#Dezeweek | Ik ben de walvis
COLUMN - Geen Johannes of Johanna dit keer. Nee, de prijs voor zeezoogdier van de week ging naar de naamloze potvis die op Terschelling was aangespoeld. Goo goo good job! De mediamachine draaide op volle toeren. Twitter, tv en de kranten besteedden er allen aandacht aan. Het blijft knap hoe Rob Bats, de burgemeester van het eiland, schijnbaar futiele gebeurtenissen die binnen zijn gemeentegrenzen plaats vinden, weet te hypen tot het zaken van landelijke proporties zijn. Eerder was de VVD’er burgemeester van het dorp Haren. Gelukkig liep het dit keer niet uit de hand; Bats wist immers wat hij moest doen, want: er is een protocol!
Het betreffende protocol is opgesteld omdat het in ons land niet zo vaak voorkomt dat er een levende walvisachtige strandt. Bovendien bestaat er de mogelijkheid dat het een emotionele aangelegenheid voor het publiek wordt, omdat de kans op sterven bij zo’n stranding aanzienlijk is. Wat er met al dode walvisachtigen gebeurt, is een stuk minder belangrijk. Blijkbaar verliest datzelfde publiek zijn empathisch vermogen als de beesten al dood zijn. Of er stranden gewoon veel meer dode walvissen: alleen al 522 dit jaar. Voor zulke grote aantallen is het ook veel te moeilijk om uitgebreide generaliserende protocollen te schrijven.