Wetten Worden Werkelijkheid in software

Onderstaande brief is als email naar de Tijdelijke commissie ICT gestuurd. Geachte leden van de Commissie ICT, Op 1 juni 2012 ben ik door uw voorgangers uitgenodigd een bijdrage te leveren aan de expertbijeenkomst van de Parlementaire werkgroep ICT-projecten bij de overheid. De schriftelijke bijdrage die ik destijds heb aan geleverd staat hier. Als IT-architect maar ook als bezorgde burger heb ik mij sinds 2002 actief bemoeid met het IT-beleid van de overheid op o.m. de dossiers EPD en open standaarden/opensource. In dit laatste dossier was ik in 2002 de initiatiefnemer van de Motie Vendrik die een grotere onafhankelijkheid van dominante leveranciers bepleitte. Vorig jaar mocht ik als technisch expert zitting nemen in de Commissie van Beek die Minister Plasterk heeft geadviseerd over de (on)mogelijkheden van elektronische ondersteuning van het kiesproces. Hoewel deze motie Vendrik in 2007 is vertaald in het Actieplan Heemskerk is dit beleid in 2010/11 door de lobbymacht van grote softwareleveranciers en de Amerikaanse overheid de nek om gedraaid. Zelfs de Algemene Rekenkamer is onder druk gezet om bepaalde vragen *niet* te stellen. Sinds 2002 heeft Nederland zo'n 60-90 miljard Euro uitgegeven aan buitenlandse software waarvoor in veel gevallen gratis alternatieven bestaan die net zo goed of zelfs beter zijn. Het gebruik hiervan wordt echter actief bemoeilijkt door zowel de Ministeries van OC&W en BZK, alsmede de VNG daarin gesteund door het lobbyapparaat van grote leveranciers en de Amerikaanse overheid.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 03-03-2022

Gevalletje WOBstructie: schande!

Dat gemeenten, of ‘bestuursorganen’ in brede zin, de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) vaak aan hun laars lappen, dat wisten we al. We hebben er hier al vaak over geschreven. Hier bijvoorbeeld en hier.

Wobben in Nederland is vaak een gebed zonder eind, een hemeltergend ‘spel’ van tijdrekken, tegenwerken, traineren, afhouden, ontmoedigen. De rij voorbeelden is onafzienbaar. Maar de gemeente Leudal wint nu echt de hoofdprijs. Wat deze Limburgse gemeente Wob-technisch gezien klaarspeelt grenst aan het ongelofelijke. En, geachte Leudallers: maak uw borst maar nat want dit gaan we uitvechten! Tot aan de Hoge Raad!

Als gastdocent Wob geef ik les aan studenten over dit op papier zo mooie middel. En ik begeleid de studenten bij het indienen van hun eerste Wob-verzoek. Die verzoeken worden vervolgens omgezet in ‘echte’ nieuwsartikelen – geen loze exercitie dus, er gebeurt ook echt wat met de (journalistieke) informatie die boven water komt.

Een studente aan de Fontys Hogeschool voor Journalistiek in Tilburg wilde in dit verband inzage in het ‘dossier Gijsbert Ruiter’. Het internet barst van de verhalen over deze kwestie, hier is er eentje; hier een tweede.

Héél kort samengevat: man wordt geterroriseerd door woonwagenbewoners in zijn straat, bouwt een hek rond zijn huis en gaat door het lint als gemeente plus politie met veel machtsvertoon dat hek willen weghalen. Die kwestie dus. De studente vraagt om alle relevante documenten die er bij de gemeente over liggen. En ze vraagt om digitale aanlevering. Met als achterliggend idee: dat scheelt iedereen kopieerkosten.

Foto: mystic_mabel (cc)

Belastingen

BRIEF - Beste A,

Je bent net zelfstandig gaan wonen en je vraagt op je Facebook-pagina:

Ik wil graag weten waarom ik zoveel aparte belastingen moet betalen zoals waterschapsbelasting, gemeentelijke belasting en wegenbelasting… bovenop de inkomstenbelasting. Wie is er verantwoordelijk voor dit systeem?

