ICT & Overheid, wat te doen?
Afgelopen vrijdag mocht ik met andere ‘experts’ vragen beantwoorden van de in Parlementaire werkgroep ICT-projecten bij de overheid. Dit is een groep Kamerleden die een Parlementair onderzoek naar de vele ICT fails van de overheid aan het voorbereiden is. Na de zomer (en de verkiezingen) moet het onderzoek van start gaan met een set scherpe onderzoeksvragen. Aan de genodigde experts om voorstellen te doen voor die vragen. Het was opvallend hoe eensgezind de aanwezige IT-ers waren, ook al hadden we allemaal heel verschillende achtergronden (video).
Net als andere columnisten en opinieschrijvers heb ik ook op deze plek de overheid ook wel eens afgebrand over het rijke palet aan verspilling van veiligheid, privacy en algemene middelen. Het gaat, zeker bij de Rijksoverheid, dan ook al snel om gegevens van miljoenen Nederlanders en miljarden Euro’s.
Voor columnisten is het dus eigenlijk altijd prijsschieten met zo’n overheid. Daarom is het ook wel mooi om op dit soort gelegenheden een meer constructieve bijdrage te kunnen leveren. Hoewel het eigenlijk jammer is dat dergelijke bijeenkomsten niet veel vaker worden georganiseerd en niet veel beter worden bezocht door de ambtenaren en leveranciers die verantwoordelijk zijn voor al die projecten. Voor de 6 miljard die op jaarbasis door het putje gaat (en dat zijn alleen nog maar de out-of-pocket kosten – de maatschappelijke impact is mogelijk vele malen groter) is het wellicht handig om wat vaker te overleggen. Niet dat ik het idee heb dat het clubje van vorige week kant-en-klare oplossingen heeft voor alle problemen die er zijn. Wel denk ik dat er een redelijke mate van eensgezindheid was over de grondoorzaken van problemen:
Vele landen in Zuid Amerika zijn zich aan het opmaken voor het vieren van hun onafhankelijkheid van Spanje, zo’n 200 jaar geleden. Heel Zuid-Amerika? nee want in het zuiden van Chili woont een volk dat nog steeds heldhaftig weerstand biedt tegen zijn onderdrukker: De
Vanochtend heeft de langdurig arbeidsongeschikte Buster Fonteijn zich op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag gemeld en de toekomstige ambassadeurspost in Trans-dnjestrië opgeeïst. Volgens de vergeten tv-coryfee uit de roerige jaren ’90 heeft hij hier recht op omdat hij namelijk de énige Nederlander is die de naam van de republiek juist kan uitspreken. TranSSSdjNessSSSsstrië, moet volgens hem met ruim voldoende speeksel worden uitgesproken. Maar ook de andere benamingen:
Deze week ontmoette de Russische president Dmitry Medvedev de Transdjnestrische president
Eergisteren hield een bonte verzameling van enkele honderden Serviers en sympathisanten een demonstratie op het Schumanplein in Brussel. Het aanstromende volk liep vanuit het metrostation veelal de verkeerde kant op. “Anti-Kosovo? To the right!“, breedgeschouderde Brusselse dienders wezen iedereen de weg. 