In een halve eeuw is de bevolking in Nederland met 60 procent toegenomen. Daarmee ligt het niet voor de hand dat we er nog een schepje bovenop doen, en onze problemen door immigranten laten oplossen. Toch hangt die dreiging boven ons hoofd en zijn er signalen dat verkrapping op de arbeidsmarkt opnieuw zal leiden tot substantiële immigratie. De nadelen van bevolkingsgroei zullen echter groter zijn dan de baten van immigratie. In plaats van gemakzuchtig buitenlanders binnen te halen is het beter om ons eigen huis op orde te brengen. Aldus hoogleraar Joop Hartog in zijn felle afscheidsrede, die Sargasso (via Me Judice) hier in verkorte vorm weergeeft.
Het bevolkingsprobleem van Nederland
De ontwikkeling van de Nederlandse bevolkingsomvang is een fenomeen op zich. Terwijl tussen 1500 en 2000 de Fransen vier keer zo talrijk werden en de Belgen zes keer, steeg onze bevolking tot het 15-voudige! De Gouden Eeuw leverde daarin zijn aandeel, immigratie was substantieel en de bevolkingsexplosie na 1800 hield bij ons langer aan dan elders door de multiplicatiedrift van katholieken en, met minder effect, van orthodoxe gereformeerden. Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw, toen de Paus zijn macht verloor aan de anticonceptie pil, raakten we weer in de pas met de rest van Europa. Maar daarmee hadden we wel een exceptionele bevolkingsdichtheid opgebouwd. In 1900, met 5 miljoen inwoners, was per inwoner 6500 m2 beschikbaar, in 1950, met 10 miljoen inwoners, was dat gehalveerd tot 3200 m2 en in 2000, met de teller op 16 miljoen inwoners, was er nog 2100 m2 per hoofd van over. In de laatste vijftig jaar is de dichtheid met 50% gestegen en daarmee de beschikbare ruimte per hoofd met een derde gedaald.