Gezonde schoolkantine

Sinds Jamie Oliver een nationale campagne begon in de UK om schoolkantines gezonder voedsel te laten serveren, lijkt het onderwerp in Nederland ook aan populariteit te winnen. Vooral het beeld van ouders die door het hek "fish and chips" aan hun kinderen gaven, omdat ze het gezonde menu van Oliver zo zielig vonden voor hun kroost, is een klassieker. Het geeft ook direct aan dat scholen en ouders een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. Het Voedingscentrum liet onderzoek doen onder ruim 1.300 ouders. Ruim tweederde van de ouders van mbo- en vo-leerlingen vindt dat scholen en ouders samen moeten werken aan een gezond aanbod in de kantine en automaten. Een op de twee ouders wil zelf meehelpen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

CPB-rapport over Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs doorgelicht

ANALYSE - In een voorbeeldige analyse test het CPB of het kwaliteitsprogramma voor zwakke basisscholen in de gemeente Amsterdam tot de gewenste verbetering in de Cito-scores van die scholen heeft geleid.[i] Het antwoord is erg duidelijk. Het lijkt er op dat de Cito-score van de zwakke Amsterdamse scholen die dit kwaliteitsprogramma volgden relatief achterblijven bij die van zwakke scholen in de drie andere grote steden, maar ook die in 38 grote en middelgrote steden en zelfs bij de landelijke trend. Onderstaande figuur illustreert de uitkomsten. Terwijl alle Cito-scores van de zwakke scholen tussen 2008 en 2012 stijgen, blijven die van de Amsterdamse zwakke scholen relatief achter. Het rapport doet via allerlei additionele analyses zijn best te testen of dit Amsterdamse achterblijven voor specifieke groepen leerlingen of scholen niet opgaat, maar dat blijkt niet het geval te zijn.

citoamsterdam

Bron: CPB-rapport, blz. 12. 

Ik heb echter twijfels bij de aannames van het quasi-experimentele onderzoeksdesign. Ik probeer in deze bijdrage deze aannames te toetsen. Mijn conclusie is dat in dit geval de voorwaarden voor een quasi-experimentele aanpak niet vervuld zijn.

Regionale ongelijkheid in de definitie van zwakke scholen

De eerste aanname is dat de inspectie een nationale maatstaf heeft voor het vaststellen van zwakke scholen waarin geen regionale verschillen optreden. Het CPB-rapport stelt op blz. 10 dat de 614 zwakke scholen, die de kern van de analyse vormen, vergelijkbaar zijn in onderwijskwaliteit op grond van nationale maatstaven van de onderwijsinspectie. Het beslissingschema op grond waarvan de inspectie besluit dat een basisschool zwak is, kent een groot aantal stappen en subjectieve criteria. Bovendien speelt ook de regionale inspecteur in de uiteindelijke weging van de vele soms tegenstrijdige factoren een eigen rol, waardoor er regionale verschillen in de percentage zwakke scholen zijn.[ii]

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Reinier Sierag (cc)

Onderwijsongelijkheid in Europese regio’s

ACHTERGROND - In een fascinerend artikel tekent Colin Woodard een nieuwe kaart van Amerika, en schrijft hij dat de cultuur van de eerste kolonisten nog steeds bepalend is voor de hedendaagse opvattingen. Dat gaat dan over de relatie overheid-burgers, maar ook over bijvoorbeeld onderwijs. Over “New Netherlands” schrijft hij:

NEW NETHERLAND. Established by the Dutch at a time when the Netherlands was the most sophisticated society in the Western world, New Netherland has always been a global commercial culture—materialistic, with a profound tolerance for ethnic and religious diversity and an unflinching commitment to the freedom of inquiry and conscience. Like seventeenth-century Amsterdam, it emerged as a center of publishing, trade, and finance, a magnet for immigrants, and a refuge for those persecuted by other regional cultures, from Sephardim in the seventeenth century to gays, feminists, and bohemians in the early twentieth.