Ik begon een antwoord te schrijven maar het werd lang genoeg om erover te bloggen. Dus bij dezen.

Wie er verantwoordelijk voor is? In feite niemand en iedereen, want het is historisch zo gegroeid. De waterschappen en hun belastingen komen uit de Middeleeuwen, de steden en de gemeentebelastingen zijn wat jonger, de invoering van centrale rijksbelastingen voor het hele land vormde ooit de reden om in opstand te komen tegen den Coninck van Hispaengien die wij altijd hadden gheëert. Evengoed kwamen die belastingen er toch en in de twintigste eeuw kwam daar nog het een en ander bij. Ik vond vooral de kijk- en luistergelden erg amusant.

Eén belasting waaruit alles wordt betaald is makkelijker en efficiënter, maar ik zou het toch niet willen veranderen. Het voordeel is nu dat de overheden, doordat ze eigen inkomsten hebben, elkaar nog een beetje in evenwicht kunnen houden. De stad waar je woont kan bijvoorbeeld voor mensen met een bijstandsuitkering, die door Haags beleid nog verder de misère in worden gedrukt, een beetje helpen. Eén Grote Alwetende Overheid vindt ik enger dan de huidige situatie.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du jour | Rendement

Maar ook ethisch is het afschuwelijk. Een overheid die het rendement van individuele burgers gaat berekenen? Pardon? Wat zijn we, een mierenkolonie? Worden wij geacht onszelf te offeren voor de gemeenschap? Blijkbaar wel […]

Gatverdamme! De overheid is dus niet voor en van de burger, maar de burger is er voor de overheid.

Robin Fransman reageert op de onlangs door de Algemene Rekenkamer geïntroduceerde rendementschecker op onderwijs.

Foto: mystic_mabel (cc)

Digitale vaardigheid of digitale weerbaarheid

ANALYSE - De (digitale) overheid wil de digitale vaardigheden van burgers versterken. Maar een duurzame digitale overheid kan niet zonder een digitaal bewuste burger die ook begrijpt wat de overheid wil, kan en mag.

Meer mensen, meer devices, meer data, meer apps, op meerdere plekken. Het aantal ‘always connected’ kenniswerkers in de wereldwijde beroepsbevolking is volgens onderzoek van Cognizant toegenomen: van 23 procent 2011 tot 29 procent  in 2012. De komende jaren zullen bedrijven meer hoogopgeleide informatiespecialisten en data-analisten nodig hebben. De war for talent lijkt vooral gericht op werkgevers en arbeidsmarkt. Maar niet alleen bedrijven zijn gebaat bij een goed functionerende digitale economie. Ook de overheid zet in op een goed functionerende digitale samenleving. Uiterlijk 2017 moeten burgers alle zaken met de overheid veilig en gemakkelijk online kunnen regelen. De overheid heeft dus haast. Begrijpelijk, want digitaliseren vergroot de mogelijkheden van de overheid en verlaagt de kosten.

Voor de overheid is het – net als voor een bedrijf – van belang dat de ‘klanten’ de weg weten te vinden in alle diensten en producten en bovendien verstandig kunnen omgaan met hardware en software. Dat stelt eisen aan de digitale vaardigheden van mensen: in hun rol als consument, werknemer en burger. Hoewel we in Nederland uitstekend zijn toegerust met technologie, blijven onze digitale vaardigheden achter. Volgens Stichting Lezen en Schrijven zijn er in Nederland 3 tot 4 miljoen mensen boven de 16 jaar die niet voldoende vaardig zijn om mee te komen in de huidige (digitale) kenniseconomie. Van hen zijn er 1,5 miljoen laaggeletterd.

Foto: g4ll4is (cc)

Stel overheid aansprakelijk voor kwaliteit van surveillance

OPINIE - Er is een dilemma tussen misdaadbestrijding en privacybescherming, stelt Judith Sargentini in haar bijdrage aan dit online privacydebat. De onderliggende vraag is hoe misdaad kan worden bestreden zonder een alles-controlerende staat te creëren. Aan de orde is vooral de kwaliteit van data-analyse, want de kwantiteit is al geruime tijd succesvol onderwerp van debat. Schadevergoedingen lijken een goede remedie tegen willekeur van surveillance en vervolging.

