelingen in Azië.
De meeste economen zijn het er wel over eens: over 50 jaar is de wereld niet meer zoals hij nu is. Het Westen is zijn mondiale heerschappij kwijtgeraakt aan de nieuwe grootmacht China en, in mindere mate, India. Na een dipje van 150 jaar wordt China weer wat het voor die tijd altijd was: de grootste economie ter wereld. Of toch niet?
In de jaren ’60 van de 20e eeuw ontstonden er grote economische discussies in de Verenigde Staten. Veertig procent van de Amerikaanse economen had serieuze bedenkingen bij de superioriteit van het kapitalistische systeem. De grote concurrent van die tijd, de communistische Sovjet-Unie, liet al jaren achtereen stabiele, hoge economische groeicijfers zien. Crisis of niet: zelfs in de rumoerige jaren ’30 bleef de Sovjet trein onverhinderd door denderen. Elk jaar weer 6% groei; een dieseltrein was het. De Russen liepen ook nog eens tien jaar voor met de ruimtevaart technologie: eerst ging het hondje Laika de ruimte in, daarin Youri Gagarin. John F. Kennedy beloofde voor het einde van het decennium nog een man op de maan te zetten. Voor de zekerheid werden er vooraf alvast opnames gemaakt in de Hollywood-studio’s.
De trein uit het oosten bleef nog even door denderen, maar zwakte op een gegeven moment in snelheid af en niet veel later ontspoorde hij zelfs. Hoe kon dit? Decennia lang werkte het systeem toch prima? Waarom zou de Sovjet-Unie de VS nu opeens niet meer bij kunnen benen in hun wapenwedloop?