Dagblad Trouw schreef er deze week over, en noemt daarin ook de aanwezigheid van topuniversiteiten in bepaalde regio’s; de oorsprong daarvan ligt al bij de eerste “settlers”. Een mooi inzicht, dat ongetwijfeld ook op Europa toe te passen is. 
Zo vind je in de landen in Centraal Europa (alle landen die ooit onder het Habsburgse rijk vielen), veel lagere percentages voortijdig schoolverlaters. Eén van de mogelijke verklaringen is dat onderwijs daar gezien wordt als het (enige) middel om verder te komen in het leven. In landen die vroeg geïndustrialiseerd werden, kon je ook zonder een diploma een goede boterham verdienen. Ongetwijfeld zijn er meer culturele en historische verschillen, die nog steeds doorwerken in allerlei regionale verschillen.

Foto: jean-louis Zimmermann (cc)

Meer vakmanschap in mbo is impuls onderwijs

ANALYSE - Het Sociaal Cultureel Planbureau bracht een rapport uit over vakmanschap in het mbo. Eerder schreef ik al eens over SOS Vakmanschap, dat aandacht vraagt voor opleidingen die dreigen te verdwijnen. De club is blij met de aandacht van het SCP voor het kleinschalig vakmanschap.

Drie onderwijssectoren stonden centraal in het SCP-rapport: techniek, zorg en de kleine specialistische en creatieve beroepsopleidingen waaronder bijvoorbeeld antiekrestaurateurs, uurwerkmakers en orthopedische technici vallen. Onderwaardering van het (v)mbo en de mede daaruit voortvloeiende tekorten in sommige beroepsgroepen, vormen de aanleiding voor deze verkenning. Uiteindelijk doel van de verkenning was om na te gaan of door meer focus op vakmanschap de aantrekkelijkheid van het mbo zal toenemen. 
De tekorten in de sectoren techniek en zorg zijn onder andere af te leiden uit een tabel met gegevens van ROA, die in het SCP-rapport is opgenomen (hier omgezet in grafiek). Voor de kleine en specialistische beroepen heeft SOS Vakmanschap zelf diverse onderzoeken gedaan. Daaruit ontstaat een veel gedifferentieerder beeld: voor sommige beroepen dreigt een tekort omdat opleidingen ophouden te bestaan (te weinig instroom), bij anderen is de populariteit van de studie veel groter dan de verwachte vraag (bijvoorbeeld make-up artiesten).

Belangrijkste conclusies van het SCP-rapport zijn:

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Johnk85 (cc)

Leraaraffaire legt benauwde situatie Israëlisch onderwijs bloot

NIEUWS - Israël heeft dezer dagen te maken met een affaire, waarbij de vraag aan de orde is of het een leraar (aan een middelbare school) is toegestaan kritische geluiden te laten horen over het Israëlische leger en de politiek van de staat. Hoofdpersoon in het verhaal is een leraar maatschappijleer, Adam Verete, in het plaatsje Kiryat Tivon in Noord-Israël. Een leerlinge heeft over hem geklaagd in een brief aan de minister van Onderwijs, die uitlekte, omdat Michael Ben Ari, voormalig aanhanger van de racistische Kach-partij en parlementslid van de ultra-rechtse Nationale Unie, hem op zijn Facebookpagina zette:

 Adam brengt zijn politieke opvattingen met nadruk in iedere les. Hij legde uit dat hij extreem links is, dat … onze staat niet eens de staat van de Joden is maar van de Palestijnen en dat wij (Joden) hier niet horen te zijn. Hij onderstreepte ook dat de IDF (het leger, AbuP) abnormaal wreed en gewelddadig is, in tegenstelling tot andere legers. .. de IDF is volstrekt immoreel en hij schaamt zich voor zijn staat. Adam zei ook dat hij tijdens een conferentie in het buitenland “Viva Palestine” had geroepen. Toen ik mijn mening naar voren bracht en zei dat ik het met die dingen niet eens was, lachte hij en zei: “Jij wil gewoon alle Arabieren doden, dat is wat jij wilt.” Natuurlijk is dat niet wat ik wil en ik vertelde hem dat, maar hij negeerde me en ging door met me te vernederen en te beledigen ten overstaan van de hele klas. Toen ik me hierover tot de schoolleiding wendde, hielden ze verschillende gesprekken met hem, waar Adam toegaf dat hij me uit had gelachen om wat ik had gezegd en hij heeft zelfs excuses aangeboden. Het belangrijkste is niet dat hij me belachelijk maakte tegenover de klas, maar het feit dat hij deel uitmaakt van het onderwijs-systeem, en dat hij zijn positie gebruikt om deze verkeerde gedachten over onze staat en ons leger over te brengen aan de leerlingen.
Foto: European Parliament (cc)

Rol van Europa in onderwijs

ACHTERGROND - De Europese Commissie laat zeer regelmatig onderzoek doen naar de opinie van Europeanen. De zogenaamde Eurobarometer survey laat zien dat het vertrouwen in Europese instituties daalt. Ik zocht in de enquête naar het onderwerp onderwijs.

Onderwijs is een bevoegdheid van de lidstaten, en formeel heeft Brussel er dus niets over te zeggen. Maar toch is er een Europees “Ministerie van Onderwijs en Cultuur”. En ironisch genoeg is een van de meest bekende Europese projecten het Erasmus programma voor uitwisseling van studenten. Erasmus is zo’n bekende merknaam geworden, dat ze de naam nu voor alle Europese onderwijsprogramma’s hebben ingevoerd (Erasmus+). Eén op de vier hoger opgeleiden in Europa kent iemand die op uitwisseling is geweest met Erasmus.
Europa doet inmiddels wel wat meer dan mobiliteitsprogramma’s organiseren. Ze zet zich o.a. in voor het wederzijds erkennen van kwalificaties in het beroepsonderwijs, en stimuleert kennisuitwisseling tussen beleidsmakers. In de zogenaamde ET2020 strategie zijn streefdoelen neergelegd waaraan lidstaten in 2020 moeten voldoen. Uiteindelijk bedoeld om Europa ook economisch sterker te maken.

In 2007 vroeg men in de Eurobarometer survey specifiek naar de mening van burgers over de rol van Europa ten aanzien van onderwijs. Het grootste deel van de respondenten (meer dan de helft) antwoordt neutraal op de vraag of de EU een positieve of negatieve rol speelt. Men kon ook antwoorden “weet niet”, maar dat is een weinig betrouwbare antwoordcategorie omdat niemand graag toegeeft iets niet te weten (rond 8% zegt het wel).

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Onderwijsinstellingen moeten buitenlandse netwerken promoten

ACHTERGROND - Ik zag gisteravond een prachtige documentaire over de HEMA, waarin de VPRO een jaar lang de topman Ronald van Zetten volgde. Van Zetten is al meer dan tien jaar CEO: dat is op zich al bijzonder. De manier waarop men met elkaar omgaat, doet me sterk denken aan een familiebedrijf, waarbij ook de lange termijnrelaties met leveranciers onderdeel zijn van de cultuur. Tegelijkertijd is de HEMA in handen van een buitenlandse investeerder, die snelle winsten wil, en is er stevige concurrentie van winkels die veel kortere productieketens hebben. Dat dwingt de HEMA te expanderen en te vernieuwen.

We zien Van Zetten met slechts een paar medewerkers op avontuur in Frankrijk en China. De manier waarop dat dan gaat komt wat knullig over. Zo vraagt Van Zetten aan een handdoekenfabrikant of hij wil samenwerken om HEMA-winkels te openen. De beste man heeft vier grote handdoekfabrieken voor ieder werelddeel, en de HEMA is een kleine klant. Of dat nu de meest logische zakenpartner voor expansie is? In Frankrijk test men een nieuwe formule uit, zonder rookworsten, en met kleine winkels. Het gaat allemaal zeer voorzichtig, en op eigen kracht. 
Dat is knap, maar met de grafiek van vandaag vroeg ik me twee zaken af:

  • weten bedrijven als HEMA dat veel onderwijsinstellingen een veel groter buitenlands netwerk hebben dan zij zelf?
  • waarom gebruiken bedrijven die netwerken niet veel beter?
Foto: Dietmut Teijgeman-Hansen (cc)

De kosten van zittenblijven: minder gemotiveerde leerlingen?

