Een afwijkend geluid bij de Democraten

Onthoud die naam: Tulsi Gabbard Voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 hebben zich bij de Democraten meer dan twintig kandidaten gemeld. Daar moet er uiteindelijk één uit gekozen worden en dat gebeurt, neem ik aan, net als bij voorgaande gelegenheden volgend jaar zomer. Meer dan een jaar campagne dus voor de boeg en pas daarna begint het echte werk. Vorige week zijn de eerste twee debatten geweest met telkens tien kandidaten. Ze maken het de Democraten niet makkelijk om te kiezen, want ondanks het grote aantal blijken de meningen niet zeer verdeeld. Ze waren het 'roerend met elkaar eens over veel onderwerpen: hun afkeer van het beleid van Trump, hun aandacht voor rechten van vrouwen en minderheden, hun roep om strengere wapenwetgeving en aandacht voor het klimaat.' Uit een onderzoek naar het aantal keren dat de kandidaten genoemd werden op de grote televisiekanalen CNN, Fox en NBC blijkt dat verreweg de meeste aandacht uitgaat naar oudgediende Joe Biden, gevolgd door Bernie Sanders, de verrassing bij de vorige presidentsverkiezingen, en Elizabeth Warren. Het afwijkende anti-oorlogsstandpunt geluid van Tulsi Gabbard, parlementslid voor Hawaii, scoorde tot nu toe laag. Maar het trekt inmiddels wel wat meer belangstelling na haar deelname aan het tweede kandidatendebat. Opvallend is dat zij, als oud-gediende in Irak, ook steun krijgt uit rechtse, libertaire kringen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Jan Pronk: Overwegingen na Parijs, 13 november

COLUMN - In deze column gaat oud-minister Jan Pronk in op de aanslagen van vrijdag 13 november en plaatst hij ze in een geopolitieke context. Hij geeft zeven overwegingen bij het zoeken naar een antwoord. ‘Nieuwe oorlogen gaan niet om bezetting van grond, maar van de menselijke geest.’

De eerste reactie op de aanslagen in Parijs op vrijdag 13 november was gekenmerkt door verdriet, boosheid en angst om wat nog komen kan. Dat was ook de reactie op eerdere aanslagen, in New York, Madrid, Londen en andere steden in het Westen. Daarna hernam het leven haar gewone gang, zij het dat vanuit het Westen hard werd teruggeslagen in Afghanistan, Irak en Syrië. Maar de onzekerheid neemt toe: terrorisme kan overal toeslaan, telkens opnieuw.

Sinds het begin van dit Millennium vonden drie geopolitieke veranderingen plaats. De oude tegenstelling tussen Noord en Zuid lijkt vervangen door die tussen het Westen en de rest. De Koude oorlog tussen Oost en West is omgevormd tot een nieuw conflict tussen machtige staten: minder ideologisch, maar dreigend. Tussen en binnen vele landen is de overheersende ideologische tegenstelling die tussen fundamentalistische Moslims en seculiere partijen. De werkelijkheid was en is ingewikkelder dan aldus geschetst – immers, hoe definieer je Noord, Zuid, Oost, West, rest, fundamentalistisch, enzovoort – maar velen zullen die werkelijkheid wel in dergelijke termen ervaren.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Nationaal Comite 4 en 5 mei in de fout

Een gastbijdrage van Kees Mattijsen.

De nivellering van de Nationale Herdenking op 4 mei moet ongedaan worden gemaakt. Een pleidooi om de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in ere te herstellen.

Op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is te lezen en telkens opnieuw op de Dam te beluisteren: “Tijdens de Nationale Herdenking herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.” (Officieel memorandum).

Die laatste zinsnede vanaf “sinds” en verder, steekt mij en vele anderen al jaren. Vandaar dat ik met instemming het interview van 20 januari j.l. in De Pers las “WOII moet weer een centrale plek krijgen.” Aan het woord was mevrouw Schwegman, directeur van het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies).

