Drie Russische punkers kijken tegen zeven jaar celstraf aan omdat ze in een optreden Poetin bekritiseerden. Dat valt niet in goede aarde bij mensenrechten-activisten en artiesten wereldwijd, schrijft criminologe Therese Klok.
I Predict a Pussy Riot. Of eigenlijk helemaal niet. Ik dacht zelfs ‘dat waait wel weer over’. Die drie brutale meisjes die in gekleurde panty’s een kerkdienst verstoorden in Rusland worden vanzelf wel weer vrijgelaten en dan hoor je er nooit meer wat van. Als Poetin dat had gedaan, was het waarschijnlijk ook niet meer dan een storm in een glas water geweest. Maar helaas, Poetin voelde zich op zijn teentjes getrapt en liet een sterk staaltje machtsvertoon zien. De drie dames hebben meer macht dan ze dachten. Want zeg nou zelf: hoe sneu is het dat een wereldleider zich alleen kan verdedigen tegen een ‘punkgebed’ van drie artistieke meiden door ze voor onbepaalde tijd in de gevangenis te zetten?
De drie vrouwen, Nadezhda Tolokonnikova, Maria Alyokhina and Yekaterina Samutsevich, onderdeel van de feministische punkband ‘Pussy Riot’, gingen op 21 februari de Christus de Verlossers kathedraal in Moskou in, gekleed in vrolijke jurkjes, gekleurde panty’s en zelfgebreide bivakmutsen. Zij hielden daar een punkgebed en zongen onder andere: “Heilige moeder, Heilige maagd, gooi Poetin eruit.” Op de beelden zijn meerdere leden te zien, maar deze drie dames zitten nog steeds vast. Ze worden beschuldigd van het bedreigen en beledigen van de Russische president en de Russisch-orthodoxe kerk. De tenlastelegging luidt ‘hooliganisme’, wat in Rusland duidelijk een andere betekenis heeft dan in Nederland. Er valt namelijk religieuze haat en vijandelijkheid onder.