ANALYSE - De PISA-resultaten leidden begin deze maand tot een enorme hoeveelheid publiciteit en tweets. De ranking van landen op basis van PISA-scores trekt altijd de meeste aandacht van de media, maar de grotere impact van de OECD is de discussie over stelselkenmerken. ScienceGuide ging naar aanleiding van PISA bijvoorbeeld in op het onderwerp zittenblijven:

Nederland is van alle OECD-landen het land die het meeste geld besteedt aan zittenblijvers, blijkt uit het PISA onderzoek van de OECD. Een zittenblijver kost Nederland rond de 45.000 Euro. De totale kosten van doubleurs ligt rond de 12 procent van het Nederlandse budget voor het basis- en voortgezet onderwijs, berekende de OECD.

De cijfers over de kosten van zittenblijven variëren nogal en een brede kosten-batenanalyse ontbreekt. De grote vraag is of we met de cijfers van de OECD een discussie gaan beslechten die al sinds 1970 wordt gevoerd. Een aantal quotes maakt duidelijk dat dit niet de eerste keer is dat de kosten van zittenblijven zijn becijferd.

Elke zittenblijver in het voorgezet onderwijs kost ruim 4.000 euro. Het Centraal Planbureau becijferde een CDA-plan tegen zittenblijven op een jaarlijkse besparing van 340 miljoen euro.

Bron:  VK, Ferry Haan.

***

Allereerst die 4000 euro. Ik weet niet waar Haan die vandaan haalt, maar in het huishoudboekje van Nederland (CBS) staat dat een leerling in het voortgezet onderwijs 7400 euro per jaar kost. En daarmee zijn we er nog niet. Eigenlijk zou je ook willen weten wat een leerling (en de maatschappij) misloopt door een jaar langer op school te blijven, de zogenaamde ‘opportunity costs’. Een leerling komt bijvoorbeeld ook een jaar later op de arbeidsmarkt. De OESO bracht de totale kosten van zittenblijven voor onder andere Nederland in kaart. In 2009 hadden 50.000 leerlingen van vijftien jaar ergens in hun schoolcarrière een jaar overgedaan, wat de overheid met bijna 400 miljoen dollar aan ‘directe kosten’ opzadelde, omgerekend (ook naar PPP) ongeveer de eerder genoemde 7000 euro per leerling. 
De ‘indirecte kosten’ van het later op de arbeidsmarkt komen zijn volgens de OESO, afhankelijk van het uiteindelijke onderwijsniveau, zo’n 2 tot 2,7 miljard dollar, gebaseerd op wat iemand zou verdienen (gemeten met ‘arbeidskosten’, om een voor mij onduidelijke reden).

Het rare is dat de OESO vervolgens die totale kosten (ongeveer 2,4 tot 3,1 miljard dollar) deelt door het totaal aantal vijftienjarige schoolgangers  (ongeveer 183.000) waardoor de rekening per leerling slechts 13.000 tot 16.700 dollar is (omgerekend 11.000 tot 14.500 euro). Dat is alweer een stuk hoger dan Haan’s 4000 euro, maar ik zou toch denken dat je de totale kosten deelt door het aantal zittenblijvers, en dat je dan zelfs ergens tussen de 40.000 en 50.000 euro uitkomt. Ik ben het om een aantal redenen sowieso niet eens met deze berekening van de OESO – opportunity costs is een dubieus concept en de baten van zittenblijven op de arbeidsproductiviteit zou je ook mee moeten wegen – maar ik zou toch graag willen snappen wat de OESO hier nou precies aan het doen is.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende