Over de kwaliteit van het lokale bestuur
OPINIE - Als het over de democratische rechtsstaat gaat wordt doorgaans naar het Binnenhof gekeken. Misschien moeten we in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 (met de herindelingsverkiezingen volgende week als voorproefje) ook eens wat meer gaan letten op wat er op de lagere niveaus van de overheid gebeurt. Ik kwam deze week in dat verband twee interessante berichten tegen.
Het eerste is een opiniebijdrage in Trouw van Willem Drok, oud-beleidsmedewerker van de provincie Gelderland. Hij bepleit meer ruimte voor de ambtenaar om af te wijken van strakke protocollen. Drok werkte bij de provincie, maar het lijkt me sterk dat zijn verhaal ook niet voor het gemeentebestuur geldt. Het probleem dat hij beschrijft is maar al te herkenbaar in het openbaar bestuur:
De overheid ziet zichzelf als een bedrijf met de burger als klant. Die burger is zelfredzaam en heeft een pc. Dus kunnen we de besluitvorming digitaliseren en stroomlijnen als een bedrijfsproces. In een regeling leggen we vast wie wanneer ergens recht op heeft. Dat vinden juristen ook veel rechtvaardiger: geen ambtelijke of bestuurlijke willekeur. Dan kun je het besluit automatiseren: je neemt de criteria uit de regeling, maakt op basis daarvan een digitaal formulier, laat de burger dat invullen, en de computer bepaalt de uitkomst. Snel en objectief. Managers zorgen dat de prioriteiten van het bestuur vertaald worden in de regeling, juristen zorgen dat de regeling zo geformuleerd is dat deze bij de rechter overeind blijft. Mijn toenmalige manager zei: ik wil naar bol.com-besluiten, oftewel: de burger winkelt online bij de overheid. Hij bedoelde: ik wil af van die deskundige ambtenaren die me lastig vallen met hun tijdrovende en ingewikkelde afwegingen.