Kunst op Zondag | Wir setzen uns in Tränen nieder

Serie:

Fijn dat het Pasen is, want dat betekent het einde van een week gesnotter. Bij die hele lijdensweg zijn nogal wat tranen vergoten, culminerend in het slotkoor van Bachs Matthäus Passion. Devote volgelingen zitten jankend bij het graf van Jezus en blèren er een eindje op los.

Zoals er hopeloos veel is geschreven over de Matthäus Passion, zo veel wordt er ook geschreven over tranen in de kunst. Het merendeel gaat over afgebeelde tranen, waar collega Willem Visser op Sargasso al eens wat woorden aan wijdde.

Maar al eeuwenlang komt af en toe de vraag boven drijven waarom mensen wel of niet huilen bij het zien van beeldende kunst. Algehele tendens: het intrigeert de schrijvers waarom mensen wel een traantje plengen bij een stukje muziek of een film, maar zelden of nooit bij een schilderij of sculptuur.

Een mysterie, dat bij diepere beschouwing geen groot mysterie is.

Uit alle tot nu toe bekende onderzoeken, literatuur en essays kan worden opgemaakt dat a) er bar weinig wordt gehuild bij beeldende kunst, b) als er wel wordt gesnotterd de triggers tot janken te divers zijn om er algemeen geldende conclusies aan te verbinden en c) er net zoveel cultuur- en tijdsgebonden aspecten een rol spelen als bij huilpartijen buiten de kunst. Om van zeer diverse hoogstpersoonlijke drijfveren niet te spreken.

Bijna alle auteurs die dit onderwerp aanroeren vermelden ‘Pictures and Tears: A History of People Who Have Cried in Front of Paintings’, de zoektocht van James Elkins naar huilende kunstliefhebbers. In hoofdstuk 5 vertelt hij hoe hij zelf, bij het zien van Giovanni Belini’s Sint Franciscus in extase (1480), dicht bij een tranentrekkende ervaring was.
cc commons.wikimedia. org Giovanni Bellini - Saint Francis in the Desert - Google Art Project.jpg

De schrijfster Charlotte Mutsaers schreef in 1993 al jaren bezig te zijn met de vraag of iemand ooit om een schilderij had gehuild. Zelf was het haar nooit overkomen, tot ze een reproduktie zag van

Pierre Bonnard – Marthe Bonnard et son chien Dog Black, 1906.
© Pierre Bonnard Faire use wikiart Woman with Dog (also known as Marthe Bonnard and Her Dog)

Journalist Steven Winn liet in een artikel uit 2002 (‘Moved to tears / Probing the mystery of art’s emotional power’) museumdirecteur Harry Parker aan het woord, die stelde dat persoonlijke ervaringen met lief of leed tranen kunnen oproepen als mensen kijken naar:

Konstantin Makovsky – The Russian Bride’s Attire, 1889.
cc Flickr HarshLight photostream Makovsky The Russian Bride's Attireof
William-Adolphe Bouguereau – The Broken Pitcher, 1891.
cc Flickr HarshLight photostream Bouguereau: The Broken Pitcher

Journalist Pieter van Os relativeerde de waarde van Elkins boek in De Groene (2002) en in het NRC (2015), Waar Van Os vooral over valt is Elkins bewering dat er weinig bij kunst wordt gehuild omdat mensen er teveel over weten. Kennis staat de ontvankelijke houding in de weg die zo noodzakelijk is voor het opwellen van tranen. Van Os vindt dat flauwekul en denkt dat kennis eerder tot sociaal wenselijke reacties leidt.

Misschien heeft hij gelijk als we de schilderijen van Mark Rothko er bij halen. Het boek van James Elkin begint er mee. Tot op vandaag zijn er mensen die geroerd worden door de abstracte doeken van Rothko en voelt menigeen de tranen opwellen.

Rothko Chapel.
cc Flickr stefan klocek photostream 8/17/09 Houston - Rothko Chapel

Joost Zwagerman (in 2015 overleden) schreef er over in 2011 en wist te melden dat ook kunsthistoricus en voormalig Rijksmuseum directeur Henk van Os (jawel, de vader van Pieter) geraakt werd door Rothko’s Red, White and Brown.
© Mark Rothko red white and brown Fair Use wikiart

Henk van Os schreef volgens Zwagerman in een hoofdstukje ‘Tranentrekkende schilderijen’ hoe hij zelf de waterlanders voelde stromen bij het zien van

John Melhuish Strudwick – When Apples Were Golden and Songs Were Sweet 1906.
cc fair use wikigallery.org John Melhuish Strudwick When Apples were Golden and Songs were Sweet, But Summer had Passed away

Henk van Os schreef eerlijk dat er emotioneel gezien wel wat meer aan de hand was met hem. Het schilderij had hem bij eerdere aanschouwing weinig gedaan.