Dictaturen als Irak bleken de veiligste landen op aarde, maar ook de meest onvrije. In een dictatuur is het hele veiligheidsapparaat gericht op het overleven van het regime. Dat dit leidt tot inperking van de vrijheid van de burger hoeft geen betoog. In een democratie gebruikt de regering het veiligheidsapparaat om de burger te beschermen tegen criminaliteit en aantasting van de rechtsstaat. In democratieën zijn waarborgen ingebouwd om de burger tegen willekeur te beschermen. Zo bestaat er in Nederland een Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten die toeziet op het functioneren van de diensten.

In Nederland is criminaliteitsbestrijding overigens een verantwoordelijkheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie en de politie. Politie en OM tappen op grote schaal. Dat is al jaren bekend. Er is kennelijk een overheid die het gedrag van burgers wil sturen en controleren; er is een burger die vindt dat als je niets te verbergen hebt, je niets te vrezen hebt; en er is techniek die grootschalig data verzamelen mogelijk maakt. Recent stelde Procureur Generaal Van Nimwegen dat tappen een Pavlovreactie van OM en politie is geworden en op deze wijze geen doel dient. Vreemd is dat over zijn uitspraken geen politiek en maatschappelijk debat is ontstaan.

Het debat over Snowdens onthullingen gaat niet over deze vorm van tappen, maar over de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, kortweg ‘de diensten’, zoals de AIVD die de bescherming van de democratische rechtsstaat tot taak hebben. Regeringen vrezen dat de discussie over de diensten het werk van diensten belemmert, waardoor de rechtsstaat niet goed beschermd kan worden. Tegelijkertijd vinden delen van de bevolking dat Snowdens onthullingen juist aantonen dat juist de diensten, bijvoorbeeld met het verzamelen van metadata, het bespioneren van een bevriende regeringsleider of onrechtmatig verkregen informatie de rechtsstaat ondermijnen. Regeringen, ook de Nederlandse, zullen het vertrouwen van de burger moeten zien terug te winnen.

Er staat veel op het spel. Stel dat er een aanslag in Nederland wordt gepleegd die met onrechtmatig verkregen informatie had kunnen worden voorkomen. Hoe reageren politiek en burger dan? Nu is alleen het onderscheppen van gegevens die via de ether worden verspreid wettelijk toegestaan; het controleren van informatie die via internationale kabelnetwerken wordt verspreid, ook wel cable-sigint (signal intelligence) genoemd, is verboden. Stel dat de Commissie Dessens, die de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten evalueert, aanbeveelt om dit laatste in Nederland ook mogelijk te maken, omdat anders de inlichtingen- en veiligheidsdiensten achter de feiten aanlopen? De kans dan is dan groot dat door alle discussies voor een dergelijke aanbeveling onvoldoende draagvlak bestaat. Daardoor kan uiteindelijk het functioneren van de diensten en dus de democratische rechtsstaat geschaad worden.

De vrees dat de democratische rechtsstaat onvoldoende kan worden beschermd is een reden waarom Europese regeringen redelijk onderkoeld op de NSA-onthullingen reageerden. Naar aanleiding van een bericht in NRC Handelsblad van 23 november dat onthulde dat Amerika sinds de jaren na de Tweede Wereldoorlog afluisterde, reageerde premier Rutte met: ‘door te reageren zouden we inzage geven in onze informatiepositie. Dat zou afbreuk kunnen doen aan onze belangen.’ Zeker is dat elk land spioneert en wordt bespioneerd. Precies daarom hebben alle landen behalve inlichtingen- en veiligheidsdiensten ook afdelingen contraspionage.

