Democratie in tijden van Crisis
Deze post is vooral een kapstok voor een discussie. Gisteren presenteerde de Raad van State haar jaarverslag. En dan is het tegenwoordig traditie dat de baas van de Raad van State, in dit geval Tjeenk Willink, uithaalt naar de Staat, Overheid en Politiek. Het klopt niet en het is in gevaar en zo nog wat.
Ook dit jaar weer, nu met nog meer urgentie vanwege de crisis. Ook geeft hij aan dat de overheid door haar marktdenken de burger teveel als klant is gaan zien. En dat bleek dus niet te werken.
Leest u vooral zelf zijn stukje en de verslagen van de persconferentie.
Persoonlijk struikelde ik over deze zin van Tjeenk Willink:
“Een goed functionerende markt heeft, wil zij duurzaam zijn, het tegenwicht nodig van een krachtige staat. Een krachtige staat heeft, wil hij democratisch zijn, zelfbewuste burgers nodig en een krachtige burgersamenleving.”
Het eerste stuk ondersteun ik wel. Maar lees ik vervolgens, vrij vertaald, dat de burgers nodig zijn om een krachtige staat te maken. Daarbij is de Staat een gegeven en zijn de burgers instrumenten. En in mijn ogen is dat verkeerd om. De burgers zijn een gegeven en de Staat is een instrument. Doordat de Staat zichzelf als gegeven is gaan zien, verliest zij uit het oog dat zij er alleen maar is omdat de burgers vinden dat het een aardige manier is om de wereld om hun heen te ordenen. De Staat gaat daardoor steeds meer redeneren vanuit het zelfbehoud van de Staat i.p.v. de veranderende behoeften van burgers.


Dinsdag was de Afghanistan-top in Den Haag. Daarvoor werden het luchtruim, meerdere snelwegen (deels) en de stad hermetisch afgesloten. De wereldleiders willen vrede en democratie brengen naar Afghanistan maar zitten niet te wachten op input vanuit het eigen land. Democratie is kennelijk een exportproduct waar we zelf geen behoefte aan hebben.


De kredietcrisis gaat ‘kliekjesdag’ weer helemaal groot maken. Lezers ouder dan dertig jaar zullen zich deze term nog wel herinneren. Want ook al was er in de jaren zeventig geen economische noodzaak toe de angst voor de hongerwinter zat er toen nog goed in. In sommige gezinnen resulteerden dit zelfs in een vaste wekelijkse kliekjesdag waarbij een allegaartje aan etensresten van de afgelopen week op tafel kwam. Tijdens de duizelingwekkende economische voorspoed onder de Paarse kabinetten in de jaren negentig verdween kliekjesdag echter uit onze vaderlandse gezinscultuur (..en daar kwam geen moslim aan te pas, besef dat eens!).