Hardlopen door de regen in december

Hardlopen door de regen in december En daar gaan we de spoorbrug huilt de trein die suist de wind die blaast de boom die buigt het blad dat waait de golven wit het water wild m'n sokken nat mijn handen koud het tempo straf de wind die striemt mijn bril beslaat mijn hart dat bonst de tak die kraakt m'n jack kletsnat het slechte zicht mijn tijd beroerd de spieren stram de route lang het hoekje om de luwte in het modderpad het valse plat de hongerklap het zoute zweet het zweet dat bijt de wil die kraakt de regenplas de enkel zwikt het rechte eind het licht valt weg je hapt naar lucht een vaag besef je vindt dit leuk de regen in decemberkou de finish lonkt je concentreert je pas wordt lang je grijns komt terug je bent er weer.

Door: Foto: Maria Willems (cc)
Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Pech Onderweg

Pech Onderweg

Het was weer ‘ns zo’n dag: het zat je weer ‘ns tegen,
alles, leek het wel – en dat was zacht gezegd.
Je ging op reis, je nieuwe fiets, je oude was gestolen,
paste niet op de Twinny Load. Domper, je ging nu
met een brik de bergen op en af.
Zo’n begin kon je wel gebruiken. Je ziet prompt
een dode poes in de berm, leeg blikje cola ernaast.
Je kijkt weg, en daar ligt een dode vogel, plat,
z’n ene oog ligt een eindje verderop.
De omgeving deed er nog een schepje bovenop:
leegstaande winkels, gesloten restaurants,
lege, afgesloten parkeerterreinen en illegale stort.

De man van J.C. Decaux hing affiches in de abri.
Je zag in het voorbijgaan dat hij een pink miste.
Voor de bakker klom je ’s ochtends tegen die
12 procent helling op. Bleek hij dinsdags gesloten,
stond op een briefje, maar je leesbril lag thuis.

Bij het zweefvliegveld zag je die man
met een loep de vleugel van zijn vliegtuig
inspecteren. De andere vleugel lag
geknakt ernaast. In de wei ernaast
besteeg een koe een andere koe.

’s Avonds aten jullie op een terras. De visboer
van om de hoek rook je al. De levende jukebox
speelde Space Oddity. Je voelde, voor het eerst,
mee met de eenzaamheid van Major Tom
in z’n blikje in de ruimte.
Gottegot, wat een streek was dit ook, kijk daar dan,
staat er een wasmachine in de voortuin. En in de achtertuin
liep een Cocker Spaniël met kooigedrag, achtjes.
Keer op keer, met een stuk touw in z’n bek. Hij zag niks
behalve zijn ingesleten oneindigheidslus.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Closing Time | Sterrenstof

Laatst grasduinde ik door het onvolprezen blog tirade. En nu kwam ik uit bij de blogs die Alfred Schaffer daar had geschreven toen hij doceerde aan de universiteit van Stellenbosch Zuid-Afrika: Moderne Nederlandse Letterkunde. In het blog beschrijft hij hoe hij de studenten kennis probeert te laten maken met de Nederlandse poëzie. Dus wordt er Rutger Kopland gelezen in de collegezaal, en Ingmar Heytze en K. Michel. Leuk, interessant, maar meer aandacht kreeg hij van de studenten toen hij de clip van De Jeugd Van Tegenwoordig liet zien: Sterrenstof.

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Maaltijdkoerier

Maaltijdkoerier

Fietste er ooit al een maaltijdbezorger in een gedicht?
Daar fietst er een. Zo’n jonge jongen, mager, hoodie,
met een bult op zijn rug, schouderbanden, helm,
gebogen over het stuur. Ik zie hem nu, oortjes in,
blikje Red Bull in z’n hand, op de hoek bij het plein,
leunend op zijn stuur, wachtend op berichten, op routes.
Wat verdient hij, wat zal het zijn, vijf euro en tachtig cent,
of zeven euro en negentig cent? In de regen, wachtend,
kijkend naar de algoritmes op de app.
Fietsend in de schemering, en dan weer wachten
op de plaats tussen flexibiliteit en geen perspectief.

Laatst kwam er een aan de deur
met een kinderzitje achterop.

maaltijdbezorger

maaltijdbezorger

maaltijdbezorger

Foto’s: Maria Willems (c.c.) Met dank aan maaltijdbezorger Leo van restaurant New Bangkok.