Vrijheid versus veiligheid

De huidige discussie draait om de vraag welke en hoeveel informatie moet en mag worden ingewonnen. Dat is een oude discussie die te maken heeft met doelmatigheid en de balans tussen veiligheid en vrijheid. Een probleem is de technology push: als het technisch mogelijk is, is er een onbedwingbare neiging om alle data te verzamelen die voorhanden zijn, zonder naar de doelmatigheid ervan te kijken. Daarbij komt dat de hoeveelheid data die rond de wereld wordt gepompt zo groot is dat het onderscheppen van een fractie daarvan astronomische getallen oplevert. Toen bekend werd dat in december 2012 in Nederland de metadata van 1,8 miljoen telefoontjes door de NSA waren verzameld, zette minister Plasterk daartegen over dat het hier om 0,2 procent van het berichtenverkeer van die maand betrof.

Het verzamelen van metadata leidt tot de suggestie dat iedereen voortdurend wordt bespied. Maar dat klopt niet. Daarvoor is de hoeveelheid data te groot, kan een deel van het berichtenverkeer technisch niet worden onderschept, is de analysecapaciteit te klein en de gemiddelde burger te oninteressant. Ook is de suggestie onjuist dat het verzamelen van metadata de privacy per definitie aantast. Dat is pas het geval als de metadata worden geanalyseerd en wordt gekeken naar de inhoud van berichten.

Het verzamelen van die metadata lijkt mij echter een belangrijke mogelijkheid om verdachte patronen te onderkennen die nader onderzocht moeten worden. Het echte probleem lijkt niet de maatvoering of de hoeveelheid data die wordt verzameld, maar de kwaliteit van de analyse en wat er vervolgens mee gedaan wordt. Sommige experts stelden dat er gegevens beschikbaar waren op basis waarvan de aanslagen van 11 september 2001 en Boston van 15 april 2013 mogelijk voorkomen konden worden. Maar tegelijkertijd blijkt onder meer uit de studie Doelwit Europa die ik met Carla Relk schreef, dat inlichtingendiensten en politie alleen al in Europa tientallen aanslagen succesvol hebben voorkomen.

Tegelijkertijd constateert Sargentini terecht dat in databanken fouten kunnen zitten en dat de hoeveelheid namen die bijvoorbeeld in de Amerikaanse Terrorist Identities Data Environment zit te groot lijkt voor prudent inlichtingenwerk. Zo bezien kleven er ook risico’s aan zaken als de SWIFT-overeenkomst tussen de VS en de EU en het EURODAC-systeem waarin asielzoekers hun vingerafdrukken moeten geven zodat die vervolgens door de politie voor opsporingsactiviteiten kunnen worden gebruikt.

Maatvoering en kwaliteit

Maatvoering en kwaliteit van de analyse zijn twee verschillende vraagstukken. Wat maatvoering betreft, valt onmogelijk te zeggen hoeveel inlichtingen er maximaal mogen worden verzameld om terrorisme te voorkomen. Het dilemma is dat wanneer diensten hun werk goed doen, de roep klinkt dat het wel een tandje minder kan omdat de privacy gevaar loopt, maar dat wanneer het misgaat de roep klinkt om privacy ondergeschikt aan de veiligheid te maken.

Dit pleit ervoor om niet te proberen vast te leggen hoeveel data mogen worden verzameld, maar om naar de kwaliteit van de analyse te kijken. Van elke dienst of bedrijf mag worden verwacht dat die in orde is, maar dat is niet zeker. Een oplossing is om hoge schadevergoedingen uit te keren aan degenen die het slachtoffer zijn geworden van fouten. Die schadevergoedingen dienen zowel door overheden als door eventuele uitvoerende bedrijven te worden uitgekeerd. Internationale afspraken over data-uitwisselingen zouden slechts mogen worden gemaakt als tevens overeenstemming bestaat over dergelijke schadevergoedingen. Hierbij kan worden aangesloten bij een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN die oproept slachtoffers van onrechtmatig overheidsoptreden te compenseren. Mogelijk kunnen regeringen hiermee het vertrouwen van burgers terugwinnen. Want in onze maatschappij blijken schadevergoedingen een goede buffer tegen willekeur.

Rob de Wijk is directeur van het HCCC Centre for Strategic Studies. 

