Crisis | Verzadiging, overcapaciteit en een dreigend olietekort
Financiële en economische ramptijdingen slaan ons om de oren. De aandelen zijn nog lang niet onderaan de glijbaan, zo lijkt het. En de bestedingen zakken overal weg, zelfs in China. Massaontslagen beginnen de kop op te steken. Maar als je nou vraagt hoe dit komt, dan krijg je alleen dat slappe praatje van “gebrek aan vertrouwen”. Niemand lijkt dieper door te vragen waar dit gebrek aan vertouwen dan vandaan komt. Want er moet natuurlijk iets aan de hand zijn. Anders is zo’n wereldwijde malaise moeilijk te verklaren. Strikt genomen is de wereld nu namelijk niet anders dan pakweg tien jaar geleden.
Mijn idee is dat er sprake is van een samenloop van drie min of meer onafhankelijke processen, die ieder voor zich misschien niet zo desastreus geweest zouden zijn, maar samen een noodlottige draai aan de geschiedenis dreigen te geven. Die processen zijn het dreigende opraken van olie en grondstoffen, het feit dat de wereldwijde productiecapaciteit veel harder gegroeid is dan de vraag en het verzadigd raken van de markt.
Om met het begrip verzadiging te beginnen, dat is niet iets dat je leert bij economie of anders is het een begrip dat je beter zo snel mogelijk kunt vergeten wil je slagen. Want het is namelijk strijdig met het begrip van de oneindige behoeften en daarmee van oneindige groei. Al in de jaren zeventig echter bleek dat er voor de dan populaire luxegoederen een verzadiging dreigde op te treden, vooral vanwege de toen al sterk aanwezige overproductie. Als iedereen een platenspeler heeft dan daalt de afzet tot het vervangingsniveau.