Schrijvend je menselijke stem vinden

De zomer is voor wie aan de universiteit werkt de tijd om na te denken over je onderwijs. Doorheen het jaar is het college van volgende week, en het huiswerk voor dat college, en een update voor je dia’s over het huiswerk altijd urgenter zodat het lastig is om na te denken over de grote lijnen. In de zomer valt dat allemaal weg – en kun je erover nadenken. Ik geef al vele jaren een schrijfcursus, schrijven voor een breder publiek. Studenten oefenen daarbij met vooral journalistieke genres zoals het nieuwsbericht, de column, het interview en de reportage. Dé grote vraag is daar natuurlijk: wat doen we met kunstmatige intelligentie? Mogen studenten dat gebruiken? Moeten we ze er zelfs mee trainen? De laatste jaren was de politiek zo’n beetje: ga je gang, ik vis de stukken die door AI geschreven zijn er toch wel uit, ons niveau ligt echt wel een stukje hoger dan bij Google of OpenAI. Principiële houding Maar inmiddels is dat natuurlijk een naïeve gedachte. Als ik eerlijk ben, weet ik echt niet of ik bij een blinde test waarbij ik tien teksten kreeg voorgelegd, de vijf eruit kon halen die door chatbots geschreven zijn – zeker als die chatbots de instructie krijgen af en toe een menselijk tik- of spelfoutje te maken. Een principe voor mij is dat het nooit verplicht moet zijn voor studenten om grotetaalmodellen te gebruiken, ook niet impliciet. Iemand die ervoor kiest om dat niet te doen moet dezelfde kans hebben om te slagen als iemand die het wel gebruikt. Er zijn genoeg morele en ethische bezwaren tegen die machines: dat ze in handen zijn van grote bedrijven waarvan we niet precies weten wat die allemaal aan het bekokstoven zijn. Dat ze getraind zijn op het materiaal van schrijvers en kunstenaars die moeten sappelen om hun hoofd boven water te houden. Dat ze een enorme belasting leggen op energie en onze toch al zo geplaagde planeet. Dat alles weerhoudt mij er niet van om af en toe te experimenteren en daar bijvoorbeeld hier verslag van te doen. Maar het zorgt er wel voor dat ik niemand in de situatie wil brengen dat ze zichzelf benadeelt met een principiële houding. Onbevredigend Het betekent wat mij betreft bijvoorbeeld dat het nieuwsbericht misschien wel verdwijnt: een kort stukje van, zeg, 200 woorden, over een nieuwsfeit dat in een krant of op een website kan komen te staan. De prompt ‘maak een nieuwsbericht over de ontdekking van een groep eenhoorns in de Andes die kunnen praten’, levert iets op waar ik geen feilen in kan ontdekken. Dat komt doordat een nieuwsbericht aan strakke regels voldoet (bijvoorbeeld: het belangrijkste nieuws moet helemaal voorop staan, de tekst moet verlevendigd worden met citaten): Sprekende eenhoorns ontdekt in de Andes: wetenschappers verbijsterd 14 juli 2025 – Cusco Een internationaal team van biologen en taalkundigen heeft in een afgelegen vallei in de Andes een tot nu toe onbekende groep eenhoorns ontdekt. Opmerkelijk: de dieren lijken in staat te zijn tot