Foto: Charles Hackley (cc)

Wetenschap in poëzie

OPROEP - VWN, de Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en –communicatie Nederland bestaat 35 jaar. Dit najaar viert de vereniging dat door een gedichtenwedstrijd uit te schrijven. Ben je lyrisch over (iets van) de wetenschap? Dicht een vers en stuur het voor 28 november 2021 op.

De juryleden Anna Enquist, Ionica Smeets, Edward van de Vendel en Marlies ter Voorde “hopen een grote hoeveelheid originele, serieuze, ontroerende en grappige wetenschapsgedichten” tegemoet te zien.

De honderdtwintig best beoordeelde gedichten zullen worden gebundeld in een nieuw te verschijnen gedichtenbundel. Daarnaast zijn er prijzen van 100, 150 en 250 euro en  een wetenschappelijk verantwoord boekenpakket te winnen.

De redactie van VWN laat ons (en vooral jullie, beste lezers!) weten:

Ook jij kunt jouw bijdrage aan de wetenschap leveren. Een limerick over Einstein, een sonnet over culturele antropologie of een haiku over het lableven; laat je dichtersader stromen en doe mee.

Lees eerst het Reglement VWN Gedichtenwedstrijd 2021 voor alle spelregels. Goed om te weten: de deadline is 28 november 2021. En ook belangrijk: houd je gedicht(en) de komende maanden nog wel even voor jezelf, want ze mogen niet eerder zijn gepubliceerd.

VWN gedichtenwedstijdZend hier je gedichten (los van elkaar) in. Vergeet daarbij de titel niet en de eventuele vertaling. Per dichter zijn maximaal drie gedichten toegestaan. Let op: dit is geen contactformulier. Als je vragen of ideeën hebt of het project wilt steunen, neem dan contact met ons op via [email protected].

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Closing Time | Miepliedje

Een vriend van mij is fan van Dylan. Diehard fan. Wat betekent dat? Dat betekent dat je in zijn bijzijn eigenlijk geen grapjes over Dylan moet maken, je mag hem (Dylan), niet belachelijk maken. Want dat kan hij, die vriend dus, niet hebben. Alsof het over een heiligheid gaat. Ik heb van dat soort gevoeligheden gelukkig geen last. Ik hou erg van het repertoire van Nick Cave, van het ruige werk maar ook van de gedragen ballads zoals The Ship Song en The Weeping song. Ik kan me een concert van Nick Cave herinneren waarin hij aankondigde om The Weeping Song te gaan spelen. Maar, vroeg hij het publiek, zou het mogelijk zijn om gedurende dat nummer geen aanstekers in de lucht te houden? ‘Do we have a deal’, vroeg Cave. Yeah, joelde het publiek. En terwijl Nick Cave zich achter de piano zette om het gevoelige lied in te zetten, besloot hij met: ‘And if you see anybody with a lighter, you know what to do (kleine pauze) ‘kick the fuck his head in.’

Foto: Maria Willems c.c.)

Kunst op Zondag | Hardlopen met Hooglanders

Als hij ’s ochtends, als alles en iedereen nog sliep,
de nevel hing nog over de hei en tussen de struiken,
niemand op de weg, ging hardlopen over de Veluwe,
je hoorde alleen zijn snelle passen, verder was het
overal stil, dan rees de kudde Hooglanders,
die daar lag in het gras, als een rund
tegelijk omhoog. Een intimiderend gezicht.
Hij schrikken, zij schrikken. Ze kenden hem
inmiddels wel, dacht hij. Hij was een man
van de klok. Maar toch, die enorme horens,
die ruige vacht, dat gesnuif en gestamp. Hij was
wel ‘ns benauwd dat er ooit iets zou knappen,
in zo’n prehistorische rundskop en dat hij dan,
zijn instinct zou de besturing dan overnemen,
de savanne, de prairie, de steppe over moest,
waar de steile kloof, het diepe ravijn en
die waterval zijn vlucht fataal zou stuiten.
Maar hij had de route in zijn hoofd: brandtoren,
ANWB-paddenstoel, het tourniquet, wildrooster,
parkeerplaats, pannenkoekrestaurant.

Hooglanders

Foto: Maria Willems (c.c.)

