Normering eindexamens wellicht te soepel
DATA - Eind oktober 2013 kwam het ministerie van OC&W met het juichende bericht dat in 2013 meer leerlingen – en bovendien met hogere cijfers – waren geslaagd voor eindexamens in het voortgezet onderwijs dan in voorgaande jaren. Deze verbetering vond met name plaats in het havo en het vwo. Een nadere analyse van de door het Cito gepubliceerde data leert dat in ieder geval voor het vwo deze claim boterzacht is.
Staatssecretaris Dekker reageerde destijds als volgt:
De Belangrijkste conclusie is dat het hoger leggen van de lat een positief effect heeft. De cijfers bij een aantal kernvakken zijn flink verbeterd, en ondanks de aangescherpte eisen zijn de slaagpercentages juist omhooggegaan. Leerlingen en scholen hebben hard gewerkt en daardoor een goed resultaat behaald. Dat verdient een groot compliment!
Afgezien van het feit dat hij hiermee suggereert dat leerlingen en leraren in voorgaande jaren niet hard genoeg hebben gewerkt om een goed resultaat te behalen, is het nog maar de vraag of de conclusie van het ministerie klopt.
Strengere eisen eindexamens
Toenmalig staatssecretaris Van Bijsterveldt besloot in 2008 om de zak/slaagregeling voor het voortgezet onderwijs aan te scherpen. Met ingang van het examenjaar 2012 werd de regel ingevoerd dat leerlingen gemiddeld over alle vakken van het centraal eindexamen minimaal een 5,5 moesten halen. In 2013 werd dit gevolgd door de eis dat een leerling voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde niet meer dan één vijf mag hebben.