verbale communicatie in een rudimentaire vorm van Quechua en Spaans. De ontdekking werd gedaan tijdens een expeditie in de regio Apurímac. “We hoorden geluiden die leken op menselijke spraak,” zegt dr. Lucía Herrera, veldbioloog uit Peru. “Toen we dichterbij kwamen, zagen we een kudde glanzend witte dieren met hoorns die elkaar begroetten met eenvoudige zinnen als ‘Ama hina rimaychu’ (‘Spreek niet zo!’).” Volgens de onderzoekers beschikken de dieren over een complexe keelstructuur en hersenactiviteit vergelijkbaar met die van dolfijnen en kraaien. De eenhoorns blijken in kleine groepen te leven en gebruiken taal voornamelijk om voedsel te delen en waarschuwingssignalen te geven. De opgave wordt zo dus te makkelijk voor wie over zichzelf toegang tot een groot taalmodel verschaft. In ieder geval als huiswerk: ik kan hem hooguit nog een keer in de klas laten uitvoeren zodat ze een gevoel krijgen voor waarom die regels zo zijn. (Ik vind dat allemaal overigens heel jammer, want ik ben dol op nieuwsberichten en ik vind ook dat ik heel goed ben in het schrijven ervan – een overbodig geworden talent.) Waarom wil je bijvoorbeeld graag zo’n citaat? Omdat lezers dol zijn op een menselijke stem. In dit geval betreft dat dus de stem van een door de computer gesynthetiseerde mens, dr. Lucía Herrera, en dat is zeer onbevredigend. Een lezer die dit onder ogen krijgt en ontdekt dat dr. Herrera niet bestaat, zal oprecht ontstemd zijn. Verwaarloosd Ik ben ervan overtuigd dat leren schrijven in deze tijd gaat betekenen: leren je menselijke stem te vinden. Dat er in de ándere genres wat dat betreft nog wel wat te halen is. Dat authenticiteit een heel belangrijke factor wordt in ons schriftelijke verkeer – dat mensen eigenlijk alleen nog dingen willen lezen die door mensen geschreven zijn. Ik vind het leuk om online te schaken, maar ik doe dat nooit tegen een computer. In plaats daarvan ga ik naar een site (Lichess) waar je automatisch gekoppeld wordt aan een partner van ongeveer jouw niveau. Een menselijke partner. Althans, van die partner weet ik niets behalve het pseudoniem dat ze voor zichzelf gekozen heeft en het land waarvan ze zegt dat ze ervandaan komt. Maar dat – en het idee dat Lichess geen motief heeft om me te foppen – is voldoende garantie. Als ik win of verlies, verliest of wint een ander mens. Ik denk daarom dat het persoonlijke stuk de toekomst heeft. Dat stukken waarin iemands eigen stem doorklinkt de enige zijn die nog de moeite waard zijn om te lezen. En die stukken liggen volgens mij nog echt buiten het bereik van de grotetaalmodellen: een interview dat een confrontatie is tussen twee persoonlijkheden, de reportage waarin iemand zichzelf betrekt, het opiniestuk dat niet alleen een perfecte constructie is van goedgekozen argumenten voor een stelling. Hoe leer je anderen een eigen stem te vinden? Ik denk dat ik dat tot nu toe teveel heb verwaarloosd. Ik denk ook dat het een cruciale vaardigheid wordt voor iedere menselijke schrijver.

