Geen bal op tv | Needybot, Westworld en Marina Abramovic
COLUMN - Needybot ziet eruit als de liefdesbaby van Chewbacca en R2D2, een uit de kluiten gewassen bontmuts met één aandoenlijk oog. En altijd een koptelefoon op. Hij kan niks. Het enige wat hij kan, is hulp nodig hebben. Hulp om de trap op te gaan, hulp om bevrijd te worden, hulp om de deur open te krijgen, hulp om zich om te draaien. Needybot heeft één doel: zoveel mogelijk mensen binnen reclamebureau Wieden & Kennedy ontmoeten. Hij onthoudt iedereen. Wat hij met zijn kennis doet, is onduidelijk.
Ik kreeg vrij snel medelijden met Needybot. Met z’n grote vragende oog en zijn hulpbehoevendheid als raison d’être. Gemaakt om ervoor te zorgen dat wij hem helpen, zodat wij een goed gevoel over onszelf krijgen. Ergens wordt hij niet helemaal serieus genomen. Mensen zeulen wat met hem af en helpen hem, maar dat doen ze alleen maar omdat hij geprogrammeerd is om hulp te vragen. En omdat het nu nog leuk is. Het lijkt alsof hij hulp wil. Maar dat wil hij niet. Hij heeft geen wil. Zijn wil is code. En dat voelt heel eenzaam.
In een artikel van de New Yorker over de vraag of robots niet, net als dieren, rechten zouden moeten hebben, las ik over een Canadees experiment met een liftende robot. De robot moest in Californië komen en was geprogrammeerd om langs de kant van de weg te staan, zijn duim op te steken en heel basale gesprekjes te voeren met de mensen die hem meenamen. Je kon hem geloof ik volgen op Twitter. Maar op een gegeven moment liet hij niks meer van zich horen. Zijn makers vonden hem op een vuilnisbelt terug, in elkaar geslagen. Zijn fans waren kapot van verdriet. En diep teleurgesteld in de mensheid. Datzelfde artikel verhaalde over een generaal die schietoefeningen op robots had stopgezet omdat hij het ‘inhumaan’ vond. Allemaal projectie, maar is ons vermogen onszelf te zien in de ander, ook al is dat een machine, niet wat ons onderscheidt van de meeste dieren en psychopaten?