Rouvoet en de gelukkigste kinderen
Op Sargasso bieden we regelmatig ruimte voor gastbijdragen. Vandaag een bijdrage van Dimitri Tokmetzis, freelance journalist te New York. Het artikel is ook op zijn eigen blog te lezen.
Het is geen verrassing, maar het gaat Rouvoet dit jaar niet lukken om de wachtlijsten in de jeugdzorg weg te werken. Er is 115 miljoen euro uitgetrokken, maar steeds meer ouders kloppen aan bij de overbelaste jeugdvoorzieningen. Volgende week gaat de evaluatie van de wet op de jeugdzorg naar de Kamer. Ik heb het idee dat daar een belangrijke oorzaak van de problemen ontbreekt. Die wachtlijsten zijn de schuld van de overheid en zorgsector zelf en ze zullen alleen maar langer worden door de invoering van het Elektronisch Kind Dossier en allerlei systemen voor vroegsignalering en risicodetectie.
Want, wie problemen zoekt, zal ze vinden. En dat terwijl er helemaal niet zoveel problemen zijn.
De verhalen van het Rowena en Rochelle Rikkers, Savanna de Jong (alweer vijf jaar geleden) en het Maasmeisje suggereren van wel. Ook de volgende cijfers zijn schrikbarend. Ze zijn afkomstig van Jo Hermanns, deeltijd hoogleraar opvoedkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar van de prestigieuze Kohnstammleerstoel.
Voorzieningen en toename
Aanmeldingen Bureaus Jeugdzorg: 58% sinds 2004
Geïndiceerde Jeugdzorg: 104% sinds 1997
Contacten Advies- en Meldpunt Kindermishandeling: 48% sinds 2004
Jeugd GGZ: 16% sinds 2003
Kinderen met een Jeugdbeschermingsmaatregel: 64% sinds 2004
Geïndiceerd speciaal onderwijs: 14% sinds 2000
Politiecontacten jeugdigen: 35% sinds 2002
Verblijf in Justitiële jeugdinrichting: 11% tussen 2003-2007

De democratie in het oude Athene was in onze moderne ogen niet zo democratisch. Vrouwen, slaven en mensen zonder burgerrechten mochten hun stem niet uitbrengen. Dat was niet zo aardig van die Atheners. Maar hoe zouden de vrije Atheners eigenlijk kijken naar onze democratie? Wij stemmen eens in de 4 jaar op iemand die ons gaat vertegenwoordigen. De Athener stemde zelf: over iedere belangrijke kwestie, ongeveer eens per 10 dagen. Als een Athener het ergens niet mee eens was dan liet hij dat weten in het parlement. Wij sturen een email naar een Kamerlid, sturen een boze brief naar de krant of, in het meest waarschijnlijke geval, doen niets behalve mopperen op de Haagse boevenbende. Verder vervulden de meeste Atheners in hun leven een politieke functie. Wij niet. Kortom: Atheners participeerden, kenden directe democratie en de kloof tussen burger en politiek bestond niet. Dus hoe zou de Athener met zijn antieke ogen kijken naar onze moderne democratie? Ik weet het wel: hij zou de Nederlandse democratie een farce vinden. 

