Reisinformatie op stations bij NS
ACHTERGROND - De NS nam in 2012 de reisinformatievoorziening over van ProRail. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar leverde de NS wel een machtspositie ten opzichte van concurrenten op, die een rechtszaak hebben aangespannen.
Sinds 1995 is NS Reizigers verantwoordelijk voor het personenvervoer over het binnenlandse spoor. Verschillende taakorganisaties werden verantwoordelijk voor het onderhoud van het spoor. De precieze gang van zaken is te lezen in het gister verschenen ‘De geschiedenis van NS in vogelvlucht.’ In november 2012 kreeg NS Reizigers (NSR) er nog een verantwoordelijkheid bij: de reisinformatie op stations. Die overgang van ProRail naar NSR ging niet zonder slag of stoot.
Al in het voorjaar van 2011 besloot minister Schultz van Haegen dat het beter zou zijn als NS Reizigers de informatievoorziening op zich zou nemen, naar aanleiding van de voorgaande winter waarin door slecht weer het spoorvervoer een chaos werd en reizigers klaagden over slechte informatievoorziening. Hoewel het besluit tot nogal wat kritiek leidde, van concurrerende bedrijven en belangenorganisatie Voor Beter OV, startte de NS al in augustus 2011 met de informatievoorziening. De officiële overdracht had toen nog niet plaatsgevonden.
Op 25 mei 2012 ontving de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een zogenaamde concentratiemelding (pdf) van Voor Beter OV, waarna de organisatie een onderzoek instelde. De NMa constateerde dat er een aantal mogelijke problemen zouden ontstaan door het overdragen van de reisinformatievoorziening:
“De wijze waarop met het Noorden wordt omgesprongen, absoluut niet fraai. Er wordt al sinds de jaren zestig over een snelle verbinding naar het Noorden gesproken. Hoe kan de minister dan in 2007 zeggen dat hij geen «quick en dirty» besluit wil nemen? Het wordt echt hoog tijd dat er een helder besluit wordt genomen. Waar blijven de daden van deze bewindsman? Waar is het voortvarende en doortastende Kamerlid van weleer gebleven?”Kamerlid van Gent van Groenlinks ging in het kamerdebat over de zuiderzeelijn van 7 december flink tekeer. De Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat reageerde maar lauwtjes. Die interactie laat mooi de tegenstelling zien in wat is, en hoe het zou moeten. Politieke besluitvorming, kan dat via heldere besluiten en doortastendheid, en zo ja hoe? Of is mevrouw van Gent van Groenlinks eigenlijk een tikkeltje naïef in haar opmerkingen?