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

‘Ambtenaren houden informatie achter voor Opstelten en Teeven’

Het NRC:

Cruciale adviezen aan de minister van Veiligheid en Justitie om falende automatiseringsbedrijven hard aan te pakken, zijn de afgelopen jaren nooit uitgevoerd. Dat zegt Ruud Leether, de belangrijkste juridisch adviseur van Veiligheid en Justitie op ICT-gebied. […]

Leether: “Ik heb recent de staatssecretaris [Fred Teeven, red.] zo zien opereren dat het onmogelijk was dat hij mijn adviezen kende.”

Of het was gewoon van kop in het zand…

Foto: Thomas Bruce (cc)

Maatschappelijk onbehagen is spiegel behaagzieke overheid

ACHTERGROND - Mensen die het woord onbehagen hanteren, hebben het nooit over zichzelf. Het is altijd de ander die het onbehagen voelt. Sterker nog, het is vaak de tegenstander. Niemand zegt: ik ben tegen het boerkaverbod uit onbehagen. Wel kun je straffeloos beweren: de steun voor het boerkaverbod komt voort uit onbehagen.

Een ding is duidelijk: een verklaring die alleen voor anderen geldt, nooit voor jezelf, die verklaring deugt niet. De term onbehagen is een diskwalificatie vermomd als diagnose. Zelf handel je op basis van inzichten en argumenten. De ander handelt op basis van onbehagen. Oftewel, je kunt zijn inzichten en argumenten niet serieus nemen, ze zijn een pose of op zijn best een gebrekkige vertolking van een onderliggende emotie, angst of onvrede. Door de positie van de ander te duiden met het concept ‘onbehagen’ heeft jouw positie automatisch gewonnen, als een voetbalwedstrijd waarbij de tegenstander niet komt opdagen.

Dat burgers geen risico’s meer willen accepteren, is een mythe

 Ook de staat heeft hier een handje van, zeker op het gebied van risico’s. Ze praat over onbehagen als verklaring voor het verzet van burgers tegen wenselijke vernieuwingen, zoals nieuwe hoogspanningsleidingen, CO2-opslag of de slimme elektriciteitsmeter. Het verhaal van de staat gaat ongeveer als volgt: burgers verzetten zich tegen projecten met hele bescheiden risico’s. Waarom? Omdat ze geen tolerantie meer hebben voor risico’s. De onmacht van de mens tegenover het noodlot willen ze niet langer onder ogen zien. Van de overheid eisen ze daarom bescherming tegen dat onheil.

Foto: Marie Aschehoug-Clauteaux (cc)

Over racisme en antiracisme

LONGREAD - Racisme is een complex en veelzijdig verschijnsel dat goed moet worden begrepen wil het effectief bestreden worden. Allereerst is het nodig het verschijnsel goed te definiëren. Dat blijkt wel uit de vele discussies met alle gevoeligheden van dien en misverstanden die het steeds weer oproept. Het is van belang een uitgewerkt begrip van racisme te hanteren. Ik ga in dit stuk in op racisme en de recente geschiedenis van het antiracisme, in de hoop op inspiratie voor een vernieuwde beweging.

Racisme is een complex en veelzijdig systeem van dominantie en uitsluiting dat sociale ongelijkheid tussen verschillende etnische groepen teweegbrengt. Dit systeem wordt in de geschiedenis en in verschillende samenlevingen steeds opnieuw  ge(re)produceerd door de praktijken van dominante groepen, inclusief hun discours, en door gedeelde beelden die de werkelijkheid betekenis geven. In mijn opvatting verwijst racisme niet alleen naar openlijke en gewelddadige vormen van sociale overheersing maar ook naar meer indirecte en subtiele vormen zoals die naar voren komen in dagelijkse praktijken en naar meer structurele vormen die bedoeld of onbedoeld discriminerend uitwerken. Hierbij is het ook belangrijk op te merken dat racisme niet moet worden gezien als een eigenschap van individuen maar eerder als een dynamisch, voortdurend veranderende  (ideologische) dimensie van sociale praktijken; daaronder versta ik ook discursieve praktijken zoals die naar voren komen in politieke debatten en de media. Een moreel appel schiet dan ook tekort als het erom gaat racisme tegen te gaan.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Vorige Volgende