Automatische piloot
COLUMN - ‘Een robot is een prima back-up voor een menselijke bestuurder, maar de mens is een waardeloze back-up voor een robot,’ zei een specialist in zelfrijdende auto’s vorige week, naar aanleiding van de Boeing 737 Max die in Ethiopië was neergestort. Een snedige, maar misleidende quote: het probleem wordt ermee in de schoenen van de piloot geschoven. Mensen zijn gewoon niet goed genoeg meer, ze kunnen de techniek niet aan, suggereerde de man.
Maar juist in afwijkende situaties is een automatische piloot lastiger: hij vereist dan meer werk. Dat verhoudt zich bar slecht tot noodsituaties, zeker omdat dan per definitie weinig gebruikte functies in het geding zijn. Bovendien duurt het tegenwoordig altijd even voor je hebt uitgezocht wat er nu precies faalt: de besturing zelf, of de registratie, dan wel de weergave daarvan? Verliest het vliegtuig echt hoogte? Is er slechts een sensor defect? Faalt misschien het scherm dat de hoogte toont?
Boeing zelf valt meer te verwijten dan zijn piloten, of menselijke capaciteiten in het algemeen. Het bedrijf heeft herhaalde klachten van piloten over de onhandelbaarheid van het systeem consequent genegeerd. De automatische piloot is daarnaast al jaren geleden zo complex geworden – in de woorden van Nadine Sarter, een gerenommeerd industrieel ontwerpster en hoogleraar: bewilderingly baroque – dat allerlei functies en correcties diep in het systeem verscholen zitten, en je de meer ongebruikelijke functies alleen kunt bereiken door eerst een lange serie schermen te doorlopen.