De nivellering of het gladstrijken in goed Nederlands, waarover zij spreekt, is in feite al direct na de oorlog in gang gezet. Dat kwam namelijk alle naoorlogse regeringen uitermate goed uit. Een greep: de smerige oorlog, in versluierende termen “missie” of “politionele actie” genoemd tegen ‘ons’ Indië, deelname aan overzeese oorlogen bijv. in Korea – met behulp van Nederlandse ex-SSers… de West-Duitse herbewapening kwam eraan en moest erdoor, de koude oorlog werd van harte aangemoedigd en gestimuleerd. Vrijlating van zware en zwaarste oorlogsmisdadigers en veel meer. Het historische beeld van WOII moest toen én vandaag worden ontkracht en bijgesteld.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

If it’s not trending on Twitter, it doesn’t exist

A while back, I reviewed Virgil Hawkins’s Stealth Conflict. In the book, Hawkins argues that the structure and organization of the media (among with other factors) lead to ignoring certain conflicts (stealth conflicts) while prioritizing coverage of others (chosen conflicts). The bottom line is that what makes a conflict chosen is not how serious it is, or how long it has been going on or even the numbers of death. Our media pay attention to conflicts that can fit in nicely packaged narratives that are familiar to Western audiences, where there is a clear moral tale to be told and where there is something in it for us (in addition to structural factors).

In this more recent post, Hawkins turns his attention to the “new media”, using the coverage of the current protest movements across the Middle East (chosen conflicts) as opposed to the virtual silence on Ivory Coast. Bottom line: not much difference:

“For audiences in the English-speaking West, one important ingredient necessary for media attention that was missing from the Cote d’Ivoire story was familiarity. This is not simply a matter of racial, linguistic or socioeconomic affinity – although this is certainly a major part of it. Cote d’Ivoire has rarely been covered in the past, so the public lacks the background knowledge and context to make sense of events there. Had exactly the same events happened in Zimbabwe, the reaction would have undoubtedly been very different. For more than ten years, Zimbabwe has been heavily covered (and Robert Mugabe thoroughly demonized) by the Western media.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Enric Borràs (cc)

David en Benjamin

Kosher in New York (Foto: Flickr/dougtone)

Het is geen ondenkbeeldige situatie: na de Tweede Wereldoorlog vluchten twee joodse broers, David en Benjamin, uit Europa. Ze hebben de verschrikkingen van het nazi-regime ter nauwernood overleeft. David, de oudere broer vlucht naar Amerika (New York) en Benjamin, de jongere naar Brits Palestina, dat snel onafhankelijk Israel zal worden.

Ze moeten allebei hard werken: in Amerika geldt dat iedereen door hard werk zichzelf verder kan helpen, in Israel bouw je mee aan de Joodse staat. En zo werkt David als schoonmaker, krantenverkoper, en uiteindelijk journalist. Benjamin werkt in een kibboets, een collectieve boerderij, voor het algemeen belang.

Natuurlijk vinden beide broers liefde in hun nieuwe vaderland: zowel op het Israelische platteland als in een stad als New York is er bruisende joodse gemeenschap van migranten uit Europa. David trouwt met Rachel, die uit Polen gevlucht is, en Benjamin met Hannah, net als hij zelf een vluchteling uit Nederland.

Maar dan komt er een belangrijk verschil: waar David in Amerika leeft en dus in vrijheid en veiligheid, leeft Benjamin in Israel, een land dat voortdurend in oorlog is met haar buurlanden: in 1948 vallen de Arabische buurlanden in en in 1956, 1967 en 1973 volgen respectievelijk de Suez-oorlog, Zes-Daagse oorlog en de Yom Kippoer oorlog. Maar zelfs binnen Israel is geweld nooit ver weg: Israelische burgers worden voortdurend bedreigd met aanslagen van terroristen. En dat heeft ook gevolgen voor de levens van Benjamin: hij moet zelf in het leger dienen. Zijn twee zoons David en Yitzak moeten dat ook. Yitzak is blijvend verlamd door een ongeluk met een tank tijdens de Yom Kippoer oorlog. Ook zijn dochter Esther dient in het leger – achter de linie als administratief assistent. Maar zelfs als Israel niet in oorlog is, leeft Benjamin en zijn familie onder de voortdurende dreiging van terrorisme. In een aanslag op een bus komt David samen met zijn vrouw (Sarah) en zijn zoon om (Abraham).

Quote du Jour | Oorlogen en het klimaatprobleem

“So while President Obama is receiving his Peace Prize for whatever it is he might do someday on climate change, perhaps someone should ask if the emissions from the Afghan surge will swamp the meager reductions that the US has on the table in Copenhagen. But that’s not really a politically convenient question, now is it?”(Stephen Kretzmann, directeur van Oil Change International)

De Duitse krant Die Welt noemde Barack Obama onlangs een klimaatpresident zonder volk. Obama wil van alles doen om de klimaatverandering tegen te gaan, in de ranglijst van twintig ‘grootste problemen’ zetten Amerikanen het klimaat echter op de twintigste en laatste plaats.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.