Complimentenmeisjes en bloemengeisha’s

Oké, het is natuurlijk mogelijk dat het plan niet serieus was. Ik bedoel het plan van de ondernemingsvereniging Biz Leidsestraat/Koningsplein om Amsterdammers naar het stadscentrum terug te lokken door “complimentenmeisjes” en “bloemengeisha’s” te laten lopen door de Leidsestraat. Het kan natuurlijk zijn dat dit plan, waarover ik in Het Parool las, helemaal niet serieus is, en alleen maar is bedoeld om zó veel verontwaardigde reacties uit te lokken dat en passant óók duidelijk wordt dat (a) de Leidsestraat nog bestaat en (b) men graag de Amsterdammers terug wil. Het zou niet voor het eerst zijn dat een slimme marketeer iets negatiefs doet om aandacht te genereren. Seksisme Want negatief is het natuurlijk. Het seksisme van de complimentenmeisjes en bloemengeisha’s doet denken aan de pizza-keten die klanten opriep “de lekkerste dozen” te nemen, het Rijksmuseum dat alleen “hertjes” in dienst wilde nemen en de bioscoop die het vrouwelijk personeel te strakke truitjes gaf. En ik denk niet dat ook maar één Amsterdammer zal zeggen “o, nu ze bloemengeisha’s hebben, nu verandert de zaak, nu ga ik weer naar het centrum!” Maar goed, op het gevaar af dat ik de gek ben die, door zijn verbijstering te tonen, het middel vormt waarmee Biz Leidsestraat/Koningsplein de Amsterdammers wil teruglokken: je kunt ook wél positief iets doen om mensen terug te lokken. Als je Amsterdamse klanten wil in het centrum, zorg er dan eerst eens voor dat je personeel je bezoekers te woord staat in het Nederlands. Je jaagt er heus geen toeristen mee weg; kijk maar naar Frankrijk of Italië, waar ze je in de eigen taal begroeten en geen toerist minder ontvangen. Cultuur En dan is er de cultuur. De Leidsestraat gaat over drie, vier grachten en er staan enkele verdraaid mooie huizen met mooie details. Je kunt in je promotie ook dáár de nadruk eens op leggen. Want weet je, er is meer in Amsterdam te doen dan alleen maar shoppen. En verder: zorg dat de Leidsestraat weer te bereiken is per fiets. Er is nooit een geldige reden geweest fietsers te verbannen. Ik weet dat dit heel raar klinkt, maar overweeg het toch maar eens. Iets zegt me namelijk dat het mis begon te gaan met de Leidsestraat op het moment dat de fietsen weg moesten. Verscheen eerder op Mainzer Beobachter.

Foto: Flats! (cc)

Nooit moe van #MeToo

COLUMN - Een verbijsterende aflevering van De Wereld Draait Door, maandagavond. Hanneke Groenteman, ooit medemaakster van Neerlands allereerste feministische radio-programma Hoor Haar!, trapte af met de verzuchting dat ze die hele #MeToo-discussie beu was. Ik ben het ook zat dat we die discussie nu nog steeds moeten voeren, een paar decennia nadat zij en ik en duizenden andere vrouwen uit de tweede golf het debat over seksueel geweld entameerden. Maar ik ben vooral trots op de vrouwen die niet bij de pakken neerzitten, en die nu eigentijdse middelen aanwenden om seksueel machtsmisbruik en intimidatie opnieuw op de kaart te zetten.

Wilma de Rek eiste dat er eerst cijfers op tafel kwamen. Maar zulk onderzoek wordt al sinds de jaren ’80 uitgevoerd, en levert consistent hoge cijfers op. Een EU-onderzoek uit 2014 wees uit dat één op de drie vrouwen boven de 15 rapporteert ooit met seksueel geweld te maken hebben gehad, een op de vijf is gestalkt, en één op de twee met seksuele intimidatie kreeg te kampen. Met zulke cijfers hoef je niet elk individueel verhaal onder de loep te leggen om te constateren dat hier sprake is van een tragische trend.

De winst van al dat nieuwe onderzoek? We weten nu dat ook mannen ten prooi vallen aan zulke praktijken, al moet je de cijfers dan grofweg door vier delen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: CHRISTOPHER DOMBRES (cc)

Alledaags racisme

COLUMN - Sander van Walsum beschreef in de zaterdageditie van de Volkskrant zijn positie ten opzichte van het racismedebat – plus, en passant, van de zwartepietendiscussie. Hij was altijd solidair geweest met de strijd tegen discriminatie. Maar met ‘de verhalen van mensen die zich in Nederland het slachtoffer voelen van racisme’ heeft hij weinig affiniteit, bekent hij, ‘want zij zijn niet rechteloos.’ Anderzijds sluit hij ‘niet uit dat hierin het onbegrip doorklinkt van iemand wiens voorouders vrije burgers waren van een welvarend land.’

Die laatste opmerking sneed nog het meest hout. Witte middelbare heren zijn niet de beste rapporteurs van alledaags racisme; dat Van Walsum dergelijke veelvuldige, soms zeer pijnlijke ervaringen aanmerkt als je slachtoffer ‘voelen’, alsof het een particuliere interpretatie is, onderstreept dat. Alledaags racisme is bepaald geen ‘gevoel’.

De term ‘alledaags racisme’ werd in de jaren tachtig geïntroduceerd door Philomena Essed; een koepelbegrip voor de stortvloed aan alledaagse terechtwijzingen, paternalismes, kleineringen, onwetendheden en soms agressieve bejegeningen die iedereen die niet wit is, ten deel valt. Ze muntte de term naar analogie van het toen net school makende begrip ‘alledaags seksisme’. Juist ja: de stortvloed aan terechtwijzingen, paternalismes, agressieve bejegeningen enzovoorts die vrouwen dagelijks ten deel valt.

Foto: UN Women (cc)

Pro-vrouwen ≠ anti-mannen

Of: waarom ongelijkheid niet moet worden bestreden met nog meer ongelijkheid

OPINIE - De Twitter-hastag #ikschrijf die voortkomt uit het ‘‘vrouwifest’ van Filosofie Magazine, zet mij, net als Ingrid Robeyns, aan tot bloggen. Het is mooi te zien dat er de laatste tijd (weer) veel aandacht is voor genderongelijkheid. Zo is er Athena’s Angels (vier vrouwelijke hoogleraren die zich hebben verenigd om op te komen voor de belangen van vrouwen in de wetenschap), de kersverse Lezeres des Vaderlands (die o.a. bijhoudt hoe ongelooflijk weinig aandacht er in de boekenbijlages eigenlijk is voor vrouwelijke schrijvers), het nieuwe blog Vileine.com (‘Een moderne feministe heeft nu dus geen idee wat ze met haar bh of okselhaar moet’). En dan zijn er natuurlijk ook nog de columns van Asha ten Broeke of de recente column van Ionica Smeets (‘Voor echte lezingen moet je natuurlijk bij mannen zijn’— link).

Valt u iets op?

Allemaal initiatieven over vrouwen door vrouwen. Niet zo gek, natuurlijk. Degenen die aan het ‘ontvangende eind’ zitten van onrechtvaardigheid (minder betaald krijgen voor dezelfde baan, minder snel worden uitgenodigd als spreker, als agressief of autoritair worden gezien wanneer slechts mondig, bij sollicitaties gevraagd wordt of ze misschien ooit baby’s willen, of bij presentaties worden voorgesteld met de bijzin: ‘ze is ook nog moeder van twee!’), zijn vaak ook degenen die het onrecht als eerste opmerken (ervaren) en daarmee eerder het probleem aan de kaak kunnen stellen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.