Een leuke kop op nu.nl: ‘Geen verbod op digitaal contact leraar en scholier‘. Het suggereert een paar dingen. Ten eerste, dat zo’n verbod is overwogen, en ten tweede dat digitaal contact tussen leraar en scholier schadelijker zou zijn dan gewoon contact.
Twee dingen die, bij mijn weten, nergens op gebaseerd zijn. Misschien dat het verbod er daarom ook niet is gekomen. De Besturenraad van het christelijke onderwijs in Nederland heeft wél besloten dat ‘digitaal’ contact zich moet beperken tot ‘het geven van vakinhoudelijke informatie’.
Wat bezielt zo’n raad? Zijn digitale contacten zo anders dan ‘echte’ contacten? Loopt het standaard uit de hand als er bijvoorbeeld ge-emaild wordt? Als ik het goed begrijp mag een leraar geen advies geven aan een gepeste leerling via de email, maar wel in zijn kantoortje op school of via de telefoon (maar dan weer niet via sms). Of is het gewoon de bedoeling dat er geen intieme relaties ontstaan tussen leraar en leerling?
Uiteraard dat laatste. Maar waarom daar nu opeens extra regels voor moeten worden ingevoerd ontgaat me volledig. De digitale wereld is inmiddels zo ingeburgerd dat deze een onderdeel is van de echte wereld. En daardoor gelden daar ook de regels van die echte wereld. Een docent die aan het sex-chatten is met een leerling weet heus wel dat wat hij (of zij) doet niet kosher is. Sterker nog, zo’n docent zal zich van dit soort nieuwe richtlijnen niks aantrekken. Er verandert immers niets aan de situatie. Het was illegaal zonder de nieuwe regels en het blijft illegaal.