Foto: Steve Jurvetson (cc)

Geletterd programmeren

COLUMN - Tijd voor een Gerrit Krol-Academie!

Een van de vaardigheden die we momenteel waarschijnlijk nog te weinig benutten bij taalstudenten: in een recent onderzoek blijken ze betere programmeurs. Het is een beetje vroeg om heel stellige conclusies te trekken – het is een best klein onderzoek en de effecten zijn nu ook weer niet zo groot – maar het lijkt erop dat mensen die goed zijn in het leren van (natuurlijke) talen, ook goed zijn in het leren om zich uit te drukken in een programmeertaal.

Goed kunnen rekenen bleek veel minder belangrijk. Er is trouwens ook wel (veel) ouder onderzoek dat hetzelfde laat zien.

Het is vermoedelijk een beroepsperspectief dat we onze studenten nu te veel onthouden. Ik weet eigenlijk niet of er programma’s Nederlands zijn die hun studenten de mogelijkheid geven te leren programmeren.

Technologisch doel

Programmeren is, volgens mij, ook en vooral een genoegen, en wel op ongeveer de manier waarop een heleboel schrijven leuk is: een manier van ideeën heel precies uitdrukken én een manier om met woorden de wereld letterlijk een beetje te veranderen.

Ik weet wel dat er de afgelopen decennia allerlei opleidingen zijn geweest die taalwetenschap en informatica met elkaar combineerden – ik heb zelf zo’n opleiding gedaan, in Tilburg. Voor een deel bestaat het ook nog wel – vaak in de vorm van kunstmatige intelligentie geloof ik, al heb ik er niet veel zicht op. Dat zijn heel goede opleidingen, ik heb nooit spijt gehad van de mijne, maar ze is natuurlijk per definitie gericht op een technologisch doel – het bouwen van een apparaat dat met taal kan omgaan.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Drew Coffman (cc)

De drie onvrijheden van de blogger

COLUMN - Ooit was de column het meest vrije genre dat er was. Nog altijd kan de columnist schrijven waarover hij wil en heeft hij eigenlijk maar één beperking: hij moet een bepaald aantal woorden vol schrijven. Wie gaat bloggen, is nog vrijer: die heeft zelfs die beperking niet. Hij neemt zoveel woorden als nodig is voor zijn betoog en dat is dat.

Paradoxalerwijs leidt deze vrijheid in de praktijk toch tot een beperking. Als iemand schrijft over alles wat bij hem opkomt, is er immers ook geen reden hem te volgen, want in driekwart van de gevallen schrijft hij over een onderwerp dat je niet interessant vindt. Slechts een enkele blogger – slechts een enkele auteur, trouwens – heeft het gouden pennetje dat hem zó goed doet schrijven dat mensen álles willen lezen, domweg omdat hij het schrijft. Onder de columnisten is Max Pam zo iemand: ook al kan ik niet echt schaken, ik heb jarenlang zijn schaakrubriek gevolgd omdat hij zo verrotte goed schreef. Een blogger met deze stilistische vaardigheid heb ik nog niet ontdekt. Ik zeg weleens dat Multatuli het bloggen heeft uitgevonden omdat hij in zijn Ideën alle vrijheden al heeft genomen, maar zijn digitale volgelingen halen diens torenhoge niveau niet.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Lineair-B

COLUMN - Je hebt schrijfwijzen en schrijfwijzen. De oudste vormen, zoals de hiëroglyfen en het spijkerschrift, gaan ervan uit dat er voor elk begrip één teken is. Dit is uiteraard nogal complex, al heeft het ook voordelen: de diverse Chinese talen schijnen allemaal te kunnen worden geschreven met dezelfde tekens. De nadelen zijn echter ook groot: zowel het oud-Egyptische als het Mesopotamische schrift hebben zo’n 6000 tekens, waarvan zo’n 200 echt frequent in gebruik zijn.

Dat zijn enerzijds de meest gebruikte tekens en anderzijds tekens voor éénlettergreepwoorden, zoals ‘ra’, ‘nee’, ‘zie’, ‘ho’, ‘nu’ en ‘bij’. Je kunt bijvoorbeeld ‘verschillende’ ook weergeven als ‘ver’ + ‘schil’ + ‘en’ + ‘de’. Vier tekens is weliswaar meer dan één, maar je hoeft veel minder karakters uit het hoofd te leren en kunt dus toe met veel minder tekens. Het Nederlands kan met ongeveer vijfentachtig lettergreeptekens worden geschreven.

Je kunt het nog verder vereenvoudigen, door alleen de medeklinkers te schrijven. HT LZN N SCHRVN VN N NTCFRBR ZN VRGT WT FNNG MR HT LKT MT 16 TKNS (‘het lezen en schrijven van een ontcijferbare zin vergt wat oefening maar het lukt met 16 tekens’). Dan hebben we een alfabet. Deze ontdekking wordt, niet helemaal terecht, toegeschreven aan de Feniciërs en het waren daarna de Grieken die ergens in de achtste eeuw de klinkers toevoegden.