Geld geven aan allerarmsten leidt niet tot meer alcohol- en tabaksgebruik
ACHTERGROND - Onder veel westerlingen heerst de gedachte dat het zomaar geven van geld aan mensen in de armste landen leidt tot een toename van alcohol- en tabaksconsumptie.
Het geven van goederen en het leveren van diensten zou een veel betere oplossing zijn, zo luidt de communis opinio. Maar volgens de onderzoekers van de Wereldbank bestaat hier geen bewijs voor. Dat stellen zij in het recent verschenen onderzoeksrapport Cash Transfers and Temptation Goods: A Review Of Global Evidence.
Bestedingspatroon
Zoals in Nederland vaak gesteld wordt dat uitkeringstrekkers beter een mand vol boodschappen dan een toelage kunnen ontvangen, bestaat er eenzelfde scepsis over het bestedingspatroon van geldontvangers in ontwikkelingslanden. Hoewel uit verscheidene onderzoeken blijkt dat in het westen de alcoholconsumptie toeneemt zodra inkomsten stijgen, doet deze trend zich niet direct in derdewereldlanden voor.
Tot deze conclusie kwamen wetenschappers van de Wereldbank die besloten de stelling over het uitgavepatroon van de armste geldontvangers te toetsen. In werkelijkheid blijkt de situatie veel rooskleuriger dan door velen wordt gedacht. Onderzoekers David K. Evans en Anna Popova bestudeerden in totaal l19 papers, gepubliceerd tussen 1997 en 2014, met daarin 44 ramingen van de effecten die het ‘gewoon’ geven van geld in diverse ontwikkelingslanden in Afrika, Azië en Latijns-Amerika op de consumptie van alcohol en tabak heeft. Uit 42 van deze ramingen blijkt dat het verstrekken van geld niet leidt tot een bewezen toename van de consumptie van alcohol en tabak. In slechts twee van de onderzoeken was er significant bewijs dat het gegeven geld wel aan drank en sigaretten is uitgegeven, al waren dit allebei grensgevallen.