ACHTERGROND - Zeg atheïst, durft u god uit te dagen? Taede Smedes vertelt over een verrassend onderzoek.
In zijn boek Het Godsinstinct beweert de atheïstische psycholoog Jesse Bering dat bij de meeste atheïsten hun overtuiging slechts skin-deep gaat. Hun atheïsme is een dun velletje, en als je daar even met je nagel overheen krast, zie je al gauw dat daaronder heel veel bijgeloof schuilgaat. Echt atheïsme, aldus Bering, is niets minder dan een radicaal nihilisme, en dat kunnen de meeste atheïsten gewoon niet aan.
Allemaal onzin!, zo reageren de meeste atheïsten. God is een fictie, net als Sinterklaas of de Kerstman, wat Bering zegt is allemaal onzin! (Ik heb deze reacties in real life meegemaakt bij lezingen.) Berings bewering lijkt dan ook een slag in de lucht.
Berings statement heeft echter empirische verificatie gekregen. Want een aantal recente experimenten hebben laten zien dat atheïsten heel wat godvrezender blijken te zijn dan ze zelf denken…
Stel dat je een aantal atheïsten samen met een aantal gelovigen in een laboratorium zet, allerlei elektroden op hun huid plakt, en ze vervolgens een vel papier hardop laat voorlezen. De tekst die ze voorlezen is een oproep aan God, die wordt uitgedaagd om, als Hij bestaat, allerlei erge dingen bij familieleden en dergelijke te laten gebeuren. Zo moeten de volgende statements worden voorgelezen: ‘Ik daag God uit om mijn leven ondraaglijk te maken. Ik daag God uit om mijn ouders op gruwelijke wijze te vermoorden. Ik daag God uit om mijn vriendin te laten verkrachten. Ik daag God uit om me te laten sterven aan kanker’, etcetera.