Dat er wordt gehuild omdat men weet dat het zo hoort, gebeurt misschien wel vaker. Francine Prose vroeg zich in 2012 af of ze geëmotioneerd raakte bij Caravaggio’s ‘Geseling van Christus’ (1607) omdat “busloads of visitors and chatty docents had appeared to alter my sense that Caravaggio had something to say to me, and me alone, about the human capacity to endure and inflict suffering?”
cc commons.wikimedia.org Caravaggio - La Flagellazione di Cristo.jpg

Bij Francien Prose kwamen niet alleen schilderijen aan de orde. Ook bij een installatie of een perfomance kun je in tranen neder zitten. Ze heeft het over Marina Abramovic (The Artist is Present) en ‘Waste Not’ van Song Dong, volgens Prose “one of the few works of visual art that I can recall, in recent years, moving me as deeply as an emotionally engaging book, film, play, or piece of music.”

Philip Hook wierp in 2014 deze stelling op:

Art meets a spiritual need in people that was previously met elsewhere. It has filled a vacuum in our society left by religion

Volgens Hook de reden waarom mensen een traantje wegpinken bij

Jean-François MilletThe Angelus, 1857-1859.
cc Flickr Pierre Marcel photostream L'Angelus Jean-François Millet

Hook bekende dat hij nooit echt bij kunst heeft gehuild, maar dat hij zekerrheidshalve wel een zakdoek paraat houdt als hij een bezoekje brengt aan de huilende jonge zeeman, bij het graf van zijn moeder die tijdens zijn eerste zeereis overleed.

Arthur Hughes – Home From Sea, 1862.
cc commons.wikimedia.org Arthur Hughes - Back from Sea.jpg

Joost van Velzen vroeg in dagblad Trouw aan schrijfster  Janneke Holwarda: welk boek of kunstwerk heeft in uw leven iets beslissends teweeggebracht? Zij schoot vol toen ze in 1992, niet lang nadat haar vader was overleden, geconfronteerd werd met

Edward HopperSun in an empty room, 1963.
cc Flickr Tony Linde photostream Hopper Room

Kortom: Wir setzen uns in Tränen nieder bei Bildende Kunst omdat een schilderij een herinnering aan persoonlijk lief of leed oproept, of omdat je dan bij de kudde devote Rothkoliefhebbers hoort of omdat kunst een spiritueel gat vult.

Als het waar is dat kunst religie vervangt, dan moeten we subiet van kunst een wereldgodsdienst maken. Ik denk dat ik tot tranen toe geroerd zal zijn als alle kerken en moskeeën musea zijn geworden.

 

Toevoeging:
De huilende man boven dit artikel: Marie-Louise EkmanThe Swedish Gloom, 1992. Een standbeeld van de twee weken geleden overleden Zweedse acteur en regisseur Gösta Ekman. Na de vervaardiging van het beeld en de expositie er van op de wereldexpositie van Sevilla in 1992, duurde het tot 2005 tot het een plaats kreeg in het Altonaparken in Malmö (Zweden).

Aanvankelijk was de bedoeling dat het beeld een plaats kreeg in het district Limhamn (zuid-Malmö). De bewoners van het district vonden dat ze in al hun geluk geen behoefte hadden aan zo’n verdrietig manneke en protesteerden. Het beeld verdween in de opslag tot 2005.

Over deze tragikomische geschiedenis maakten Mats Weman en Stefan Berg de documentaire “Jag har gråtit mycket i Limhamn” (Ik heb veel gehuild in Limhamn).

Reacties (4)

#1 HansR

Ik ga voor Hopper als het gaat om wat mij het meeste boeit. Maar tranen bij een schilderij? Nee. Teveel statica.

Mooie lange aflevering trouwens, dank.

NB: wat kijken die vrouwen bij dat prachtige gedetailleerde schilderij over de Russische bruiloft allemaal somber. Er lacht er niet een.

  • Volgende discussie
#2 Rigo Reus

Ook ik heb nooit iemand zien of horen sniffen, zachtjes zien huilen of tranen met tuiten zien janken in een museum. Maar dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld http://krollermuller.nl/paul-gauguin-atiti-1 me niks doet. Misschien is het de nette ruimte, de plek, de openbaarheid die het tegenhoudt.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Henk van S tot S

Weer een interessante K.O.Z.

Wat off topic:
Kwam ik van de week tegen bij wat oude links.
Altijd voorzichtig zijn met tranen. :-)

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 P.J. Cokema

@2: “Misschien is het de nette ruimte, de plek, de openbaarheid die het tegenhoudt.”

Eén van de theorietjes die James Elkins opperde was dat de lucht in musea veel te droog was, waardoor ook de traanklieren droog vielen (ik overdrijf even zijn woorden).

De openbaarheid is geen argument meer sinds er in het openbaar heek wat wordt afgedankt, maar dan niet bij kunst. Hoewel: een zee van tranen toen levend kunstwerk prinses Diana omkwam. Bovendien noemde ik de snikkende Rothko toeschouwers. Wie in 2014/2015 in het Haagse Gemeentemuseum is geweest kan daar heel wat vochtige ogen gezien hebben.

Bekentenis: ook ik heb nog gen traan gevoeld bij welk stukje beeldende kunst dan ook. Maar ook het “niet huilen bij kunst” kan even persoonlijke drijfveren hebben als het wel snotteren. Niet iedereen schiet vol als door wat dan ook een overleden dierbare in herinnering wordt geroepen.

  • Vorige discussie