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Een dagje op het strand

Je was een dagje op het strand geweest. Het zat erop, je ging weer weg.
Pakte je spullen bij mekaar, klopte het zand eraf en keek het stuiven na.
Het was avond. De dag was voorbij en jij keek terug.
Er was alleen maar zand. Er was alleen maar zee. Het was genoeg.
Het was ochtend en al vroeg heet. Het strand, daar kwam een meisje aan.
Ze liep langs de vloedlijn, haar ogen al wandelend gericht in haar boek.
Verwacht je niet, brevieren op het strand. En ook niet die non van verderop.
In haar habijt, kruis om haar nek, kapje om haar hoofd, vol ornaat.
Op haar klapstoel, met in haar hand een opvoedboek,
ze bleek leidster van een groep. Zit daar totaal op haar gemak.
Boeken op het strand was het helemaal dit jaar, leek wel,
de jongen verderop, die was in dinosauriërs verdiept.
En er was natuurlijk je eigen boek. Je was nu toch al op de helft.
Het boek knarste van het zand en zout maar las wel lekker weg.
Je was toch wat bezorgd: het was de laatste van je vakantiestapel.
Bij de souvenirkiosk trok een jongetje aan de jurk van z’n moeder,
zij trok gelijk verschrikt terug: het was een straplessjurk.
En daar loopt, volledig wit geschminkt met zonnebrand,
je buurjongetje, petje op, zoontje van bezorgde ouders.
Een dagje op het strand, je bent bruin, je bent verbrand.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Botenkerkhof Noirmoutier: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Arthur, je brieven vond ik terug op zolder

Arthur, je brieven vond ik terug op zolder

Arthur, je brieven vond ik terug op zolder,
(ach Arthur, das is lang geleden, ik was net zeventien),
die je lang geleden schreef. Ik heb ze bewaard. Ik ben Catherine.
Ach, Arthur, wat was ik verliefd, maar er was mijn vader.
Er waren vermaningen, Arthur, bedenk, je had geen opleiding,
Geen betrekking, op de boulevard rookte je je pijpje ondersteboven.
De burgers spraken er schande van. Je had dat bravoure.
Je had je gedichten, aute, aute beau, je schokte de burgerij.
Arthur, ik beminde je innig, maar je sprak van Afrika,
Je sprak van zee en horizon. In je ogen glinsterde goud,
Maar ik wilde vastigheid,
Geen dronken boot met grillige vaart.
Ik vond het, bakvis dat ik was, heerlijk, om met mijn hoofd
Op jouw schouder te kijken naar de rivier.
En jij maar praten, en jij maar ratelen.
Een zoete woordenstroom.

Arthur Rimbaud brieven

Arthur Rimbaud

Foto: Maria Willems (cc)

Kunst op Zondag | Bericht van Mila

Bericht van Mila, de afwezigheidsassistente van Michiel

‘Ik ben de afwezigheidsassistente van Michiel.
Michiel kan nu even geen gedicht leveren op dit blog,
vandaar dat u het nu even moet doen met mij. Michiel
vaart op dit moment op de Kager Plassen in een roeibootje.
Tenminste, dat bericht liet hij achter voor mij: ’Mila, als je
dit leest, dan vaar ik op de Kager Plassen in een roeibootje.
Met mijn vader en onze hond Barra, een langharige Schotse Collie.’
‘Hij weet niet wanneer, o, sorry, dit ben ik weer, Mila,
de afwezigheidsassistente van Michiels blog, hij weet niet
wanneer hij weer terug is en een gedicht levert.
Hij heeft nog wel een appje gestuurd. Ik citeer het: ’Mila!
De roeispanen maken wakken in het kroos. En Barra
zag een stel eenden binnen zijn jachtbereik, zag de groene
vlakte, berekende zijn kansen, of juist niet,
dat heb je met instinct, en had kennelijk de kroosvlakte
voor vast grasland aangezien- en was daarop gesprongen.
Hij ging kopje onder. Waarschijnlijk tot zijn eigen
onbegrip en  verbijstering.
Daarna moest het dier weer aan boord gehesen,
vol van druipende natte vacht en kroos.’
‘Dus, Mila,’ besloot het appje, je begrijpt, tot gedicht
leidt het niet, maar ik vermoed dat het beeld van die hond,
die, poten op de rand, naar eenden blaft, die uit de boot,
op dat kroos stapt, mij wel een tijdje bij zal blijven.’

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Vorige Volgende